“Vijf minuten politieke moed” of de (scheef)groei van een oneliner
Bronnenonderzoek
voor dit soort precisie is er geen tijd bij andere redacties
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement“Alles wat u zegt, kan en zal tegen u worden gebruikt.” Naar aanleiding van Angela Merkels Wir schaffen das, lijstte Vicky Vanhoutte in dS AVOND (22 januari 2016) twaalf andere uitspraken op die “als een boemerang in het gezicht” terugkeerden. Tussen die twaalf stond ook de legendarische uitspraak van Yves Leterme tijdens de verkiezingscampagne 2004, dat vijf minuten politieke moed volstonden om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. Alleen: Leterme heeft die woorden toen nooit uitgesproken.
Vanhoutte is lang niet de eerste die het vaderschap van die vijf minuten politieke moed onterecht aan Yves Leterme toeschrijft. Tientallen andere journalisten, publicisten en politici zijn haar (elkaar afschrijvend of napratend) voorgegaan. Sinds het verschijnen, in oktober vorig jaar, van De wissel van de macht van Marc Van de Looverbosch, zouden ze evenwel beter moeten weten. In zijn boek “onthult” de VRT-journalist een goed bewaard Wetstraat-geheim: over de splitsing van BHV zei Leterme tijdens het VTM-kopstukkendebat 2004: “Er is maar vijf minuten nodig, vijf minuten dat jullie uw (sic) woord houdt (sic) in het federaal parlement.” Die ’iconische zin”, stelt Van de Looverbosch vast, is nadien “op nauwelijks na te speuren wijze verdraaid of geparafraseerd” tot “vijf minuten politieke moed”. Het is in de Wetstraat een begrip geworden en een eigen leven gaan leiden. Hoe dat gegaan is, is in het digitale tijdperk niet zo moeilijk na te speuren. Een reconstructie van de (scheef)groei van een Wetstraat-oneliner.
Kopstukkendebat
De historie begint inderdaad met het kopstukkendebat van de commerciële zender VTM op 11 juni 2004, twee dagen voor de Europese en regionale verkiezingen. Over de al jaren aanslepende kwestie van de splitsing van BHV komt het tot een felle woordenwisseling tussen CD&V-voorzitter Yves Leterme en eerste minister Guy Verhofstadt (en niet sp.a-voorzitter Steve Stevaert zoals in De wissel van de macht staat – het is helaas niet de enige onnauwkeurigheid).
Van de Looverbosch legt Leterme deze woorden in de mond:“Maar hé, BHV, ik zeg u, is er maar vijf minuten nodig, vijf minuten dat jullie uw woord houdt in het federaal parlement”. Die zin is echter de “verknipte” versie van het verbale duel, zoals ze op 17 mei 2009 op Canvas werd uitgezonden in het vierde en laatste deel van de reeks Het onvoltooide land. In feite verloopt de woordenstrijd zo:
Leterme: “Maar Brussel-Halle-Vilvoorde hé, Brussel-Halle-Vilvoorde, ik zeg u er kan, er kan zeer snel als men ons de kans geeft, zeer snel een sterke Vlaamse regering zijn. En er is, wat Brussel-Halle-Vilvoorde is er maar vijf minuten nodig, vijf minuten dat jullie uw woord houdt in het federale parlement. En voor het overige (…; Leterme gaat verder over de over te dragen bevoegdheden bij de volgende staatshervorming en over de vorige staatshervormingen).
Verhofstadt: “Ja, ja, ja, ik zeg maar één woord daarop: als het zo gemakkelijk is, als het zo gemakkelijk is, als het zo gemakkelijk is zoals meneer Leterme zegt dat ge het op vijf minuten kunt regelen, waarom heeft hij het dan de voorbije vijftig jaar niet gedaan? Dat is de vraag. Vijf minuten …”
Leterme: “Als ge vijf minuten woord houdt, als ge vijf minuten woord houdt”.
