JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Ver zat Homans er nochtans niet naast

Standpunt

Peter De Roover19/8/2013Leestijd 7 minuten

Het hele weekeinde regende het bagger over het hoofd van Liesbeth Homans die in De Standaard wat onhandig het ene cliché wilde bestrijden en zich daarmee blijkbaar in het kamp van het andere plaatste. Er klonk ook veel applaus wat leert hoe gespannen en onvruchtbaar het debat over samenleven verloopt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wat dacht u van cliché A: ‘Vlamingen zijn racisten’? Of verkiest u B: ‘allochtonen misbruiken het racismeverwijt om zich alles te kunnen veroorloven’? Clichés zijn het, met andere woorden: brutale veralgemeningen die wel wortelen in een realiteit en dus een grond van waarheid bevatten. Wie zich in het ene cliché kan vinden, noemt het andere uiteraard een verzinsel, een pure leugen zelfs.

Omdat ze veralgemenen, hinderen ze een correct debat. Maar wee wie het taboe rond zo’n cliché wil breken. De zenuwen rond wat de samenlevingsproblematiek wordt genoemd staan zeer strak gespannen. Volg de sociale media een half uur en je merkt dat nuance door het gros van wie zich in de discussie mengt blijkbaar gezien wordt als zwakheid en zelfs een vorm van collaboratie met de overzijde. Elk woord dient gewikt en gewogen, want wie één van beide clichés wil ontkrachten, loopt een hoge kans meteen in het kamp van het andere gestopt te worden. Blijkbaar moet je aanhanger zijn van één van beide stereotyperingen.

Vraag het aan Liesbeth Homans, de geprofileerde Antwerpse N-VA-schepen, ook wel eens ‘de rechterhand van Bart De Wever’ genoemd. Die mocht voor dS weekblad, de bijlage bij de weekeinde-editie van De Standaard, naar Villa Hellebosch. Elke week brengen twee mensen daar de avond, de nacht en de ochtend door op uitnodiging van de redactie die er ruim verslag van uitbrengt in de krant. Liesbeth Homans werd gekoppeld aan Sven De Ridder van het Echt Antwaarps Theater. Het beeld van Homans als ‘stuurse tante’ werd in het tien pagina’s lange artikel flink bijgestuurd, ware het niet dat het ook ging over…

Juist ja, het moet die avond ook over racisme gegaan zijn, met volgende neerslag in de krant van zaterdag als resultaat:

Leren met den Bompa

Geduld oefenen en vrolijk zijn. Het komt allemaal wel. De Ridder vertelt hoe belangrijk ’tegencasting’ was in zijn loopbaan: mensen zoals Marc Punt en Erik Van Looy vroegen hem voor rollen waarvoor anderen hem nooit zouden vragen. Zoals de rol van pedofiel in Vermist. ‘En Jan Verheyen, natuurlijk. Die geloofde in mij.’ Van hem gaat het naar zijn verfilming van Los.

Homans kent de film én het boek van Tom Naegels, maar benadrukt dat er sinds de publicatie in 1995 veel veranderd is in Antwerpen: ‘Borgerhout is ondertussen zo’n cliché. Als bestuurder van een stad mag je een wijk nooit opgeven, hoe moeilijk die ook is: Borgerhout, Antwerpen-Noord of Moretusburg in Hoboken. Maar je moet wel de problemen bij hun naam durven noemen en oplossen. Niet doen alsof alles peis en vree is – dat is hypocriet. Migratie heeft zeker voordelen. Maar ook nadelen. Het eeuwige happy verhaaltje dat diversiteit alleen maar goede dingen heeft gebracht, daar doe ik echt niet aan mee. De mainstream-Antwerpenaar gelooft dat niet meer. En ikzelf al zeker niet.’

Is er nog veel racisme in Antwerpen?

HOMANS: ‘Racisme is een relatief begrip. Ik vind het jammer dat het woord tegenwoordig zo snel in de mond wordt genomen. Is er nog racisme? Wellicht wel. Van de autochtone naar de allochtone bevolking? Wellicht wel. Omgekeerd? Dat ook. Maar racisme wordt vandaag vooral als een excuus voor persoonlijke mislukkingen gebruikt.’

‘Mijn twee kinderen spelen basket, allebei in ploegen die voor de helft uit allochtonen bestaan. Die clubs draaien volledig op vrijwilligers: mama’s en papa’s die de toog doen, shirtjes wassen en fluiten. Wij zijn met tien en het zijn altijd dezelfde vijf die het werk moeten doen – “de moeder van den Ömer zie je hier nooit”, hoor je dan. Dus moet je naar de ouders van Ömer toestappen en met handen en voeten uitleggen dat het de gewoonte is dat je hier ook eens bier tapt. En als dat moeilijk ligt: geef dan de koffies en de thees. Is dat racisme? Nee, dat is onbegrip aan twee kanten.’

‘Ja, er is nog altijd een grond van racisme. Maar veel minder dan we zelf denken. Hoe meer we spreken over racisme, hoe meer we het voeden.’

Toch blijkt steeds opnieuw dat Mohammed moeilijker een huis kan huren dan Sven of Liesbeth.

DE RIDDER: ‘Die kopen meestal een huis, die huren doorgaans niet.’

Stel dat Mohammed toch een huis wil huren?

HOMANS: ‘Ik zeg niet dat we niet meer mogen spreken over discriminatie van allochtonen. Maar we mogen vooral niet overdrijven. Laat ons een kat een kat noemen. Er is nog altijd een kleine groep van allochtonen die het verbrodt voor de hele gemeenschap. Moeten we doen alsof Mohammed die een portefeuille op tram 12 pikt, de grootste crimineel van de wereld is? Nee. Maar doen alsof er niets aan de hand is in Antwerpen, dat is gewoon hypocriet.’

DE RIDDER: ‘Ik kan er mij helemaal in vinden.’

Bent u ooit zelf getuige geweest van racisme, op straat of elders?

DE RIDDER: ‘In films heb ik racisme gezien, ja. Maar daarbuiten niet, nee.’

HOMANS: ‘”Getuige van racisme?” Jullie doen alsof het een gruwel is, een misdaad tegen de menselijkheid. De Vlaming is soms zó beschaamd over de eigen taal of cultuur. Als je andere partijen hoort over de cursus Nederlands, dan lijkt het wel alsof het een lijfstraf is. “Nederlands leren? Zot! Gij vuile fascist!”.’

Is die weerstand nog zo heftig?

HOMANS: ‘Bij Groen, SP.A en PvdA word je nog altijd scheef bekeken als je op het belang van het Nederlands hamert. Patrick Janssens was daar anders in, maar hij zat op een andere lijn dan de SP.A-leiding. Ik ken woonblokken op Linkeroever waar 150 nationaliteiten samenleven. Is het dan zo raar dat ik vraag dat die mensen Nederlands kunnen?’

DE RIDDER: ‘Er komen nog altijd allochtonen naar me toe die met VTM Nederlands hebben geleerd, door naar Bompa te kijken. Ik stel voor, Liesbeth, dat je in die blokken massaal dvd’s verspreidt. Dan is dat probleem rap opgelost.’ (lacht)

Gechoqueerd

Homans heeft het geweten. Het hele weekeinde werd de bagger met kruiwagenladingen over haar uitgekieperd. Haar poging om het taboe rond cliché A te doorbreken werd vertaald als een poging om cliché B te versterken. Volgens een weekeindkrant kwam ‘de rechterhand van Bart De Wever in opspraak’. Naima Cherkaoui, directeur van het Minderhedenforum, is ‘gechoqueerd’ en Jozef De Witte, directeur van het Centrum van Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, ‘vindt de uitspraken zorgwekkend’. We kennen alleen de reacties in de maandageditie van De Standaard; de andere kranten liggen nog niet voor.

Aan de andere zijde waren er dan de velen die vonden dat ‘het eindelijk eens werd gezegd’. Uiteraard, en dat droeg bij tot de beeldvorming, kon Homans daarbij ook rekenen op applaus bij de mensen die cliché B aanhangen.

Laten we eerlijk zijn. Homans wilde het gebrek aan nuance in het debat nuanceren en kwam daarbij zelf wat ongenuanceerd uit de hoek. Niet elk woord klonk even afgewogen. Dat het een korte weerslag is van een lang gesprek speelt mee. Lees de vraag of ze getuige is geweest van racisme. Haar antwoord daarop lijkt over iets heel anders te gaan, namelijk over de vraag of en in welke mate kennis van het Nederlands mag geëist worden. Nauwkeurige lezing doet vermoeden dat hier sprake is van redactionele slordigheid en dat er een stuk uit werd weggeknipt waardoor de logica verdween. Vreemd dat zoiets er bij de laatste lezing voor publicatie niet werd uitgehaald, want we mogen toch vermoeden dat Homans of een partijwoordvoerder de tekst vooraf nauwkeurig hebben nagelezen.

Aanhangers van cliché A maakten van enkele onhandigheden graag gebruik om alle registers open te trekken. Cherkaoui was dus gechoqueerd maar bij haar lezen we bijvoorbeeld: ‘Soms nemen mensen het woord “racist” misschien te snel in de mond, maar ik begrijp dat. Het is normaal dat je op den duur overgevoelig wordt.’ Stel je de heisa voor als Homans zou gezegd hebben: ‘Soms zijn mensen wel eens racistisch, maar ik begrijp dat. Het is normaal dat je op den duur overgevoelig wordt.’ Je wil gewoon niet weten hoe ze zou worden fijngemalen.

