Vlaamse beweging, 100 jaar werk mag niet verloren gaan
Pieter Bauwens
foto © Doorbraak
De Vlaamse Beweging kwam aan het IJzerfront in een stroomversnelling, hoe staat ze er honderd jaar later voor?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn het kader van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog organiseerden de Vlaamse Volksbeweging en het Verbond VOS een symposium rond 100 jaar Vlaanderens Dageraad aan den IJzer. Op dat symposium in Hamme, een eerbetoon aan een van de twee schrijvers ervan, Filip De Pillecyn, maakte onze hoofdredacteur, Pieter Bauwens, de balans op van 100 jaar Vlaanderens Dageraad aan de IJzer en wat dat betekent voor de Vlaamse beweging vandaag.
100 jaar geleden schreven Hendrik Borginon en Filip De Pillecyn als frontsoldaten bij de aanvang van hun pamflet Vlaanderens Dageraad aan de IJzer ‘’t langer verschuiven eener bevredigende oplossing zou de misnoegdheid verscherpen tot ten slotte de ‘s lands eenheid zelve er onder verging.’ Het pleit voor hun politiek inzicht dat ze, op dat punt toch, gelijk gekregen hebben.
100 jaar later, andere tijden
100 jaar later is er veel veranderd. Het arme Vlaanderen van toen is door de vorige generaties opgewerkt tot wat het nu is. Vlaanderen behoort tot de top van Europa en de wereld inzake tevredenheid over het leven van de inwoners. Vlaanderen houdt ook economisch stand als regio in de wereld. Vlaanderen doet het met een bruto beschikbaar inkomen van 18.600 euro goed in vergelijking met de Europese landen: enkel Oostenrijk en Duitsland hebben een hoger beschikbaar inkomen per inwoner (gegevens uit VRIND 2017, p.43-44). Verder vinden we het Vlaamse Gewest terug op een 9de plaats tussen de 17 benchmarkregio’s, zeg maar die regio’s waarmee we ons moeten en kunnen vergelijken. De hoogste scores komen op naam van de Duitse benchmark Länder. Middenmoot dus, er zit nog beterschap in.
Maar laat ons niet vergeten van waar we komen. Honderd jaar geleden waren de Vlaamse provincies de armste, met een beschikbaar inkomen onder het Belgische gemiddelde. Vandaag plaatsen we dat in een Europees perspectief en hebben 4 Vlaamse provincies een hoger bbp per inwoner dan het EU28-gemiddelde. Enkel Limburg scoort daar nipt onder.
Ook sociaal en cultureel hebben we grote stappen vooruit gezet. Vlaanderen is niet meer ‘noestig worstelend tegen verval en achterlijkheid, die van geestelijk naar stoffelijk gebied waren overgeslagen’ Het is aan onze voorvaderen en -moederen te danken dat Vlaanderen uit deze put gekropen is. En dus is het honderd jaar later gerechtigd ons de vraag te stellen: ‘Wie ontzegt ons het recht te willen en te werken dat het werk en de offers van die vorige generaties ‘hun land, hunne eigen stamgenooten in de eerste plaats ten goede komen?’ Wij moeten dus ‘zonder drift noch vooringenomenheid’ nadenken hoe wij vandaag als Vlaamse beweging deze erfenis moeten beheren.
‘La Belgique sera Latine’
De Vlaamse Beweging is een emancipatiebeweging. Dat was nodig. Ook in Vlaanderens Dageraad aan de IJzer lees je het gevoel van de Vlamingen dat ze tweederangsburger zijn in België. Er ‘wordt geregeerd alsof er in België een overgrote meerderheid bestond uit voornamere elementen die fransch spreken en een minderwaardig element dat geen fransch verstaat’. De taal van het land is Frans en wat noodzakelijk is voor de Vlaming wordt vertaald, pedagogisch, als uitleg, niet met kracht van wet. ‘aan den grond van deze handelswijze ligt de miskenning van het staatsburgerlijk recht van een gedeelte der bevolking.’