Het Laatste Nieuws
Voor zijn boek heeft Van de Looverbosch aan Leterme naar de oorsprong van “vijf minuten politieke moed” gevraagd. Leterme antwoordde dat hij gezegd heeft: “Eigenlijk moet men vijf minuten politieke moed hebben op een bepaald moment” toen Luc van der Kelen, de commentator van Het Laatste Nieuws, hem belde om een reactie te vragen op een bijeenkomst van Norbert De Batselier, de voorzitter van het Vlaams Parlement, en minister-president Bart Somers met de Vlaamse burgemeesters van Halle-Vilvoorde. “Die zin is de eerste keer gebruikt in Het Laatste Nieuws”, zei Leterme.
Dat Leterme tegenover Van der Kelen van “vijf minuten politieke moed” heeft gesproken, is hoogst twijfelachtig. Allereerst is van die reactie geen spoor te vinden in het archief van Het Laatste Nieuws. Bovendien is er nooit een ontmoeting geweest tussen De Batselier en Somers enerzijds en de burgemeesters van Halle-Vilvoorde anderzijds. Waarschijnlijk contamineert Leterme twee gebeurtenissen uit dezelfde periode. Op 13 mei 2004 overlegden Somers, minister Paul Van Grembergen en de partijvoorzitters Stevaert (sp.a), Dirk Sterckx (VLD) en Els Van Weert (Spirit) met een delegatie van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde, dus zonder De Batselier. Twee weken later, op 27 mei 2004, stelden De Batselier en Somers een gezamenlijke communautaire nota voor, waarin onder meer stond dat de splitsing van BHV onmiddellijk na de verkiezingen van 13 juni 2004 gerealiseerd diende te worden.
Voorts rijst de vraag waarom Leterme tijdens het kopstukkendebat van 11 juni 2004 de formule “vijf minuten politieke moed” niet heeft gebruikt, wanneer hij dat enkele weken voordien tegenover Van der Kelen wel zou hebben gedaan. Ten slotte is er het interview van Leterme met Luc Van der Kelen in Het Laatste Nieuws van 11 september 2004, waarin Leterme de “vijf minuten” van het kopstukkendebat verduidelijkte: “De mechanische toepassing van de splitsing, dat kunnen we onmiddellijk doen. Dat bedoelde ik, toen ik zei dat we dat binnen de vijf minuten konden regelen. Maar in de mate dat we garanties willen voor de Brusselse Vlamingen, moeten we zien welke onderhandelingsmaterie we bereid zijn als Vlamingen om mee op tafel te laten komen”. In dat interview gaat het nog altijd om “vijf minuten”, niet om “vijf minuten politieke moed”.
Luc van der Kelen zei ons desgevraagd dat hij zich, elf jaar na “de feiten”, niet precies kan herinneren wat Leterme gezegd heeft. Nadat we hem het interview van 11 september 2004 en zijn commentaarartikel in de krant van 16 juli 2004 (dat begon met “Vijf minuten zou dat bij hem duren”) hadden voorgelegd, trad hij onze visie bij: “Ik geloof dat hij het eerst in een reactie bij mij in Het Laatste Nieuws over ‘vijf minuten’ had, maar dat het begrip ‘vijf minuten politieke moed’ nadien is gegroeid”.
Leo Peeters
Dat Yves Leterme als eerste van “vijf minuten” heeft gesproken, is zonneklaar. Maar wie had het, in verband met de splitsing van BHV, als eerste over “politieke moed”? De zoekmachine leidt naar Leo Peeters, die als burgemeester van Kapelle-op-den-Bos een leidende rol had in de acties van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde. Hij gebruikte de woorden in een debat met minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael in de VRT-uitzending De zevende dag van 18 april 2004 – bijna twee maanden vóór het kopstukkendebat van VTM. Het Nieuwsblad, de enige krant die over het debat berichtte, schreef daags nadien: “Volgens SP.A-burgemeester Leo Peeters van Kapelle-op-den-Bos, voortrekker van de actievoerende burgemeesters, kan het parlement een splitsing van de kieskring goedkeuren met een gewone meerderheid. ‘Daar is alleen politieke moed voor nodig’, klinkt het.”