Homans’ niet in alle bewoordingen even handige poging om een cliché te ontkrachten is spijtig genoeg mislukt. Toch blijft het gewoon de hele waarheid dat beide clichés dringend op de vuilnishoop moeten, zonder de onderliggende realiteit te ontkennen. Neen, Vlamingen zijn niet allemaal racisten maar er lopen er wel te veel rond; neen, allochtonen zijn niet allemaal lijntrekkers die zich graag wentelen in de rol van slachtoffer van racisme maar teveel allochtonen doen dat wel.

Ver van de waarheid zat Homans alleszins niet. Enkele aanpassingen zouden volstaan hebben. Een versie zoals deze bijvoorbeeld:

Is er nog veel racisme in Antwerpen?

HOMANS: ‘Racisme, zoals de term in de praktijk dikwijls wordt gebruikt, is een relatief begrip. Ik vind het jammer dat het woord tegenwoordig zo snel in de mond wordt genomen. Is er nog racisme? Uiteraard. Van de autochtone naar de allochtone bevolking? Zonder twijfel. Omgekeerd? Dat ook. Maar racisme wordt vandaag ook dikwijls als een excuus voor persoonlijke mislukkingen gebruikt.’

‘Mijn twee kinderen spelen basket, allebei in ploegen die voor de helft uit allochtonen bestaan. Die clubs draaien volledig op vrijwilligers: mama’s en papa’s die de toog doen, shirtjes wassen en fluiten. Wij zijn met tien en het zijn altijd dezelfde vijf die het werk moeten doen – “de moeder van den Ömer zie je hier nooit”, hoor je dan. Dus moet je naar de ouders van Ömer toestappen en met handen en voeten uitleggen dat het de gewoonte is dat je hier ook eens bier tapt. En als dat moeilijk ligt: geef dan de koffies en de thees. Is dat racisme? Nee, dat is onbegrip aan twee kanten.’

‘Ja, er is nog altijd een grond van racisme. Maar gelukkig veel minder dan we zelf denken. Hoe meer we spreken over racisme, hoe meer we het voeden. Sommige autochtonen gaan het dan een normaal gedrag vinden, sommige allochtonen zien er dan een gemakkelijk excuus voor alles in.’

Toch blijkt steeds opnieuw dat Mohammed moeilijker een huis kan huren dan Sven of Liesbeth.

DE RIDDER: ‘Die kopen meestal een huis, die huren doorgaans niet.’

Stel dat Mohammed toch een huis wil huren?

HOMANS: ‘Ik zeg niet dat we niet meer mogen spreken over discriminatie van allochtonen. Maar we mogen ook niet overdrijven. Laat ons een kat een kat noemen. Er is nog altijd een kleine groep van allochtonen die het verbrodt voor de hele gemeenschap. Moeten we doen alsof Mohammed die een portefeuille op tram 12 pikt, de grootste crimineel van de wereld is? Nee. Maar doen alsof er niets aan de hand is in Antwerpen, dat is gewoon hypocriet.’

DE RIDDER: ‘Ik kan er mij helemaal in vinden.’

Bent u ooit zelf getuige geweest van racisme, op straat of elders?

DE RIDDER: ‘In films heb ik racisme gezien, ja. Maar daarbuiten niet, nee.’

HOMANS: ‘”Getuige van racisme?” Wanneer spreek je van racisme? Sommigen doen alsof het een gruwel is, een misdaad tegen de menselijkheid om zelfs maar Nederlands te moeten leren. De Vlaming is soms zó beschaamd over de eigen taal of cultuur. Als je andere partijen hoort over de cursus Nederlands, dan lijkt het wel alsof het een lijfstraf is. “Nederlands leren? Zot! Gij vuile fascist!”.’

Is die weerstand nog zo heftig?

HOMANS: ‘Bij Groen, SP.A en PvdA word je nog altijd scheef bekeken als je op het belang van het Nederlands hamert. Patrick Janssens was daar anders in, maar hij zat op een andere lijn dan de SP.A-leiding. Ik ken woonblokken op Linkeroever waar 150 nationaliteiten samenleven. Is het dan zo raar dat ik vraag dat die mensen Nederlands kunnen?’

DE RIDDER: ‘Er komen nog altijd allochtonen naar me toe die met VTM Nederlands hebben geleerd, door naar Bompa te kijken. Ik stel voor, Liesbeth, dat je in die blokken massaal dvd’s verspreidt. Dan is dat probleem rap opgelost.’ (lacht)

Nagel op de kop toch?

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

 

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties