JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

VIER WOORDEN VOLSTAAN

Miel Swillens28/1/2017Leestijd 2 minuten

Zwijgen blijft toch nog altijd goud

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Alom, ook ter linkerzijde, wordt nu verkondigd dat het oké is de problemen te benoemen. Meer nog, Meyrem Almaci en andere coryfeeën die in de media worden opgevoerd, beweren mordicus dat benoemen het nieuwe normaal is geworden. Zelfs ‘tot het de strot uitkomt’, volgens een gepikeerde Johan De Poortere, voormalig VRT-journalist, in De afspraak (27/1). Maar dat is je reinste hypocrisie. Want – hola ! – zodra je de problemen benoemt, wordt het afweergeschut in stelling gebracht. Luckas Vander Taelen mag op dat punt een ervaringsdeskundige genoemd worden. Na haar publicatie van Entretien à Molenbeek werd ook schepen Annalisa Gadaleta (Groen-Ecolo) van ‘islamofobie’ en ‘veralgemenen’ beschuldigd. Eerder al werd studente Sofie Peeters voor haar film Femme de la rue, over het gedrag van Brusselse moslimmannen,op de korrel genomen en tot zelfkritiek gedwongen. Zodra de problemen in klare taal of duidelijke beelden worden gesteld, reageren de weldenkenden met amper vier woorden, twee werkwoorden en twee substantieven: veralgemenen / stigmatiseren / islamofobie / racisme. Meer hebben ze niet nodig om het debat lam te leggen.

Na de open brief van Mark Rutte Aan alle Nederlanders en de steun die hij daarvoor kreeg van Gwendolyn Rutten was het weer prijs. The usual suspects gingen in de media luidkeels aan het lamenteren over ‘veralgemenen’ en ‘stigmatiseren’ van moslims. De woorden ‘islamofobie’ en ‘racisme’ vielen net niet – toch niet openlijk – maar een goede verstaander wist wat er bedoeld werd. Het klaagkoor werd aangevoerd door de Vlaamse goeroe van de Hollandse weldenkendheid Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Die kon het in De afspraak (26/1) zelfs niet laten de Iraanse Darya Safai terecht te wijzen toen die het had over het vrouwonvriendelijke karakter van de hoofddoek en andere verhullende kledij.

Zeker, je mag de zaken benoemen, zolang je dat maar niet doet. En wil je dat per se toch doen, dan moet je ‘precies benoemen’ zoals Bart Sturtewagen van De Standaard het uitdrukte. Daarmee bedoelde hij dat je eindeloos moet nuanceren. De nu nagenoeg vergeten Nederlandse schrijver Godfried Bomans zei daar ooit iets heel zinnigs over: Je kan zodanig nuanceren dat je helemaal niets meer te vertellen hebt. Maar dat is net de bedoeling van onze inquisiteurs. Ze willen ons het zwijgen opleggen en zichzelf toch blijven zien als herauten van de vrije meningsuiting. In het Engels zegt men: They want to have their cake and eat it too.

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties