JavaScript is required for this website to work.
post

Tegenwind doet het molentje van N-VA draaien

Criticasters zijn de beste bondgenoten

Klaas Cobbaut23/9/2015Leestijd 3 minuten

Met een scherp openingscollege wint De Wever geen stemmen. Met al die opgeklopte reacties achteraf wél. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Heel veel grapjes zaten er niet in het openingscollege dat N-VA-voorzitter Bart De Wever afstak voor de eerstejaarsstudenten van politicoloog Carl Devos. Dat was niet zo erg, want andermaal werkten de reacties van verontwaardigde tegenstanders danig op de lachspieren. Wat moet je bijvoorbeeld denken van een commentaarschrijver als Bart Eeckhout, die in De Morgen hoogdravend schrijft dat hij ’teleurgesteld’ is in De Wever, als een oude tante die haar neefje op een leugentje betrapt. Wat moet je denken van de VRT-nieuwsdienst, die na een sneertje aan het adres van hoofdredacteur Bjorn Soenens een selectief geknipt fragmentje uit het archief opdiepte om De Wever in verlegenheid te brengen? Wat moet je eigenlijk denken van het huilkoor, hoe voorspelbaar het ook is, dat elke keer weer volgt op een gemediatiseerd optreden van De Wever? 

De reacties op een BDW-uitspraak zijn telkens zo overdreven dat ze ondertussen een omgekeerd effect ressorteren. Zelfs Vlamingen die toch wat terugdeinzen voor de boude stijl van de N-VA-voorzitter krijgen uiteindelijk wat sympathie voor een politicus die telkens het hele journaille over zich heen krijgt. Als zoveel zelfgenoegzame professoren en redacteuren zo gebeten reageren, dan moet er misschien toch iets van waarheid schuilen in de analyse van De Wever. In Vlaanderen worden journalisten evenzeer gewantrouwd als de meeste politici. Als u, geachte lezer, nog oprecht gelooft dat het journalistieke heir grote invloed heeft op de publieke opinie in Vlaanderen, dan is de kans groot dat u zelf een journalist bent – eentje in de ontkenningsfase. Ter illustratie: uit elk onderzoek blijkt dat een opvallende meerderheid van journalisten zichzelf politiek links situeert, terwijl een al even opvallende meerderheid van Vlamingen zichzelf verkiezing na verkiezing eerder rechts situeert. Natuurlijk trekt De Wever zich geen bal aan van journalisten: dat doet de Vlaming ook niet.

Wat al die criticasters nog altijd niet begrijpen, is dat het niet uitmaakt hoe vaak en hoe luid ze N-VA linken aan racisme of extreemrechts. Dat is allemaal preken voor eigen kerk. Progressieven grijpen elke uitspraak van De Wever aan om zichzelf te positioneren als moreel superieur, maar de enige mensen die daar nog luisteren zijn andere progressieven, die De Wever toch al lang een gruwelijk monster vinden. De gewone kiezers, die verkiezingen beslechten, trekken zich daar allemaal weinig van aan. Alles wat zij zien is een wekenlange goednieuwsshow over migratie en duizenden nieuwkomers, terwijl de kleinkinderen van vroegere migranten thuis nog steeds geen Nederlands spreken. En als er dan eens een politieker is die praat over de problemen, de risico’s en de gevaren, dan wordt die meteen de mond gesnoerd met non-argumenten als ‘jij zaait verdeling’, ‘jij voedt angst’, ‘jij huppelt je achterban achterna’. Die achterban is misschien blij dat er eindelijk eens iemand achter hen huppelt. 

Bij N-VA zijn ze hoe dan ook blij met al die tegenwind. Sinds N-VA de leidende partij werd in twee regeringen, is de partij van Bart De Wever definitief verveld tot een establishmentpartij. Dat is een strategisch en communicatief probleem voor een politieke formatie die zich altijd als anti-establishment heeft geprofileerd. Evolueren naar de verantwoordelijke beleidspartij is niet evident, want er bestaat in Vlaanderen al een andere partij die zich opwerpt als de betrouwbare garantie op behoorlijk bestuur. Het is misschien de ambitie van een deel van N-VA om CD&V op termijn te vervangen als de CSU van Vlaanderen, maar de christendemocraten zomaar verdringen is op korte termijn onmogelijk. Aan de zijlijn staan de concurrenten van Vlaams Belang ondertussen klaar om N-VA af te schilderen als een postjespartij, die elk principe heeft omgewisseld voor de vetpotten van de macht. In die precaire situatie is het een godsgeschenk dat het media-establishment keer op keer blijft stormlopen tegen N-VA. 

In 2019 zal N-VA kunnen zeggen dat ze tenminste geprobeerd hebben. De media hebben meters krantenpapier vrijgemaakt om de analyses en voorstellen van N-VA aandacht te geven. Andere partijen voelden zich telkens verplicht om er uitgebreid afstand van te nemen. En zo blijft N-VA, zelfs genesteld in de knusse centra van de Belgische macht, een beetje ‘vuil’, een beetje rebels en meer dan een beetje aantrekkelijk voor elke kiezer die van politici lef en eerlijkheid verwacht. De tegenstand zal roepen van ‘racisme’, maar dat roept de tegenstand al jaren – en meestal won het doelwit van die scheldcampagne vrij glansrijk de stembusslag. Het is jammer voor het publieke debat in Vlaanderen, want dat komt inhoudelijk maar niet van de grond. Het is ook jammer voor al die mensen die een tussenpositie innemen in het vluchtelingendebat, ergens tussen gesloten en open grenzen, want zij worden weer eens overstemd. Maar het is niet jammer voor De Wever, die zich nog eens heeft kunnen uitleven, en de klus daarna voltooid zag worden door zijn geliefde tegenstanders. Op naar het volgend BDW-relletje!

Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.

Commentaren en reacties