De Vlamingen voelen dat ze geen Vlaming mogen zijn en blijven, willen ze Belg zijn. Ze moeten verfranst zijn. ‘La Belgique sera Latine ou elle ne sera pas’, een citaat dat aan foutief aan Charles Rogier wordt toegeschreven maar in 1915, in volle oorlog werd neergeschreven door de wallingant Raymond Colleye. Jan Huijbrechts verwijst er naar in zijn historsche contextualisering van Vlaanderens dageraad aan de IJzer. Het was een overtuiging die overheerste tot ze niet meer kon volgehouden worden.
De Vlaamse beweging is op die sociale, politieke en culturele achteruitstelling van de Vlaming groot geworden. ‘Wij hebben lang gestreden, gebedeld en geklaagd en nog zijn wij verschopten de knechten in de staat’. Dichtte Clem de Ridder, op muziek van Emiel Hullebroeck. De kentering kwam er in de jaren 1960-1970 Toen Vlaanderen politiek, sociaal en cultureel het Franstalige deel van België voorbij stak. Het was niet toevallig dat in die periode, in 1975 in België voor het eerst meer Nederlandstalige dan Franstalige kranten werden verkocht.
Knechten in de staat
Het probleem is dat wij er sinds die tijd als Vlaamse beweging te weinig in geslaagd zijn om ons discours aan de realiteit aan te passen. Ik ben geboren in 1974, ik heb het verschopte Vlaanderen niet gekend. Wij zijn al lang mijn leven lang niet meer de verschopten in de staat. Tenzij in ons hoofd, misschien gedragen we ons wel zo omdat we het al te lang herhalen. Ik ken de liederen wel en het discours.
Als wij vandaag het werk van onze voorgangers willen verderzetten en voltooien moeten wij op zoek naar een ander discours. Vlamingen van mijn generatie voelen zich geen tweederangsburgers in België. Het heeft dus geen enkel zin dat te blijven herhalen. Het onderdrukkingsverhaal heeft een sterke mobiliserende kracht, dat is in het verleden ook gebleken. Maar niet als het niet als echt en als bedreigend ervaren wordt. Dan wordt het weggelachen en brengt het de volledige beweging in diskrediet.
Wij Vlamingen zijn geen verdrukte minderheid in een groot land. Wij Vlamingen zijn de meerderheid in een klein land. Dankzij de golf van democratisering die sinds de Eerste Wereldoorlog is doorgevoerd hebben wij stemrecht en kunnen dus actief de politieke besluiten beïnvloeden.
Zelfbestuur
‘Het unitair stelsel heeft gedurende 87 jaren proeftijd Vlaanderen niets opgeleverd tenzij schande en ellende: wij kunnen er niet langer de kansen van ons volk aan toevertrouwen.’ ‘aan een tweeledigheid in de samenstelling dient ook een tweeledigheid in de instellingen te beantwoorden.’ De strijd die de Fronters voerden was er een om erkenning. In die tijd was zichzelf Vlaming noemen al een daad van verzet. Iedereen was Belg, nog niet iedereen Franstalig, maar dat zou wel nog komen. Ondertussen kunnen we Vlaming zijn. En is op de erkenning ook de politieke erkenning gevolgd. Vlaanderen is een politieke realiteit geworden. De tweeledigheid van het land is erkend. Hoewel, eigenlijk is het een drieledigheid en afhankelijk van het standpunt soms een vierledigheid.
Het punt ‘zelfbestuur’ van het programma van de Fronters is dus gerealiseerd. Al hadden ze de huidige Belgische staatsstructuur niet in hun hoofd als gewenst resultaat. Dat Vlaanderen, ook als politieke realiteit op de kaart staat is een verdienste van onze voorgangers. Hoewel. In recente discussies wordt de Vlaamse beweging medeplichtigheid verweten aan de ingewikkelde constructie de België daardoor geworden is. ‘De Vlaamse beweging wou meer autonomie voor Vlaanderen en zie welk ingewikkeld kluwen we daardoor hebben gekregen.’ Een val waar we als Vlaamse bewegers niet mogen in trappen. Ja wij waren vragende partij voor meer autonomie, neen niet voor de staatshervormingen die gevolgd zijn en al zeker niet voor het bestuurlijk labyrint dat daardoor gevormd is.
Compromitisme
Het is vandaag een taak van de Vlaamse beweging om de politici te geven wat tot nu toe niet in de staatshervormingen zat: perspectief. De Belgische constructie is een doolhof omdat ze zonder architect of einddoel is gebouwd. De staatshervormingen hebben een veelkoppig monster voortgebracht omdat ze gebouwd zijn op de logica van het politieke compromis. Elke politieke deelnemer aan het compromis wint op korte termijn. De verliezer is de lange termijn, het politieke draagvlak, de bestuurlijke efficiëntie en ook de democratie. Dat mechanisme blootleggen en uitleggen waarom dat de foute weg is, is een taak van de huidige Vlaamse beweging. Het is niet zo wervend als een boodschap van onderdrukking, dat klopt. Maar het is de taak van een middenveldbeweging om de politici op hun fouten te wijzen en de samenleving bewust te maken van de politieke fouten om zo politici te dwingen bij de les te blijven.
Omdat het zo ingewikkeld is, dat het afschrikt, is ondertussen is geen hond in België meer geïnteresseerd in die staatsstructuur en de ingebakken fouten. Hoe kunnen kiezers vandaag bestuurders evalueren als niet eens duidelijk is wie waarvoor nu precies verantwoordelijk is? Als kabinetten juristen nodig hebben om te bepalen wat nu precies hun bevoegdheden zijn, hoe moeten wij dan als burgers die ministers evalueren? Dat is niet veroorzaakt door de Vlaamse beweging, dat is veroorzaakt door een politieke ideologie: het Belgisch compromitisme.
De Vlaamse beweging moet het Belgisch compromitisme bestrijden. Als we als Vlaanderen in de wereld in een goede positie willen blijven, dan moeten we ons kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Dan zijn er veranderingen nodig, ook drastische. Onze geschiedenis toont dat genoeg aan. Vandaag is dat binnen België niet meer mogelijk. Het Belgische compromitisme houdt alle, ook de noodzakelijke veranderingen tegen. Onderhandelingen hebben niet de noodzakelijke verandering tot onderwerp, wel het compromis dat gevonden moet worden tussen te veel partijen. Als de politieke verschillen tussen de delen van België nog groter worden wordt het Belgisch compromitisme een nog grotere bedreiging. Vergeet niet, de Vlaamse beweging heeft een alternatief.
Vergrendeld
Belgische politici roemen zichzelf dezer dagen, in het licht van de crisis in Catalonië, voor het ‘verzoeningssysteem van het Belgisch federalisme’. Een van de ‘verzoeningsmechanismen’ van de Belgische constructie zijn de zogenaamde grendels. Die grendels zijn een reden waarom we wel eens het slachtofferkleed aantrekken als Vlaamse beweging.
De harde waarheid is dat die grendels door Vlaamse partijen zijn onderhandeld, goedgekeurd en worden toegepast. Er is in het verhaal van de grendels wel een grote verandering: de handleiding tot ontgrendeling door de V-Kamerleden Vuye en Wouters. Er is geen grendel die niet kan ontgrendeld worden. Zeker niet als de Vlamingen front vormen. We moeten niet wachten tot Franstaligen bereid zijn om een 2/3de of dubbele meerderheid te leveren. De grendels kunnen ontgrendeld worden. Het begint bij de ontgrendeling van onze geest en die van onze landgenoten. Het is niet omdat het een Doorbraakboek is én de Boekenbeurs open is dat ik het u aanraadt, wel omdat dit boek een paradigmawissel is in het kijken naar de grendels.
Ook daar ligt een taak van een politiek middenveld. De nieuwe manier van omgaan met de grendels in België, niet defaitistisch maar voluntaristisch, moeten wij als Vlaamse beweging verspreiden.
Flamandisation
100 jaar geleden klonk het: ‘Een centraliserend beheer dat de twee landsdelen tegelijk en op dezelfde wijze wil besturen loopt groot gevaar door onvoldoende zakelijke kennis, anders door die zucht naar uniformisatie waar bureelratterij onvermijdelijk mede behept is, een der twee en gewoonlijk twee te benadeeligen en te misnoegen’. Er is nog niet veel veranderd, tenzij -zoals ik eerder vermeldde- dat de twee landsdelen er drie of vier geworden zijn. Jarenlang is Vlaanderen bestuurd door coalities met een overwicht in Franstalig België. Onder andere door het cordon rond het Vlaams Blok/Belang kon centrulinks, sterk in Franstalig België, blijven besturen. Desnoods zonder meerderheid in Vlaanderen.
Vandaag zien we een ‘flamandisation’ van België, met een bestuur dat een duidelijke meerderheid heeft in Vlaanderen en een duidelijke minderheid in Wallonië. Voor de N-VA past dat in een duidelijke strategie. Die Flamandisation moet Wallonië destabiliseren, moet de PS of andere partijen frustreren en doen kiezen voor meer regionalisme. 100 jaar geleden een ondenkbaar scenario. Vandaag een bediscuteerde realiteit.
Kijk naar de samenstelling van de parlementen vandaag. De Fronters zouden zich een hoedje schrikken moesten ze zien dat een partij die we als een van hun erfgenamen kunnen beschouwen de grootste partij is van het land. Vlaams-nationalisten besturen België, ze zitten op Binnenlandse Zaken en Defensie. En hadden ze gewild, ze hadden ook nog de premier geleverd.
Nooit in de geschiedenis van België hebben zovele V-parlementsleden in onze parlementen gezeten. Nooit is het partijpolitieke Vlaams-Nationalisme zo’n sterke politieke macht geweest. Maar dat heeft ook kwalijke gevolgen. Het Vlaams-nationalisme blijft beperkt tot enkele partijen, waar er vroeger ook in andere partijen sterke v-parlementsleden waren. Vooral de christendemocraten hadden een belangrijke Vlaamse vleugel. Die is vandaag bijna verdwenen en speelt geen politieke rol van belang meer. En we hebben die Jan Verrokens en Luc Van Den Brandes, maar ook de Aloïs Gerlo’s nodig om echt een verschil te maken.
Oordeel van de geschiedenis
De vraag is of we vandaag het maximale halen uit de politieke situatie? Ik vrees dat de geschiedenis hard zal zijn voor deze periode. Binnen tien jaar zal de geschiedenis ons de vraag stellen waarom de N-VA in deze periode dat ze de grootste partij van België is, niet geïnvesteerd heeft in het overtuigen van de noodzaak van Vlaamse onafhankelijkheid. Ze heeft de kennis, de middelen en de mogelijkheid. Politiek is het overtuigen van anderen van uw maatschappijvisie en -analyse, dat doe je door je boodschap te herhalen, niet door over die boodschap te verzwijgen of erop te rekenen dat anderen het werk zullen doen. Later zullen we over deze periode reflecteren als een gemiste kans. Zoals Jozef Simons schreef over de gemiste kans na de eerste Wereldoorlog.
