Van thuisblijfmoeder naar het parlement… en terug
Een pleidooi voor evenwicht tussen werk en gezin
Roosmarijn Beckers (VB)
foto © Sander Carollo / Doorbraak
Misschien biedt de huidige situatie ons de kans om na te denken of we werk en gezin niet beter kunnen combineren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAls student geschiedenis was ik erg begaan met de ‘vrouwenzaak’. Ik schreef mijn verhandeling over de eerste vrouwelijke staatssecretaris van België. Na mijn master geschiedenis wilde ik graag lesgeven. Ik dacht dat een job in het onderwijs goed combineerbaar was met het moederschap. Dit bleek in de realiteit echter niet steeds zo te zijn. Het leven van een beginnende leerkracht is heel onzeker: je leeft van interim tot interim.
Ik vond het bovendien absurd om mijn dochter naar een crèche te brengen in de periodes dat ik geen werk had. Na veel wikken en wegen en na de geboorte van onze derde dochter besloot ik te stoppen met lesgeven en voltijds bij mijn kinderen te blijven. Ik ondersteunde mijn man van thuis uit in de uitbouw van zijn advocatenpraktijk. Ik vond de taak die ik thuis uitvoerde zeer waardevol. Mijn keuze kon echter op weinig begrip rekenen van de buitenwereld. Deze ging in tegen het dominant cultuurpatroon van het tweeverdienersmodel en leidde tot onbegrip ten opzichte van mijn ‘afwijkend’ gedrag.
Geen maatschappelijke relevantie?
Een vrouw die gestudeerd heeft en volledig afhankelijk is van haar man? Zelfs bij Kind en Gezin kreeg ik de raad om mijn dochters toch maar naar de crèche te sturen, want kinderen die niet naar de opvang gaan worden toch niet sociaal? In de apotheek, in de winkel,… overal vroeg men mij wanneer ik nu eindelijk weer zou gaan ‘werken’. Het maakte mij als jonge moeder erg onzeker. Werkte ik dan niet? Had het opvoeden van drie kleine kinderen geen maatschappelijke relevantie? Toen zag ik mijn eerste leeftijdsgenoten uitvallen. Werk en gezin combineren bleek toch niet zo evident en leidt bij sommige moeders en vaders zelfs tot burn-out en depressie.
Eind 2018 werd mij gevraagd om op de lijst te staan voor de verkiezingen van het Vlaams parlement. Er was een reële kans dat ik verkozen zou raken. Omdat de kinderen ondertussen al wat groter waren nam ik deze uitdaging aan. In mei 2019 raakte ik verkozen als parlementslid. Er begon een heel nieuw leven van pendelen en werk en gezin combineren. Opnieuw begonnen de vragen: hoe zou ik dit ooit gecombineerd krijgen met drie kinderen? De combinatie lukte echter wonderwel. Het parlementair werk is boeiend, leerrijk en afwisselend. Het veel van huis weg zijn vroeg enige organisatie, maar alles liep erg vlot, mede door de flexibiliteit van mijn man.
De kans om na te denken
Hieraan kwam vorige week abrupt een einde. Plots werd ik, net als honderdduizenden Vlamingen met mij, verplicht om thuis te blijven, thuis te werken en de kinderen op te vangen. Van thuisblijfmoeder naar het parlement… en terug.
Misschien biedt de huidige situatie ons de kans om na te denken over de combinatie tussen werk en gezin. Twee buitenshuis werkende ouders zijn de norm. Als gevolg hiervan zijn we in onze dagelijkse race tegen de tijd almaar meer taken gaan uitbesteden. De zorg en opvoeding van de kinderen wordt een taak van crèches en scholen. Leerkrachten klagen dat ze meer met opvoeden bezig zijn zodat ze nauwelijks nog kunnen lesgeven.
Het gevoel dat het niet anders kan
Onlangs opende minister van Werk Hilde Crevits de jacht op de huisvrouwen en -mannen. Vrouwen, maar ook mannen, die er vrijwillig voor kiezen om zonder enige vorm van compensatie thuis te blijven en de zorg voor het gezin op zich nemen moeten dringend worden ‘geactiveerd’. Alsof voor een gezin zorgen geen ‘activiteit’ is.
Veel ouders gaan met twee werken omdat ze het gevoel hebben dat het niet anders kan. Ik hoop dat de huidige situatie ons de kans biedt om te zien of we werk en gezin niet beter kunnen combineren. We slagen er in deze periode wonderwel in om allerlei vormen van thuiswerk op poten te zetten. Dit kunnen we blijven doen, ook als het coronavirus verslagen is.
Een waardevolle en essentiële taak
Vrouwen en mannen hebben vandaag de dag meestal geen keuze. Om de rekeningen te betalen moeten ze met twee buitenshuis gaan werken. Deze crisis toont ons echter wat een waardevolle en essentiële taak huisvaders en -moeders spelen in onze samenleving. In plaats van deze mensen te willen ‘activeren’ op de arbeidsmarkt zou de overheid er voor moeten zorgen dat onze ouders de keuze hebben tussen buitenshuis werken of zich thuis inzetten voor het gezin. Een hedendaags opvoedersloon gedurende de eerste levensjaren van een kind, bijvoorbeeld tot de leerplichtleeftijd, kan een echte vrije keuze garanderen.
Het evenwicht tussen werk en gezin moet worden hersteld. We moeten komen tot een situatie waarin het tweeverdienersmodel niet langer de enige geldende norm is. Het opvoeden van kinderen is volwaardige arbeid en de ouder die er voor kiest om thuis te werken mag niet gestraft worden. Als er één ding is dat deze crisis ons kan leren is dat gezondheid en geluk moeten primeren op het dogma van de eeuwige economische groei.
Categorieën |
---|
Roosmarijn Beckers studeerde geschiedenis aan de KU Leuven en volgde er ook een lerarenopleiding geschiedenis, kunst en muziek. Ze is lid van het Vlaams Parlement voor Vlaams Belang en moeder van drie kinderen.
Het herstel van het vertrouwen in de politiek gaat hand in hand met het lossen van politieke oogkleppen. Zoals het cordon sanitaire.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.