JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

‘Super’-diversiteit

Julien Borremans23/2/2015Leestijd 5 minuten

Julien Borremans wil een grondig integratiedebat. Eentje dat al tien jaar geleden had gevoerd moeten worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Laat ik het meteen maar toegeven: ik was aangenaam verrast toen ik vernam dat het webblad Doorbraak een rubriek over de diversiteit in Vlaanderen opende. Anderzijds vond ik het wel flink laat dat nu pas ruimte wordt geboden voor een discussie die al jaren geleden had moeten worden gevoerd. Doorbraak ontworstelt zich stilaan aan zijn communautair keurslijf, waarin het – samen met de Vlaamse Volksbeweging (VVB) – jarenlang gevangen zat. De VVB schrijft momenteel een diversiteitsnota. Ook daar waait de wind stilaan vanuit een andere hoek. Heeft dit te maken met het vertrek van een aantal ‘dino’s’ naar de N-VA? Wie weet.

De sociologische realiteit loopt altijd vooruit. De politieke volgt dan wel met de nodige vertraging. De communautaire tweespalt – waarvan de politieke organisatie van dit land is doordrongen – dekt zeker de sociologische lading niet meer. Vlaanderen is in een sneltreinvaart aan het internationaliseren. Vlaams-Brabant’ verbrusselt’. Een flink deel van de bevolking is van ‘vreemde’ origine. Ongeveer 20% van de inwoners van België, of tenminste één van de ouders, is in het buitenland geboren. In dit cijfer zijn kinderen en jongeren van de derde generatie niet inbegrepen. Dat is pas echt diversiteit.

Mijn stiefzoon loopt school in Brakel, een plattelandsgemeente in een uithoek van Oost-Vlaanderen. In zijn klas zitten twaalf leerlingen. Er zijn negen verschillende nationaliteiten. Mijn andere zoon is vijftien en gaat naar school in Melle. Zijn school is veeltalig, veelkleurig, multi-etnisch … Hij vindt dat prima. Hij heeft nooit andere situaties gekend. De nieuwe generatie groeit op in een andere wereld en een andere sociologische realiteit. Jürgen Osterhammels omschrijft deze ervaring als een ‘tuimelvaart’: ‘dat gevoel deel uit te maken van een razendsnel transformatieproces dat de wereld op zijn kop zet en fundamenteel verandert’. Toegegeven, Vlaanderen internationaliseert wel heel snel, met alle gevolgen van dien. Maar of het allemaal zo geweldig is, weet ik nog zo niet.

Opgroeien in een vijandige omgeving

Ik werk al enkele jaren in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, in een weinig diverse omgeving. Onze school telt 90% Marokkanen. De verpaupering van de Brusselse wijken, de (kans)armoede, de werkloosheid zijn schrijnend. De cijfers zijn hallucinant. Ga maar na: Brussel telt meer leefloners dan heel Vlaanderen. Brussel, dat is in sociaal opzicht een gespleten regio. Er zijn immers grote verschillen tussen de Brusselse gemeenten. De werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest varieert sterk: ze is het hoogst in Sint-Joost-ten-Node (29,1%) en het laagst in Sint-Pieters-Woluwe (9,8%).

Het mediaan inkomen per aangifte, beïnvloed door de werkloosheidsgraad, verschilt sterk van gemeente tot gemeente: het bedraagt 14 033 euro in Sint-Joost-ten-Node en 23 454 euro in Sint-Pieters-Woluwe. In de Welszijnsbarometer 2014 staat te lezen: ‘In het Brussels Gewest heeft 16,2% van de leerlingen in het eerste jaar middelbaar onderwijs al twee jaar schoolachterstand opgelopen. Maar dit aandeel ligt in de armste gemeenten in de buurt van de 20% vooral,  en alweer scoort Sint-Joost-ten-Node hier het hoogst (met 22,4% met schoolachterstand). Het aandeel ligt opmerkelijk lager in de gemeenten met een hoog sociaal-economisch statuut, noem het de welvarende gemeenten, zoals Watermaal Bosvoorde (5,4%).’ Als je daarbij de toenemende radicalisering in moslimkringen betrekt, hoef je er niet voor te schrikken  dat de sociaal-maatschappelijke spanningen in Brussel hand over hand toenemen. Deze explosieve samenloop van omstandigheden zorgt ervoor dat er in de achterstandswijken een multi-etnisch subproletariaat groeit, dat zich van de ‘heersende’ cultuur gaat afkeren omdat die niets of alleszins te weinig doet om het uit zijn kansarme status weg te halen. Brussel is een samenraapsel van versplinterde gemeenschappen met weinig of geen samenhang.

