Vergeten vragen van de voorbije week (38)
Elke week zijn er vragen die journalisten vergeten te stellen.
foto © Reporters
Deze rubriek beoogt enig sérieux, dus maken we geen vragen vuil aan dat belastingsplan van Groen. Er zijn wel andere Vergeten Vragen:
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOok de voorbije week werden veel vragen gesteld – en waren er ook vragen die te weinig of helemaal niet gesteld werden. Aan het begin van de nieuwe week kunnen er misschien nog enkele vragen opgeworpen worden. Zoals:
Waarom moet je als cartoonist natrappen naar vermoorde cartoonisten?
(Aan De Standaard-tekenaar LECTRR, die in de podcast van Alex Agnew schiet op vermoorde collega’s: ‘Charlie Hebdo heeft veel kapotgemaakt voor Noord-Afrikaanse cartoonisten. (…) Ik ken een aantal Tunesische cartoonisten, die wonen nu allemaal in Frankrijk. Zij zouden op een bepaald moment zelf wel geëvolueerd zijn richting islamkritiek. Charlie Hebdo was een uitloper van het kolonialisme’ (luister vanaf 51:35). Het getuigt van een bijzondere perversiteit om slachtoffers te verwijten wat daders hebben gedaan. Niet Franse cartoons hebben de ontluikende vrijheid in het Midden-Oosten versmoord: dat heeft de islam zelf gedaan.)
Wie betaalt de reiskosten van Youth for Climate?
(Aan de linkse fracties in het Europese Parlement, die jonge klimaatactivisten uit verschillende landen uitnodigden om een klimaatdebat bij te wonen in Straatsburg. Wie heeft de verplaats- en verblijfskosten voor die stunt betaald? Hoest Youth for Climate dat allemaal zelf op of valt het wel mee met die politieke neutraliteit? En hoelang is juffer Anuna eigenlijk naar school geweest vorige week?)
Welke vrijheden gaan we deze keer moeten opgeven?
(Aan alle opiniemakers die na terrorisme telkens weer waarschuwen voor de sluipende machtsgreep van veiligheidsdiensten, maar diezelfde waarschuwing níet herhaalden na de aanval op de moskeeën in Christchurch. Nochtans was minister van Justitie Koen Geens er als de kippen bij om de aanslag in Nieuw-Zeeland te gebruiken om de vrije meningsuiting verder te beknotten. Er liggen plannen klaar om de vrijheid op internet aan banden te leggen en er zijn ministers die élke aanslag dankbaar aangrijpen om die plannen uit te voeren.)
Waarom hanteert een jeugdhuis de regels van een moskee?
(Aan schepen van Jeugd Elke Decruynaere, die in de wijk Nieuw-Gent een Jeugdhuis opende met gescheiden ruimtes voor jongens en meisjes, aparte openingsuren voor meisjes en een ‘meditatieruimte’ waar gebedsmatjes voorzien zijn. Het haalde de regiobladzijden van 2 kranten. Nieuw-Gent is een heel ‘diverse’ wijk en het Jeugdhuis wordt vooral bezocht door ‘jongeren met een moslimachtergrond’, maar het wordt natuurlijk wel weer gefinancierd met uw belastinggeld. Moet een jeugdhuis niet gewoon seculier zijn?)
Was godsdienst geen opium voor het volk?
(Aan Peter Mertens van de communistische PVDA, die na het vertrek van gemeenteraadslid Mohamed Chebaa nog eens beklemtoont waar zijn partij in gelooft: ‘Wij zijn tegen een verbod op onverdoofd slachten’. Chebaa, die de partij verlaat na een ruzie over de lijstvorming, had namelijk gezegd dat PVDA vóór een verbod op onverdoofd slachten was. Mertens haastte zich om dat recht te zetten. Er is nu eenmaal geen partij die uitdrukkelijker jacht maakt op de moslimstem dan precies de PVDA.)
Hoeveel slaven heeft Mansa Musa verkocht?
(Aan de journalist die een groot artikel wijdde aan Mansa Musa: ‘De allerrijkste man ooit’. De 14de eeuwse keizer van Mali wordt neergezet als een vrijgevige groothandelaar in goud en zout. Amper een woord over slavernij, terwijl Mali groot geworden is dankzij de transsaharahandel – waar slaven bij het belangrijkste handelswaar behoorden. In de politiek-correcte geschiedschrijving van tegenwoordig is slavenhandel natuurlijk een zaak van blanke booswichten – niet iets waar Arabieren en Afrikanen schatrijk mee werden.)
Welke ontvangers van overheidsgeld mogen kritiek geven op de overheid?
(Aan de bejubelde professor Francis Fukuyama, die zich ergert aan de Hongaarse regering: ‘Dat land krijgt 5% van zijn bbp in EU-subsidies, en is dus afhankelijk van Brussel. Dat maakt het des te ergerlijker dat Orbán de EU bekritiseert zoals hij nu doet’. Je hoort die redenering wel vaker: commentatoren herinneren graag aan de EU-subsidies als er vanuit (Oost-)Europese landen kritiek komt. Die opmerking hoor je nooit over bijvoorbeeld Vlaamse verenigingen, die vaak veel meer dan 5% van hun budget uit subsidies halen en toch zo graag bijten in de hand die hen voedt.)
Hoe slim is het om onderhandelingen voor te bereiden in het openbaar?
(Aan de christendemocraten, die de volgende staatshervorming willen voorbereiden in een commissie van het Vlaams Parlement. Op die manier kunnen de Franstaligen heel makkelijk volgen waarover de Vlamingen verdeeld zijn. CD&V wil niet alleen gaan jagen met de fanfare op kop: ze willen voor het begin van de jacht enkele jaren repeteren naast het bos, zodat alle dieren zeker en vast weggevlucht zijn voor de eerste jager vertrekt.)
Hoeveel islamitische censuur blijft verzwegen omdat er simpelweg te veel gevallen zijn?
(Aan de buitenlandredacties, die geen plaats hadden voor de Maleisiërs die in de gevangenis gegooid zijn omdat ze de valse profeet Mohammed beledigd hebben op Facebook. Onze media berichten enkel nog over islamitische blasfemieprocessen als de overtreders stokslagen of een andere archaïsche sharia-straf krijgen – en in Maleisië bestaat de straf gewoon uit 10 jaar gevangenis. Je kan het de buitenlandjournalisten niet eens kwalijk nemen, want er is elke week wel ergens een moslimland waar ze ‘een voorbeeld stellen’. En heus niet alleen Saoedi-Arabië.)
Hoe lelijk moet de afgebeelde allochtoon zijn om hélemaal politiek correct te zijn?
(Aan De Morgen-columniste Sabrine Ingabire, die een nieuw Onrecht heeft ontdekt: ‘Wanneer men diversifieert, focust men nog steeds op de mensen uit gemarginaliseerde groepen die aantrekkelijk zijn. Niet op de dikke bruine vrouw die maar niet wordt aangenomen’. Het is dus niet genoeg om allochtonen af te beelden: het moeten ook onaantrekkelijke allochtonen zijn, want anders is het toch nog altijd een soort racisme. Ingabire gaat dan ook gebukt onder haar schoonheid: ‘Dit zeg ik wetende dat ik een gemakkelijk voorbeeld ben van wat ik hier “aantrekkelijke diversiteit” zal noemen. Ik ben “welbespraakt”, ik ben “intelligent”, ik ben “mooi voor een zwarte vrouw”‘.)
Zijn islamitische psychologen écht een verkiezingsthema waard?
(Aan medialieveling Yasmien Naciri, die niet gelooft dat autochtone psychologen echt hulp kunnen bieden aan allochtone cliënten: ‘Hoe kan een psycholoog of psychiater iemand écht helpen als hij niet begrijpt hoe de patiënt voelt en denkt? (…) Wie zou hen beter kunnen begrijpen dan hulpverleners die hun referentiekader delen en weten hoe ze bepaalde gevoeligheden moeten benaderen? Mag dit ook een verkiezingsthema worden alstublieft?’.)
Wie had deze rode bocht kunnen voorspellen?
(Aan sp.a-voorzitter John Crombez, die in Brussel samen met de PS naar de kiezer trekt. Amper twee jaar geleden was Crombez nog spijkerhard voor de Brusselse PS: ‘Je mag geen enkele graad van perversiteit uitsluiten. Ik ben gedegouteerd. Het morele besef is weg’. Op Doorbraak werd toen meteen voorspeld dat de heilige verontwaardiging van de sp.a kortstondig zou zijn. Met de verkiezingen in het vooruitzicht kiest Crombez eieren voor zijn geld. Het zou om te lachen zijn, als het niet om te huilen was.)
Zit u zelf ook nog met vragen? Blijf er niet mee zitten. Stel ze hardop in een reactie op dit stuk.
Tags |
---|
Dominique Laridon (1978) zat eerst gewoon op Twitter, maar 140 tekens bleken toch iets te beperkt. Je hebt dan ook wat meer woorden nodig als je kanttekeningen wil plaatsen bij het publieke debat, licht wil laten schijnen op de manoeuvres binnen de binnenlandse politiek of uitgebreid wil treuren om de ondergang van het Avondland. Dominique heeft ergens in een lade een diploma politieke wetenschappen liggen, maar dat hoeft u niet ter sprake te brengen - het ligt gevoelig.
Voor deze rubriek weer een tijd onder water duikt: enkele vragen die zelfs in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen hardnekkig worden ‘vergeten’.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.