JavaScript is required for this website to work.
post

Verbeelde bomen

Geslaagde groepsexpo ‘Boomdromen’ in Verhaerenmuseum

Patrick Auwelaert11/6/2022Leestijd 4 minuten
Patrick Van Caeckenbergh, ‘Drawings of Old Trees on Wintry Days’, potlood en
verf op papier, 2007-2014.

Patrick Van Caeckenbergh, ‘Drawings of Old Trees on Wintry Days’, potlood en verf op papier, 2007-2014.

foto © Fotorama, courtesy Zeno X Gallery, Antwerp

Zeven Belgische kunstenaars tonen in het Emile Verhaerenmuseum de boom zoals hij leeft in hun verbeelding: ‘Boomdromen’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In het Emile Verhaerenmuseum in Puurs-Sint-Amands is momenteel een thematische groepstentoonstelling te zien onder de titel Boomdromen. Conservator Rik Hemmerijckx koppelde eens te meer het oeuvre van schrijver Emile Verhaeren op geslaagde wijze aan dat van moderne en hedendaagse beeldend kunstenaars. Het gaat om de Belgen Donatella Bianchi, Frank Depoorter, Johan De Wilde, Roel Jacobs, Léon Spilliaert, Koenraad Tinel en Patrick Van Caeckenbergh. Zoals blijkt uit de bescheiden catalogus wil de expo ‘een hommage zijn aan de boom in al zijn glorie; een hommage aan de boom die mede het leven op aarde mogelijk maakt’. De zeven geselecteerde kunstenaars tonen ons de boom zoals hij leeft in hun verbeelding: boomdromen. Het literaire luik van de tentoonstelling omvat gedichten van onder meer Peter Holvoet-Hanssen, Victor Hugo, Pablo Neruda, Rainer Maria Rilke, Paul Valéry en Jacques Prévert, en ook eerste drukken van Verhaeren waarin boomgedichten voorkomen.

Collectief visueel geheugen

Verhaerens boomgedichten zijn opgenomen in bundels als Les Soirs (1888), La Multiple splendeur (1906) en La Guirlande des dunes (1907). Een door Ton Oosterhuis vertaald fragment uit het gedicht ‘L’arbre’ (1906):

En ik heb hem omhelsd, zo heftig, zo vurig,
Met zo veel liefde, dat ik zijn ritme voelde,
Dat mij doordrong en met zijn kracht gedurig
Mijn hart bereikte en in mijn aderen woelde,
(…)

Bomen zijn om diverse redenen een dankbaar onderwerp voor beoefenaars van bijna elke kunstvorm: met hun wortels diep in de grond en hun takken hoog in de lucht vormen ze een verbinding tussen hemel en aarde. Verschillende godsdiensten en volkeren hebben er dan ook betekenis aan gegeven. We denken dan bijvoorbeeld aan de levensboom of aan de boom van de kennis van goed en kwaad uit het aards paradijs, zoals verhaald in de Bijbel.

De vroegst bekende bomen op aarde dateren van ongeveer 380 miljoen jaar geleden. Alleen al daarom maken ze deel uit van ons collectief visueel geheugen. Als we de kunstgeschiedenis overlopen, dan zijn er tal van kunstenaars aan te wijzen die zich lieten inspireren door bomen. Onder hen namen als Van Eyck, Botticelli, Michelangelo, Arcimboldo en William Blake. Vooral met de opkomst van de romantiek en de doorbraak van het impressionisme kreeg de natuurbeleving veel aandacht. Kunstenaars trokken de natuur in om ‘en plein air’ landschappen, bomen en bossen vast te leggen. In de twintigste eeuw en ook vandaag nog beten en bijten kunstenaars als Egon Schiele, Salvador Dalí, David Hockney, Giuseppe Penone, David Nash, Ai Wei Wei en Berlinde De Bruyckere zich vast in bomen.

Thomas Min, courtesy Koenraad Tinel

Koenraad Tinel, ‘Over de oude kerselaars’, Oost-Indische inkt en bister, 2013, privécollectie

Getormenteerde ziel

De nestor van de zeven kunstenaars in het Verhaerenmuseum is Léon Spilliaert (1881-1946). Van hem is slechts één werk te zien, in Oost-Indische inkt en penseel op papier: Boomstammen en wortels (1939). Het oogt donker en somber. Artistiek gezien was de kunstenaar toen al lang over zijn hoogtepunt heen. Tijdens WOII schilderde hij overwegend bomenseries, een motief dat hem dierbaar was. Hij gebruikte hiervoor een eigen techniek, waarbij hij een transparante achtergrond in aquarel deed samengaan met Oost-Indische inkt. Zoals eerder met zijn indringende zelfportretten probeerde Spilliaert de getormenteerde ziel van de boom weer te geven.

Beeldhouwer en tekenaar Koenraad Tinel (1934) toont een serie tekeningen in Oost-Indische inkt en bister (geelbruine tot roetbruine inkt of verf). Voor zijn bomen en landschappen haalt hij de mosterd bij het Pajottenland en bij de nabijgelegen Congoberg in Galmaarden. Bruin is de overheersende kleur in de reeks. De vrolijkheid spat er niet vanaf. Tinel is dan ook een kunstenaar die zich moest bevrijden van de beklemmende katholieke wereld uit zijn jeugd en van het collaboratieverleden van zijn familie. Zijn werk is diepmenselijk en krachtig tegelijk.

Zandtekeningen

Roel Jacobs (1943) is fotograaf en beeldend kunstenaar. Als fotograaf heeft hij honderden bomen gefotografeerd en gedocumenteerd voor verschillende boekprojecten. In Boomdromen presenteert hij enkele foto’s van boomtekeningen die ontstaan zijn door een ingreep van de kunstenaar op een zandstrand in Bali. Het zijn zandtekeningen van bomen die verdwijnen met het komen en gaan van eb en vloed. De foto’s documenteren hun vluchtige bestaan. Het is in het begin wel even wennen aan Jacobs’ werk. Foto’s van zandtekeningen liggen dan ook niet voor de hand. Maar uiteindelijk kan je niet anders dan gefascineerd toekijken. Jacobs’ werk doet aan grottekeningen denken.

courtesy Donatella Bianchi

Donatella Bianchi, ‘Témoins immobiles’, Oost-Indische inkt, indigo en houtskool op papier, 2013

Van Donatella Bianchi (1951), geboren in België maar van Italiaanse komaf, hangen werken in Oost-Indische inkt, indigo (diepblauw pigment) en houtskool op papier aan de wand. Ook hier zijn de kleurtonen eerder duister en droefgeestig. Bianchi vindt haar inspiratie vooral in de bossen van de Franse Auvergne. Haar werk is stilistisch moeilijk in een categorie onder te brengen. Uit een amorfe, organische massa doemen spookachtige boomstronken, takken en stammen op als ‘onbeweeglijke getuigen’ (Témoins immobiles), zoals de titel van een van haar werken luidt.

Schitterend schiet tekort

Het werk van Patrick Van Caeckenbergh (1960) mocht in deze expo zeker niet ontbreken, want tussen 2006 en 2015 maakte hij een hele reeks tekeningen van solitaire, dikwijls monumentale, oude bomen in wintermodus. Dat laatste is van belang, want zo komt hun bladerloze, naakte architectuur en complexiteit het best tot zijn recht. Bijzonder aan Van Caeckenberghs bomen is dat ze, door hun vaak metersbrede stammen, exotisch en ook wel wat voorwereldlijk aandoen. Sommige zijn trouwens niet op bestaande exemplaren gebaseerd, maar ontsproten aan de verbeelding en intuïtie van de kunstenaar. Ze zijn zo meesterlijk en precies aan het papier toevertrouwd dat ze eruitzien als haarscherpe foto’s.

Nog een uitzonderlijk goede tekenaar is Johan De Wilde (1964). Van hem is ook een serie tekeningen op papier te zien in de expo. Ze lijken gemaakt met een plotter, maar het gaat wel degelijk om handwerk. De fijne, minuscule horizontale en verticale lijntjes die de kunstenaar tijdens een arbeidsintensief proces laag na laag aanbrengt, creëren een onscherp beeld waarin kwetsbaarheid en weemoed besloten ligt. De Wildes bomen zijn dan ook uitsluitend herkenbaar als tegen de abstractie aanleunende silhouetten. Het woord schitterend schiet hier tekort.

Donkere tonen

De zevende en jongste kunstenaar in de expo is de multidisciplinaire Frank Depoorter (1968). In Boomdromen manifesteert hij zich als schilder. Depoorter schildert niet rechtstreeks naar de natuur, maar doet tijdens wandelingen indrukken op die hij via de herinnering in zijn atelier aan het doek of papier toevertrouwt. Zijn werk vindt op het eerste gezicht het minst aansluiting bij bomen. Zijn doeken tonen geabstraheerde landschappen waarin de aanwezigheid van bomen eerder gesuggereerd wordt. Ook Depoorters kleurenpalet neigt naar donkere tonen.

Een opvallende constante in de expo is de afwezigheid van uitgesproken kleuren. Dat valt des te meer op omdat de ramen van de exporuimte in het Verhaerenmuseum permanent verduisterd zijn om de vele handschriften en eerste drukken van Verhaeren en tijdgenoten te vrijwaren van vergelend licht. Dat mag echter geen beletsel zijn om Boomdromen met een bezoek te vereren. De expo is het dubbel en dik waard.

Praktisch

De groepsexpo Boomdromen in het Verhaerenmuseum loopt nog tot 4 september 2022.
De catalogus in brochurevorm telt 16 bladzijden en kost twee euro.
Voor meer info: http://www.emileverhaeren.be/nl

Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.