JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Tsjechoslowakije deed het voor, toch mag België niet zomaar gesplitst worden

Horizon 2024Wannes Bok27/3/2023Leestijd 4 minuten
1996. De Slovaakse premier Vladimír Mečiar (links) verwelkomt zijn Tsjechische
tegenhanger Václav Klaus (rechts).

1996. De Slovaakse premier Vladimír Mečiar (links) verwelkomt zijn Tsjechische tegenhanger Václav Klaus (rechts).

foto © Belga Image

De tegenstelling tussen noord en zuid is helder, maar of België in een revolutionaire bui zomaar gesplitst kan worden, is nog maar de vraag.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vier jaar na de val van de muur in 1989 scheidde Tsjechië zich af van Slowakije en werd de Tsjechische Republiek uitgeroepen. Daarmee kwam een einde aan het lange bestaan van Tsjechoslowakije, een land dat verscheurd werd omdat twee volkeren er niet in slaagden samen te leven. Met een zesde staatshervorming op til en een steeds groter wordende kloof tussen het noorden en het zuiden ons land, loont het de moeite om terug te blikken. Trouwens, afscheiden, mag dat zomaar? 

Hete zomer, Praagse Lente

Tsjechoslowakije kreeg haar wortels in 1918, nadat Tomas Masaryk het land uit de grond stampte om een Europese buffer tegen geweld te creëren. Later werd hem verweten dat hij van het begin af aan al te weinig rekening hield met de cruciale en ideologische verschillen tussen de Tsjechen en de Slowaken. Dat zou één van de oorzaken zijn van de splitsing tussen beide volkeren in de zomer van 1992, na een bijna vijfenzeventigjarige gemeenschappelijke geschiedenis.

Een woelige geschiedenis kende Tsjechoslowakije zeker. Zo koos het Slowaakse gedeelte tijdens de Tweede Wereldoorlog voor collaboratie met de nazi’s, om zo hun nationalistische ideeën naar de voorgrond te kunnen duwen, in tegenstelling tot de Tsjechen. Later bewoog het land zich naar de andere zijde van het spectrum, en werd een communistische staat in het leven geroepen. Die zou blijven bestaan tot de Praagse Lente van 1968, want toen nam het Slowaakse nationalisme weer de bovenhand. Slowaak Alexander Dubček slaagde er toen in het communisme te temperen en een federale staatsstructuur in het leven te roepen — in theorie dan toch, want de belangrijke politieke organen bleven in Praag.

Geen eenheid

In praktijk vormden de Tsjechen en Slowaken nooit één natie. Tijdens de Fluwelen Revolutie van 1989 verzetten de Tsjechen zich hevig tegen het communisme, in tegenstelling tot de Slowaken. Die laatsten hielden zich eerder afzijdig en mengden zich pas na de val van de extreemlinksen opnieuw in de politieke debatten. Een federaal stelsel werd opnieuw in leven geroepen en de ‘Tsjechoslowaakse Federatieve Republiek’ genoemd. Compromissen tussen beide volkeren werden echter steeds schaarser, totdat het écht fout liep.

De links-nationalistische Vladimír Mečiar won de verkiezingen van juni 1992 in Slowakije, terwijl Tsjechië aan de haal ging met de rechts-liberale Václav Klaus. Water en vuur zo bleek, want overeenkomsten tussen beide mannen waren ondenkbaar. Zij besloten daarom om het land te splitsen. Van democratie was nauwelijks sprake. De toenmalige president Havel nam ontslag op 20 juli 1992, drie maanden voor het einde van zijn ambtstermijn, waardoor de baan voor Mečiar en Klaus volledig werd geruimd.

De mannen hadden nog tot november nodig om het federale parlement en de nationale raden achter zich te scharen. Na diens goedkeuring werd de splitsing van Tsjechoslowakije een feit. Niet minder dan dertig akkoorden werden afgesloten om de samenwerking tussen de twee nieuwe landen te vergemakkelijken. En zo kwam een drastisch einde aan het huwelijk tussen twee partners die er echt niet in slaagden samen het bed te delen, met bijvoorbeeld hoge werkloosheidscijfers in Slowakije tot gevolg.

En België?