En al is er een vandaag een overwicht van de partijpolitiek in de Vlaamse beweging, we mogen niet alle verantwoordelijkheid daar leggen. Daarnaast moet de Vlaamse beweging er zich voor hoeden zich niet te laten opsluiten in de nauwe politieke ruimte tussen N-VA en Vlaams Belang. Vlinks verdient alle steun, niet de hoon vanwege het linkse profiel. Als de Vlaamse beweging zich op rechts opsluit, kan ze geen verschil maken.
In 1976 bracht het toen 10-jarige OVV Een verklaring van de Acht. Die acht waren de schrijvers André Demedts, Marnix Gijsen, Louis Paul Boon, Hubert Lampo, Gerard Walschap, Maria Rosseels, Albert Westerlinck en Anton van Wilderode. Ze riepen op om de taalgrens en de afbakening van Brussel-19 als definitief te beschouwen. Jammer genoeg nog altijd actueel.
De honderd jaar Vlaamse beweging hebben ons geleerd dat we het niet alleen kunnen. De Vlaamse beweging had impact op de samenleving omdat ze niet alleen stond. Ze werd gesteund door het bredere middenveld: politieke partijen, vakbonden, media, kunstenaars en academici. We mogen ons niet laten opsluiten en in egelstelling staan. Dan bereiken we niets. De Vlaamse beweging moet zich actief openstellen voor dialoog en actief op zoek gaan naar samenwerking. Dat doen we niet door telkens te sneren naar de media, kunstenaars en academici.
Culturele verheffing
De Fronters schreven honderd jaar geleden dat in Vlaanderen ‘’t verkeerde denkbeeld is ontstaan dat ons volk om zich te verheffen op de kultuurhoogte der andere naties zijn Vlaamschen aard moest verzaken, slafelijk Frankrijks sleepdrager worden en ’t fransch als voertuig van alle hooger geestesleven aanvaarden.’ Ieder die een beetje de geschiedenis kent weet waarover deze passage spreekt. De schrijvers van Vlaanderens Dageraad aan de IJzer hadden in het Frans gestudeerd. Nederlands of Vlaams was geen geschikte taal om in te studeren, laat staan dat het een drager kon zijn van cultuur of filosofie.
Hoe droevig is het om honderd jaar later te moeten vaststellen dat exact hetzelfde denkbeeld binnen sijpelt in Vlaanderen. Zo slaan verschillende academici vandaag alarm over de sluipende verengelsing van het hoger onderwijs. Dat verlichte intellectuelen menen dat Vlaanderen als het zich wil verheffen op de ‘kultuurhoogte’ van andere naties, haar taal moet opgeven en slafelijk het Engels moet invoeren als onderwijstaal. Het is fout.
Bondgenoten van de Vlaamse Beweging
Hier biedt zich een grote kans om bondgenootschappen aan te gaan buiten de Vlaamse Beweging. Niet enkel professor Bart Maddens klaagt die sluipende verengelsing aan. Ook proffen die men niet van enig Vlaams-nationalisme kan verdenken doen dat, zoals de historici Gita Deneckere, Bruno De Wever en Antoon Vrints. Zij klagen aan dat er ‘spookopleidingen’ zijn, opleidingen op papier in het Nederlands, maar in de praktijk in het Engels. Wie bepaalde vakken wil volgen in het Nederlands is veroordeeld tot zelfstudie.
Je hebt geen Vlaamse reflex nodig om de verengelsing aan te klagen. Een beetje gezond verstand is genoeg. Engels moet enkel dienen om de opleidingen een vals prestige te geven. Je krijgt dan de knotsgekke situatie dat hoofdzakelijk Vlaamse studenten luisteren naar een Vlaamse prof, in het Engels. En na die studies zal de meerderheid zijn/haar baan in het Nederlands uitoefenen. De vraag is of dat werkelijk de beste manier is om op een hoog niveau verdieping van de kennis en het inzicht te brengen. De vraag is of het onderwijs echt beter wordt van verengelsing? Of de drempel naar hoger onderwijs in onze kenniseconomie niet hoger wordt gemaakt voor studenten uit minder cultureel bevoorrechtte milieus. Hele opleidingen verengelsen in de hoop enkele buitenlandse studenten aan te trekken, gaat ten koste van de onderwijskwaliteit van de meerderheid Nederlandstalige studenten.