Toegegeven, de ene inwijkeling is de andere niet. De komst van de arbeidskrachten uit de nieuwe EU-landen verloopt niet altijd even vlot, maar doorgaans komen ze goed terecht. Het merendeel is actief op de arbeidsmarkt. Ook mag de koppeling van allochtonen en kansarmoede zeker niet worden veralgemeend. In 2006 merkte Bart De Wever al op: ‘Het debat over werkloosheid van allochtonen gaat in hoofdzaak over de nakomelingen van de migranten uit de Maghreblanden. Een groep die door de gewoonte van de gezinsvorming en gezinshereniging met mensen uit de landen van herkomst collectief te weinig vorderingen heeft gemaakt op vlak van integratie.’

Veel Turkse en Marokkaanse jongeren slagen er niet in om op school goede resultaten te boeken. De samenlevingsproblemen die daarmee gepaard gaan hebben heel wat allochtone en autochtone jongeren argwanend gemaakt.

De kloof tussen de verschillende gemeenschappen is diep. Ik merk dagelijks hoe Marokkaanse jongeren afhaken wegens een gebrek aan perspectief of door de beslotenheid van de gemeenschap. De argwaan tegenover de gevestigde maatschappij, jegens de overheid met haar instellingen en de gevestigde waarden is groot. Deze achterdocht blijft woekeren en breidt zich uit als een agressieve kanker. Jarenlang zijn die problemen ontkend of eenvoudigweg genegeerd. Aanslagen zoals die tegen Charlie Hebdo hebben de kloof nog vele malen verdiept. Heel wat leerlingen voelen zich gestigmatiseerd en hebben steeds meer het gevoel dat ze in een ‘vijandige’ omgeving opgroeien.

Het beleid

Ook al wordt er een batterij aan maatregelen genomen om nieuwkomers zo goed mogelijk in onze samenleving te integreren, de problemen voor bepaalde bevolkingsgroepen blijven acuut. Uiteraard kunnen we ons ook afvragen of de overheid wel genoeg heeft gedaan. Dat geldt voor Vlaanderen, maar zeker de aanpak van de Brusselse instanties is achterhaald.

Het bestuur van Brussel werkt met beleidsinstrumenten en akkoorden die uiterst ingewikkeld, omslachtig en inefficiënt zijn. Ze zijn bovendien gesneden op de aloude communautaire breuklijn … tot in het absurde toe. Brussel is intussen een multiculturele en veeltalige stad met een brede en veelkleurige onderlaag. Deze onderlaag heeft geen boodschap aan uitgebalanceerde evenwichten van de twee erkende taalgroepen. Ze verwijt de overheid in dit opzicht gewoon werldvreemd te zijn en geen oog te hebben voor de veranderde realiteit. Een mooi voorbeeld vormt het optreden van de Brusselse regeringspartij FDF, dat via zijn website de bevolking opriep om een manifest te ondertekenen om van Brussel een volledig Franstalige stad te maken. Dit betekent niet alleen een flinke stap terug in de geschiedenis, maar staat ook haaks op de multilinguïstische ontwikkeling van de afgelopen jaren.

Daarbij komt nog dat de discussie over integratie doorgaans in sociaal-economische termen verloopt, terwijl er nog andere belangrijke invalshoeken zijn die steeds opnieuw onder de mat worden geveegd. Een flink deel van de potentiële Syriëstrijders radicaliseert, niet omwille van een gemis aan sociaaleconomische ontwikkelingen en perspectieven.

Al in 2004 schreef Bart De Wever: ‘Als we willen dat de moslimgemeenschap bij ons een positie verwerft die vergelijkbaar is met die van de Ieren in de Verenigde Staten vandaag, dan volstaat het niet alleen maar sociaal-economisch vooruitgang te boeken. Er moet een duidelijke lijn worden getrokken tussen etnisch-religieuze vrijheid en burgerlijke plichten. Inwijkelingen zijn geen historische minderheid, men mag verwachten dat ze na één à twee generaties feitelijk tot de autochtone gemeenschap behoren en daar mee vorm aan geven.’  Dit is de nagel op de kop. Op het einde van zijn bijdrage voegt Bart er fijntjes aan toe: ‘… maar het debat moet worden gevoerd. En wel nu.’

We zijn intussen meer dan tien jaar verder. Waar wacht de N-VA op, rijkelijk vertegenwoordigd zoals ze is in diverse regeringen ?

 

De auteur is leraar in het Brussels Nederlandstalig onderwijs

 

© Reporters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties