JavaScript is required for this website to work.
Commentaar

Twintig jaar geleden: het begin van de blauwe glijbaan

NieuwsBoudewijn Bouckaert25/2/2024Leestijd 3 minuten
Alexander De Croo en Bart De Wever (en achter De Croo nog Geert Noels) in 2010
in afwachting van een VRT verkiezingsdebat.

Alexander De Croo en Bart De Wever (en achter De Croo nog Geert Noels) in 2010 in afwachting van een VRT verkiezingsdebat.

foto © Belga

Een boodschap voor de liberalen: geef de N-VA gelijk!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De februarimaand van 2004 was voor politiek Vlaanderen heel bijzonder: de VLD raakte in een knoop met zichzelf over migratie en de N-VA begon via het kartelopstapje met CD&V aan haar steile opgang.

De februari-omwenteling

Op 6 en 7 februari hield de VLD haar wereldberoemd migrantencongres, waarmee het blauwe koningsdrama begon. En op 14 februari hield het duo Leterme-Bourgeois het Vlaams kartel boven de doopvont. Op één week werd het politieke landschap in Vlaanderen dooreengeschud. In de twintig jaar nadien is blauw verder blijven wegzakken. In de verkiezingen van 2003 haalden de liberalen nog 24,3 %. De laatste opiniepeilingen geven blauw nog amper 8 %, een verdamping met meer dan 16 %. Hoe is het zover kunnen komen?

Beloftevolle VLD

De VLD van de jaren negentig had alle troeven in handen om in Vlaanderen uit te groeien tot de dominante centrumrechtse partij. De partij beukte in op het compleet uitgewoonde, neo-corporatistische bestuur van de CVP en haar secondant de SP. De partij combineerde een modern liberaal economisch programma met sterk Vlaamsgezinde eisen die doen denken aan het N-VA-confederalisme én met ethische vernieuwingen die te lang ‘à l’Italienne’ door het CVP-veto werden geblokkeerd. Hoe werd dit politieke kapitaal verkwanseld?

Op zoek naar nieuwe vijanden

Vooreerst door de coalitiekeuze in de regeringen Verhofstadt I en II. Door samen met rood-groen in bed te duikelen kon de VLD niet langer het socialistisch corporatisme tot vijand nummer één uitroepen. Dus gingen ze op zoek naar nieuwe vijanden. Die waren vlug gevonden: de (Vlaams) nationalisten (of fascisten, of nazi’s: je kiest maar) en de conservatieven. De rode coalitiepartners keken welwillend toe.

Maar met nieuwe vijandbeelden transformeert men ook zichzelf. De VLD vervelde van een centrumrechtse partij tot een hippe, postmodernistische club waarin homorechten, euthanasie en Abortus de klassiek-liberale sociaaleconomische thema’s van de affiche verdrongen.

Regeren ‘à tout prix’!

Vervolgens was er de ontembare drang van de blauwe elite om kost wat kost aan de regeringsknoppen te blijven zitten. Daar heeft blauw weliswaar geen monopolie op. Bij de christendemocraten is het aan de macht blijven zelfs een ideologisch doel op zichzelf. Zijn ze immers niet ‘geschapen’ om te besturen? Maar bij de blauwen lag dit wel anders. In hun narratief was regeringsdeelname geen doel op zich alleen maar een middel om hun ideologisch geïnspireerde hervormingsplannen zo goed en zo kwaad mogelijk te realiseren. Zeker onder Verhofstadt II botste de blauwe regeringspraktijk almaar heftiger met dit narratief.

Omdat in de verkiezingen van 2003 de socialisten met Stevaert flinke winst hadden geboekt, eisten zij meer van de regeringskoek. Het conflict kristalliseerde zich rond het vreemdelingenstemrecht – verkeerdelijk ’migrantenstemrecht’ genoemd want migranten met Belgische nationaliteit hebben uiteraard stemrecht. Het probleem ontplofte op het fameuze congres van 7 februari, waar de met bussen aangevoerde partijgetrouwen Verhofstadt het fiat gaven om de VLD naar de verdoemenis te regeren. De rechtervleugel verliet de partij en sindsdien is ook een almaar groter deel van de Vlaamse middenklasse afgehaakt. Om haar heil te zoeken in andere politieke tenten: de N-VA en het Vlaams Belang.

Geef N-VA zijn zin

De neergang van het partijpolitiek liberalisme in Vlaanderen is eigenlijk paradoxaal, want een groot deel van de Vlamingen denkt, zowel op persoonlijk-ethisch vlak als op sociaaleconomisch vlak, vrij liberaal.

Het zal veel werk en tijd vragen om het ‘liberalisme onder het volk’ opnieuw te vertalen in een ‘liberalisme op de stembrief’. De eerste stap op het pad naar herstel ligt voor de hand: in de wetenschap dat een groot deel van de blauwe schapen de N-VA-stal hebben opgezocht moet de liberale partij de angel uit de communautaire kwestie te halen. Hoe? Wel ja, geef N-VA op dat vlak (grotendeels) zijn zin. Dwing een of andere vorm van Confederalisme af (of radicaal federalisme-what’s in a word?) waarbij verdere bevoegdheden zoals de [gezondheidszorg} worden geregionaliseerd en waarbij de deelstaten fiscaal verantwoordelijk worden gemaakt.

Daardoor verliest N-VA zijn ‘unique selling position’. Eens Vlaanderen sociaaleconomisch volledig op eigen poten staat verdwijnen Magnette en de [transfers} voor een groot stuk uit het politieke discours en gaat het exclusiever over het beleid in de ‘Civitas Flandriae’. En daar kan een hernieuwde Vlaams-liberale beweging ongehinderd haar sterke ideologisch-programmatorische troeven uitspelen zonder dat die doorkruist worden door communautaire discussies.

De huidige Open Vld-leiding heeft daar blijkbaar geen oren naar. Hun voetjes zitten met Belgicistische lijm vastgeplakt aan hun verder afsmeltende electorale ijsschots en die houdt het zeker geen twintig jaar meer uit.

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Meer van Boudewijn Bouckaert

Waarom blijven sommige culturo’s met bijna ware doodsverachting de meerderheid van de bevolking schofferen? Hebben ze niets geleerd van Hillary Clinton?

Commentaren en reacties