De parallel met België lijkt niet erg moeilijk te trekken. De binnenlandse spanningen lopen ook bij ons hoog op, een fenomeen dat zich reflecteert in peilingen —  en naar alle waarschijnlijkheid binnenkort in verkiezingsuitslagen. ‘Als het vandaag verkiezingen zouden zijn, zou een kwart van de Vlamingen (25,5 procent) voor Vlaams Belang stemmen. N-VA wordt de tweede partij met 22 procent, terwijl CD&V en Open Vld allebei onder de symbolische grens van tien procent duiken. Dat blijkt uit de Grote Peiling van Het Laatste Nieuws, VTM NIEUWS, RTL en Le Soir’, aldus Het Laatste Nieuws.

‘PS blijft met 23,7 procent de grootste partij van Wallonië. De Franstalige socialisten blijven daarmee wel een eind bengelen onder hun verkiezingsresultaat, toen ze 26,1 procent haalden. MR kan 20,4 procent van de kiezers overtuigen en evenaart daarmee haar score van 2019. De extreemlinkse partij PTB wordt onder de taalgrens de derde partij, met 17,9 procent. Een pak beter dan haar verkiezingsresultaat van 13,8 procent. Ecolo kan 13,1 procent van de respondenten achter zich krijgen, in 2019 was dat nog 14,9 procent van de kiezers.’

De tegenstelling tussen noord en zuid is dus helder, maar of België in een revolutionaire bui zomaar gesplitst kan worden, is nog maar de vraag.

Diplomatie, en zo

Het al dan niet afsplitsen of uiteenvallen van een staat is een internationaalrechtelijke kwestie. Het Handvest van Montevideo bepaalt dat er enkel sprake kan zijn van een staat, wanneer een volk — de Vlamingen en de Walen dus — woont in een territorium, dat wordt bestuurd door een regering die effectief gezag uitoefent. De grenzen van dat territorium hoeven niet vast te liggen. Wel moet de regering van de nieuwe staat zelfstandig zijn, en dus niet afhankelijk van een ander land. 

Zijn die voorwaarden vervuld, dan voldoet het nieuwe land aan de basisvereisten om een staat te kunnen vormen. In praktijk echter, is de erkenning van een nieuwe staat door andere belangrijke internationale spelers van vitaal belang. Blijft die erkenning uit, dan kan een land geen lid worden van verschillende belangrijke organisaties, handelsakkoorden of diplomatieke missies. Kortom: in theorie kan een niet-erkende staat dus bestaan, in praktijk eigenlijk niet.

Verschillende manieren

Een nieuwe staat kan ontstaan op allerhande manieren. Zo kan de oude volledig verdwijnen, en vervangen worden door twee of meer nieuwe staten op hetzelfde territorium. Daarnaast kan een deel van de moederstaat zich afscheuren, en zich ontpoppen tot een nieuwe staat. Dat mag, maar wordt internationaalrechtelijk gewoonlijk slechts goedgekeurd wanneer de moederstaat haar toestemming tot afscheuring geeft. Ontbreekt die vereiste, dan zullen veel internationale spelers geen erkenning geven, en kan de nieuwe staat dus niet deelnemen aan het internationaal rechtsverkeer.

Meestal vermeldt de grondwet van een staat een verbod op afscheiding. Voorts kan dat verbod ook blijken uit belangrijke arresten van hoven of andere documenten. In België heeft de Raad van State in een advies gezegd dat enkel een grondwetswijziging een afscheiding kan rechtvaardigen. Daar een bijzondere meerderheid in noord en zuid nodig is om een dergelijke wijziging door te voeren, is de verwezenlijking ervan echter weinig realistisch. Wordt er geen akkoord tussen Vlaanderen en Wallonië gevonden, is de enige optie dus een ‘harde’ breuk, met alle mogelijke gevolgen van dien.

Wannes is eindredacteur en journalist. Hij werkt sinds 2021 mee aan Doorbraak.

Meer van Wannes Bok

Mathijs Schiffers beschrijft in ‘Brexit, Brussel, Brabant’ op een verstaanbare manier het reilen en zeilen van de Europese Unie. Het werk is ons boek van de week, verkrijgbaar tegen een voordeelprijs.

Commentaren en reacties