Trump is het probleem niet
Voor onze journalisten zal een ex-moslim (tegen wie een doodvonnis loopt) wel een doordrammer zijn.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGelukkig is niet iedereen geïnfecteerd met het Traumatisch Trump Syndroom, dat leidt tot een hoge staat van opgewondenheid en het uitkramen van wartaal over de jaren dertig van de vorige eeuw. Sommigen – talrijk zijn ze niet – houden het hoofd koel. Zo iemand is Hamed Abdel-Samad, Duits-Egyptische politicoloog en auteur van o.a. De ondergang van de islamitische wereld. Een prognose (Uitgeverij Contact, 2010).
Van zijn hand las ik in de Duitse kwaliteitskrant Die Welt een interessant artikel: Es gibt durchaus Gründe für das Trump-Dekret. Daarin stelt hij, op genuanceerde wijze, dat het decreet van de Amerikaanse president op veiligheidsgronden te verdedigen valt. Maar belangwekkender lijkt mij wat hij zegt over de houding van moslims, zowel in de islamitische landen als in het Westen.
De media brachten het uitvoerig in beeld: op de beslissing van Trump volgde een golf van solidariteit en medeleven met de moslims. Talloze Amerikanen kwamen op straat om het voor hen op te nemen en hun rechten te verdedigen. Maar hoeveel moslims, vraagt Hamed Abdel-Samad zich af, kwamen op straat tegen IS, of demonstreerden voor de rechten van de verdreven christenen of voor de verkrachte Yezidi vrouwen? En hoeveel moslims zijn verontwaardigd over het feit dat 16 moslimstaten aan Israëli’s de toegang ontzeggen? Het anti-moslim discours zou geen succes kennen, indien moslims de rechten die ze zelf opeisen ook aan anderen zouden gunnen, en indien ze duidelijk afstand zouden nemen van een ideologie van geweld.
Maar dat gebeurt niet. Sedert 9/11 wentelen moslims zich in de slachtofferrol. Naar de echte oorzaak van de terreur werd niet gezocht, tegen het geweld werd niets ondernomen. Al wat men deed was klagen over ‘islamofobie’ en George W. Bush als het probleem aanduiden. Ook tijdens het presidentschap van Obama – die de islam een godsdienst van vrede noemde –trad de moslimgemeenschap niet op tegen de politieke islam. Wel werden dure campagnes op het getouw gezet met als doel de sharia in het Amerikaanse rechtssysteem te integreren. Wie daartegen was werd beschuldigd van ‘islamofobie’ of voor het gerecht gedaagd. Ook dat heeft bijgedragen tot de overwinning van Trump.
Maar Trump is het probleem niet. Als Trump morgen verdwijnt, zijn de problemen van de islam niet opgelost. Het wordt tijd dat ook van moslims wordt verwacht dat ze niet discrimineren, en dat ze respect opbrengen voor minderheden, andersdenkenden en Israëli’s. Ieder moet eerst voor eigen deur vegen. Ieder moet eerst de haat in eigen hart bestrijden, vooraleer met het moraliserende vingertje naar de ander te wijzen. Tot zover, kort samengevat, Hamed Abdel-Samad.
De krant De Morgen heeft al een tijdje een gesluierde columniste in dienst, Yasmien Naciri, die in haar bijdragen regelmatig de moslimgrieventrommel roert. Wat denkt een mondige moslima van bij ons over het betoog van Hamed Abdel-Samad? Heeft ze daar begrip voor of verwerpt ze de woorden van een afvallige? Daar iets meer over vernemen kan het debat alleen maar boeiender maken. Mooi thema voor een column.
foto ©reporters
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.
De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.