Het is aan de Vlaamse beweging, de erfgenaam van de ijveraars voor Nederlandstalig onderwijs, een item in de loopgraven van de eerste Wereldoorlog, om met de klokkenluiders vandaag ervoor te zorgen dat de verengelsing van het hoger onderwijs prominent op de politieke agenda komt. Deneckere, De Wever en Vrints schrijven in De Standaard de rode draad voor het peidooi: ‘Een universiteit die het Nederlands zelf niet cultiveert, vervreemdt van de bevolking die belastingen betaalt om haar in het algemeen belang te financieren. Bovendien moeten laagopgeleide migranten Nederlands leren om zich in te burgeren, terwijl dat van de hoogopgeleide migrant-universiteitsprofessor die er de skills en de brains voor heeft kennelijk niet mag worden verwacht.’ Zoek maar iemand in Vlaanderen die daar niet kan achter staan. Dit is de gedroomde kans om met opiniemakers, kunstenaars, vakbonden, studentenverenigingen en werkgevers contact te leggen om onze taal te beschermen. Het cultuurflamingantisme kan zichzelf opnieuw uitvinden. ‘Het is het werk der Vlaamse beweging geweest dit volk tot inkeer te brengen’. Dat is het nog altijd. Het is de taak van ons, Vlaamse Bewegers om de erfenis van de Vernederlandsing van het onderwijs te bewaken. Tegen culturele modes.
Open nationalisme
‘Hier zal een woord over vreemde invloeden ten onzent niet misstaan. Eindeloze misverstanden vallen weg’ ‘Met kultuurinvloeden is’t heel wat anders gesteld (dan met politieke inmenging van vreemde mogendheden) wij zouden met die te verroepen of te stremmen onze traditioneele roeping ontrouw worden als smeltkroes der groote beschavingen van westelijk Europa.’ Honderd jaar geleden al werd een ‘open nationalisme’ bepleit door de Vlaamse beweging. Borginon en De Pillecyn hadden goed de val gezien waar een zelfbewust Vlaanderen kan intrappen: in zichzelf keren. De tijden zijn sterk veranderd. Maar ook die veranderde tijden mogen ons niet tot navelstaarders maken. Onze problemen staan niet los van de wereldproblemen, we mogen er ook niet zomaar onze ogen voor sluiten.
In het verleden zijn de Basken, Catalanen en andere naties zonder staat altijd welkom geweest in Vlaanderen. Dat moet ook vandaag zo zijn. Ook elders in de wereld mogen wij de ogen niet sluiten voor geweld en onderdrukking.
Ten slotte
‘100 jaar na Vlaanderens dageraad aan de IJzer heeft de verhouding van Vlaming tot Waal haar hoogdringdheid nog niet verloren. Ook niet in tijden van communautaire stilstand.’
‘Wij zijn vastbesloten voortaan onzen strijd te heffen; hoog boven de bekommernissen van partijpolitiek. Zij die menen het Vlaamsch geweten te verschalken door bedrieglijke tegenstellingen van godsdienstige of andere elementen, stellen ijdele pogingen in het werk.’ Laat u inderdaad beste vrienden niet afleiden. Onze gemeenschappelijke zaak is een vrij, sociaal en welvarend Vlaanderen, met een open blik op de wereld. Dat is in 100 jaar niet veranderd.
En verder ben ik van oordeel dat Vlaanderen best zo snel mogelijk onafhankelijk wordt.
Tags |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Pieter Bauwens en Emmanuel Van Lierde over het pausbezoek en de synode in Rome.
Pieter Bauwens en Emmanuel Van Lierde over het pausbezoek en de synode in Rome.