JavaScript is required for this website to work.
post

Reizen door Turkije na de staatsgreep

Meer brood dan spelen

Bart Maddens1/8/2016Leestijd 4 minuten

Het is rustig tussen de ruïnes (van de democratie) in Turkije.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er waren de voorbije weken twee manieren om de sfeer te proeven van het Turkije na de staatsgreep. Je kon naar Beringen of Genk gaan, of je kon naar Turkije reizen. Mijn vrouw en ik kozen voor die tweede optie. Maar het was natuurlijk toeval dat een al langer geplande rondreis door Zuid-Turkije van start ging de dag na de staatsgreep.

De eerste halte is het supertoeristische Antalya. Alhoewel, de toeristen laten het overduidelijk massaal afweten. Het historische centrum biedt een trieste aanblik, met lege terrasjes. De schitterende antieke sites rond Antalya (Perge, Aspendos, Termessos,…) liggen er desolaat bij. Je krijgt hier nog echt een Indiana Jones gevoel, alsof je de eerste bent die de ruïnes ontdekt.

’s Avonds maken we kennis met het fenomeen van de ‘democratische pleinen’, die een van de belangrijkste attracties zullen zijn tijdens onze reis. Op een plein vlak naast het historische centrum van Antalya troepen een paar duizend aanhangers van Erdoğan samen. Ze kijken naar de verslaggeving over de staatsgreep op grote videoschermen, luisteren naar toespraken en zwaaien enthousiast met Turkse vlaggen. Er worden gratis flesjes water en koekjes uitgedeeld. De tweede avond is het weer van dat, dit keer met nog meer volk. Dat zal nog een hele week doorgaan, zo vernemen we.

Via professioneel gemaakte propaganda op officiële borden worden de Turken opgeroepen om deel te nemen aan de anti-coup manifestaties. Zelfs op de elektronische borden langs de autostrades wordt de verkeersinformatie afgewisseld met anti-staatsgreep slogans. ‘Demokrasi kazandi’ (de democratie wint) lezen we het meest. Het is overigens merkwaardig dat die officiële propaganda al vanaf dag één na de staatsgreep (17 juli) het straatbeeld helemaal beheerst. Alsof de AKP vooraf wist dat de coup er zat aan te komen.

Na drie dagen Antalya trekken we met de auto het binnenland in. Onderweg zijn er verschillende politie-blokkades, maar we worden maar één keer echt tegengehouden. Een zwaarbewapende agent reageert nogal verbaasd als hij ziet dat we toeristen zijn en laat ons meteen door. Echt beangstigend is het niet.

Egirdir is een klein provinciestadje 150 km ten noorden van Antalya. Het ligt er ‘s avonds doods bij. Hier is er kennelijk geen ‘democratisch plein’. Maar als we ontgoocheld richting hotel trekken klinkt er opeens luide muziek vanuit het stadhuis. De politie laat thee en Turkse vlaggen aanrukken. Druppelsgewijs arriveren een paar honderd Turken op het plein. En dan neemt de manifestatie plots de vorm aan van een betoging. De kleine stoet manifestanten wordt gevolgd door een kolonne van luid toeterende auto’s. Waarheen gaat de tocht ? Naar ‘the army camp’ zo weet een van de deelnemers ons in gebroken Engels te vertellen. Spannend ! We sluiten ons met drie buitgemaakte Turkse vlaggen aan bij de betoging.

Een paar kilometer buiten Egirdir is er inderdaad een grote legerkazerne. Als we daar aankomen verschijnen er in de plaats van tanks een vijftal bulldozers, die met veel lawaai voor de ingang van de kazerne post vatten. Het opschrift ‘Egirdir Belediyesi’ (gemeente Egirdir) op de bulldozers verraadt dat het een actie is van het gemeentepersoneel. Militairen zijn hier in geen velden of wegen te bekennen. De kazerne wordt enkel bewaakt door drie agenten die op hun gemak staan te keuvelen met de actievoerders. Na korte tijd keren we terug naar het centrum waar we worden getrakteerd op watermeloen. Wat we hebben meegemaakt bleek een politiek toneeltje te zijn. Het was een rituele herhaling van de gebeurtenissen in Ankara en Istanbul : de civiele maatschappij redt de democratie door de militairen terug te dringen in de kazernes. Maar terwijl de manifestaties in Antalya nog iets spontaans en kermisachtigs hadden, gaat het hier overduidelijk om een door het regime georkestreerd evenement.

Wat later zijn we opnieuw aan de kust, in het toeristische badplaatsje Kaş. Zou er hier ook een ‘democratisch plein’ zijn ? Ja hoor. In Kaş neemt het de vorm aan van een banket. Voor een groot videoscherm staan wat stoelen en tafeltjes. We nemen plaats tussen de paar tientallen Erdoğan-fans en worden meteen bediend met thee, kaas, olijven, tomaten en pannenkoeken met honing. Handig, we kunnen hier dineren op kosten van Erdoğan. Opeens gaat iedereen rechtstaan als de burgemeester en zijn gevolg arriveren. Hij zal een speech geven, denken we. Maar nee, hij doet zich enkel maar tegoed aan het lekkers en praat wat met zijn aanhangers.

Het zijn brood en spelen. Maar de spelen vallen wat tegen. Op het videoscherm worden eindeloos steeds dezelfde archiefbeelden van de staatsgreep getoond. Er zijn ook reportages over de ‘democratische pleinen’ in andere steden, waar men eveneens voor videoschermen zit te kijken naar reportages over de ‘democratische pleinen’ elders. Een zelfvoedend media-fenomeen. De hele week lang is dat trouwens het menu op zowat alle Turkse zenders: interviews met AKP-partijbonzen, archiefbeelden over de staatsgreep en reportages over de ‘democratische pleinen’. De avond nadien is het scenario hetzelfde in Kaş. Maar dit keer is er nog minder volk. Het ‘democratische plein’ bloedt langzaam leeg en krijgt stilaan iets zieligs.

Reizen door post-coup Turkije was een bevreemdende ervaring. Er heerst onmiskenbaar een totalitair sfeertje. De foto’s van Erdoğan her en der, de propaganda op straat en op TV, de door de overheid georkestreerde steunmanifestaties, de grootschalige zuiveringen in het onderwijs, de pers, het gerecht en het ambtenarenapparaat, het doet allemaal – zacht uitgedrukt – weinig democratisch aan. Maar dat staat in schril contrast met het discours van de Turken zelf. De deelnemers aan de ‘democratische pleinen’ leken echt wel gedreven door een oprecht geloof in de democratie. Daarbij zetten ze zich voortdurend af tegen de Arabische landen. Turken zijn geen Arabieren, klinkt het steeds weer. Wij zijn democratisch, en zij niet. In Egypte kan een verkozen president worden afgezet door het leger, in Turkije niet. Hier wint de democratie.

Niemand gelooft dat Erdoğan misbruik maakt van de coup om een schijndemocratisch regime te installeren. Je hebt ook niet de indruk dat de Turken bang zijn om vrijuit te spreken over Erdoğan. Maar het discours over hem is vaak hybride. “Ik ben ook niet zo voor Erdoğan, maar…” hoor je vaak. En dan volgt een verhaal over de economische groei, de spectaculaire verbetering van de infrastructuur, het onderwijs, de gezondheidszorg… Overigens twijfelt niemand eraan dat Fethullah Gülen achter de staatsgreep zit.

En het idee dat de hele coup misschien wel een doorgestoken kaart was ? Dat is zo vreselijk heiligschennend dat we het hier echt niet ter sprake durven te brengen. Je weet maar nooit.

Foto © Reporters

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties