Vergeten vragen van de voorbije week (92)
Viroloog en cryptocommunist Marc Van Ranst: ondanks alle expertise toch gewoon weer de zoveelste blanke man volgens feministen.
Het coronavirus vergiftigt ook het opinieklimaat: kritische vragen bij het Belgische beleid liggen moeilijk.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOok de voorbije week werden veel vragen gesteld – en waren er ook vragen die te weinig of helemaal niet gesteld werden. Aan het begin van de nieuwe week kunnen er misschien nog enkele vragen opgeworpen worden. Zoals:
Wat hebben Marokkanen dat stervende Italianen niet hebben?
(Aan de Europese Unie, die in volle coronacrisis nog altijd 450 miljoen euro veil heeft voor het Noord-Afrikaanse koninkrijk Marokko. Hier was in onze media opvallend weinig ophef over: er verschenen vooral berichten om critici de mond te snoeren. Wat heeft Marokko gedaan om deze voorkeursbehandeling te verdienen?)
Wat onderscheidt de Europese Unie nog van België?
(Aan alle Vlaams-nationalisten, die ooit iets verwacht hebben van de Europese Unie. In het Europa van 2020 moet iedereen blind instemmen met financiële ‘solidariteit‘ zonder waarborgen, zonder transparantie en zonder rechtvaardige verdeling. Er volgen ronduit hysterische reacties als enkelingen daar vraagtekens bij durven plaatsen. Met andere woorden: de Europese Unie is gewoon een groot België.)
In welke parallelle realiteit leeft u?
(Aan Ivan De Vadder, die vindt dat de federale regering ‘flink op dreef‘ is: ‘De regering pakt de coronacrisis goed aan. Plots zie je al die ministers krachtige maatregelen nemen.’ Politieke ‘waarnemers’ zoals De Vadder volgen al jaren geen dossiers meer op: ze houden zich alleen nog bezig met de politieke stratego. Dus zitten we zelfs in volle coronacrisis met een batterij Wetstraatjournalisten die de federale regering prijzen, terwijl de strijd nog volop woedt en er elke dag nieuwe blunders aan het licht komen.)
Welke lessen willen we trekken uit deze crisis?
(Aan de samenstellers van de opiniebladzijden, waar nu al volop linkse conclusies getrokken worden: er is nood aan een grote overheid, de Europese Unie moet een superstaat worden, bedrijven moeten genationaliseerd worden, alle illegalen moeten geregulariseerd worden, het gevangenisbeleid moet op de schop, enzovoort. We moeten het virus nog verslaan, maar nu al probeert men de basis te leggen voor een relance op linkse leest. Onze progressieve vrienden weten: never waste a good crisis.)
Hoeveel verspilling is er in de zorgsector?
(Aan professor Erika Vlieghe, die hoopt dat er iets goeds komt uit de coronacrisis: ‘Ik hoop dat deze epidemie een eyeopener is die toont wat het risico is van eindeloze besparingen in de zorg.’ Corona zal nog jaren gebruikt worden om elke besparing dood te kloppen – en dat is jammer. Want het probleem is niet dat er te weinig geld naar zorg gaat: er is gewoon te veel verkwisting. Waardoor essentiële zorgtaken inderdaad schrijnend ondergefinancierd zijn.)
Worden we straks allemaal zoals Trump?
(Aan iedereen die de voorbije jaren gelachen heeft met de Trump-doctrine van handelsoorlog met China, ‘buy American‘ en ‘bring back manufacturing.’ Vandaag ontdekt iedereen dat de handelsrelatie met China ons kwetsbaar maakt, dat we mensen moeten oproepen om lokale producenten te steunen en dat we niet eens in staat zijn om zelf snel mondmaskertjes te maken. Geen enkele Vlaamse opiniemaker zal het ooit toegeven, maar misschien had Trump de voorbije jaren op economisch gebied wel het juiste idee?)
Hoeveel ambtenaren gaan straks helpen bij de oogst?
(Aan de Vlaamse en federale overheid, die zelfs contractuele ambtenaren niet op tijdelijke werkloosheid zetten: ‘Onthaalpersoneel, catering en schoonmaakploeg worden zoveel mogelijk ingezet waar er extra handen nodig zijn, onlangs bijvoorbeeld nog voor het verdelen van mondmaskers.’ Belastingbetalers moeten die larie maar slikken. Corona zou een mooi moment zijn om te kijken hoe flexibel het overheidsapparaat is, maar voorlopig bewijst de crisis vooral hoe machtig bepaalde lobby’s nog zijn.)
Hoe groot is de afkeer voor N-VA?
(Aan iedereen die blijkbaar besloten heeft om elke bokkensprong van het Belgisch beleid te verdedigen, alleen maar omdat men N-VA en Vlaams Belang niet in de kaart wil spelen. Journalisten en andere opiniemakers vinden het nu doodleuk OK dat de overheid mensen misleidt. Bij veel mensen is het ijzingwekkend simpel: tegen de N-VA, dus voor Wilmès en Van Ranst.)
Wat zouden journalisten doen zonder Hongarije?
(Aan de vele pennenridders die Hongarije bestempelen als ‘de eerste dictatuur in de Europese Unie.’ Wat zijn journalisten blij met Orban: dankzij hem kunnen ze nog eens pal staan voor de democratie. In eigen land leggen ze het volmachtenregime amper het vuur aan de schenen, maar wat zetten ze zich flink af tegen de tiran in Boedapest.)
Wou Groen niet de KMO-partij zijn?
(Aan Kristof Calvo, die in Knack bloemetjes smijt naar Paul Magnette: ‘De teksten die werden geschreven toen Magnette informateur was, waren het beste regeerakkoord dat ons land nooit heeft gehad.’ In een eerder Knack-interview snoefde Calvo nog: ‘Groen is de KMO-partij.’ Nu bewierookt hij een radicaal-links PS-programma. Calvo zegt eerder zelden iets inhoudelijks. Als het tóch eens gebeurt, wordt hij niet geconfronteerd met al zijn tegenstrijdigheden.)
Hoe overleven al die nachtwinkels in normale omstandigheden?
(Aan advocaat Abderrahim Lahlali, die meer geld wil voor de nachtwinkels: ‘Je kan hun openingstijd toch niet met 70 procent inkorten zonder tegemoet te komen aan een inkomstenverlies van meer dan 70 procent?.’ De nachtwinkels mogen openblijven én krijgen daarbovenop een premie van 3 000 euro, maar Lahlali wil dat de overheid elke cent compenseert. Dat is wel erg wrang, als het gaat over zo’n schimmige sector. Hoe zijn al die nachtwinkels eigenlijk economisch leefbaar, als ze zich allemaal strikt aan elke wet houden?)
Sinds wanneer is een trainingspak het uniform van de bourgeoisie?
(Aan armoede-expert Wim Van Lancker, die vreest voor de minderbedeelden: ‘Leerkrachten LO vragen om te joggen in het park en een foto in je joggingkleren door te sturen. Laat dat nu ongeveer de meest ‘middenklasse-achtige’ sportbeoefening zijn die er is. Je kan niet verwachten dat iedereen dat doet.’ De armen zijn kwetsbaar, maar sommige armoede-experts doen alsof je helemaal niets van hen kan verwachten.)
Wat zijn de kwaliteitsvereisten voor een column?
(Aan De Morgen, waar ze de échte gevaren van corona zien: ‘Ik ben de vele virologen en experts dankbaar dat ze nadenken over deze crisis en oplossingen bieden. Toch stoort het me dat ik tijdens praatprogramma’s meestal alleen maar mannelijke panels zie. Tijdens deze crisis lijkt het soms alsof de feministische golven nooit hebben plaatsgevonden.’ Je kan nog zo’n fan zijn van Marc Van Ranst: finaal is hij natuurlijk gewoon een zoveelste blanke man.)
Waar heeft Rousseau zo’n dubieus compliment aan verdiend?
(Aan de gewezen partijwoordvoerder van sp.a, die in Het Laatste Nieuws verklaart: ‘Steve Stevaert zou Conner Rousseau top hebben gevonden.’ Nu hebben wij zelf ook gemengde gevoelens bij de jonge sp.a-leider, maar zo een beschuldiging gaat te ver. King Connah geniet voorlopig het vermoeden van onschuld.)
Zit u zelf ook nog met vragen? Blijf er niet mee zitten. Stel ze hardop in een reactie op dit stuk.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Dominique Laridon (1978) zat eerst gewoon op Twitter, maar 140 tekens bleken toch iets te beperkt. Je hebt dan ook wat meer woorden nodig als je kanttekeningen wil plaatsen bij het publieke debat, licht wil laten schijnen op de manoeuvres binnen de binnenlandse politiek of uitgebreid wil treuren om de ondergang van het Avondland. Dominique heeft ergens in een lade een diploma politieke wetenschappen liggen, maar dat hoeft u niet ter sprake te brengen - het ligt gevoelig.
Voor deze rubriek weer een tijd onder water duikt: enkele vragen die zelfs in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen hardnekkig worden ‘vergeten’.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.