Op 20 april 2004 citeerde De Morgen Willy De Waele, de burgemeester van Lennik die eveneens fel aan de splitsingskar trok. Hij zei dat de weigering de splitsing van de kieskring op de politieke agenda te zetten “getuigt van een gebrek aan politieke moed”.
Mark Demesmaeker
Wie heeft de “vijf minuten” van Leterme en de “politieke moed” van Peeters-De Waele aan elkaar gelast – en verkeerdelijk aan Yves Leterme toegeschreven? Dat was N-VA-volksvertegenwoordiger Mark Demesmaeker. Tijdens het investituurdebat in het Vlaams Parlement na het aantreden van de Vlaamse regering-Leterme, op 23 juli 2004, zei hij over de splitsing van BHV: “Minister-president Leterme heeft gelijk: er is slechts vijf minuten politieke moed nodig om deze zaak te regelen. We kijken uit naar dat moment.”
De “vijf minuten politieke moed” was geboren. Toch duurde het nog bijna drie maanden voor de woorden opnieuw opdoken. In De Standaard van 13 oktober 2004 zei Kamerfractieleider Gerolf Annemans (Vlaams Belang): “Het zou vijf minuten politieke moed kosten om te splitsen, verklaarden alle Vlaamse partijen”. De eerste CD&V’er die de beeldspraak gebruikte, was Kamerfractieleider Pieter De Crem. In Het Laatste Nieuws van 17 januari 2005 zei hij: “Vijf minuten politieke moed is al wat Patrick Dewael, de VLD en de sp.a nodig hebben; het Vlaamse wetsvoorstel ligt er, wachtend op goedkeuring”.
Heeft Yves Leterme dan nooit over “vijf minuten politieke moed” gesproken? Toch wel, maar pas meer dan twee jaar na het kopstukkendebat. In een interview met Humo van 29 augustus 2006 gaf hij op de vraag “In 2007 zijn er federale verkiezingen. In hoeveel minuten zal BHV gesplitst zijn” als antwoord: “Ik blijf erbij: er zijn daar slechts vijf minuten politieke moed voor nodig”.
Ook nadien raakte de oneliner niet meteen “ingeburgerd”. In de campagne voor de federale verkiezingen van juni 2007 is “vijf minuten politieke moed” amper vier keer in de Vlaamse pers verschenen: één keer in een overzicht van politieke citaten (in De Morgen van 1 juni 2007, verkeerdelijk een uitspraak van Yves Leterme van mei 2004 genoemd), twee keer in een analyseartikel (De Morgen van 8 mei 2007, alweer verkeerdelijk aan Leterme toegeschreven; en Het Laatste Nieuws van 7 juni 2007, zonder bron) en één keer in een interview met Frank Vanhecke (Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg van 30 mei 2007).
Pas na de verkiezingen van 2007, toen Leterme formateur was en uiteindelijk premier werd, is “vijf minuten politieke moed” een begrip in de Wetstraat (en de media) geworden, een eigen leven gaan leiden. Sindsdien is de uitdrukking honderden keren in de pers opgedoken, niet alleen in verband met de (ondertussen gerealiseerde) splitsing van BHV, maar ook met betrekking tot tal van andere slepende kwesties: van de bouw van een nieuw stadion voor Club Brugge over de hervormingen bij Justitie tot de omschakeling naar hernieuwbare energie.
Categorieën |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Tijl De Bie: ‘Zelfs getrainde journalisten en wereldvermaarde experts blijken niet immuun voor het verspreiden van mis- en desinformatie.’
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.