JavaScript is required for this website to work.
post

‘Kinderen iets meegeven is vandaag verdacht’

Maarten De Boeck (VNJ) over kinderen en jongeren in de Vlaamse Beweging

Pieter Bauwens17/7/2018Leestijd 6 minuten
VNJ’ers in actie op een weekend voor leiding.

VNJ’ers in actie op een weekend voor leiding.

foto © VNJ

Het VNJ is een jeugdbeweging binnen de Vlaamse Beweging. Hoe zien zij de huidige Vlaamse Beweging en hun eigen rol daarin?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is een drukke zomervakantie voor het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ). Begin juli zijn ze met een 50-tal vertrokken voor een buitenlands kamp naar Tsjechië en een korte tijd later kamperen ze ergens op een weide. Hoe is dat, een jeugdbeweging zijn in een vergrijzende Vlaamse Beweging? We gaan op bezoek bij Maarten De Boeck, geen verbondsleider, maar de ‘voorzitter van de verbondsraad’. Met een eerste logische vraag: wat doet of wat is het Vlaams Nationaal Jeugdverbond eigenlijk?

VNJ gevangen tussen perceptie en realiteit

Maarten De Boeck: ‘Het VNJ is een jeugdbeweging. Waar andere jeugdbewegingen vertrekken vanuit een christelijke of ecologisch verhaal, of geen verhaal, vertrekken wij vanuit het Vlaams-nationaal gedachtegoed. Wij doen de klassieke jeugdbewegingsactiviteiten, zondagse of zaterdagse samenkomsten, weekends en kampen en vormingsinitiatieven.

Hoe uit zich dat: ‘vertrekken vanuit een Vlaams nationaal gedachtengoed’?

‘In de keuze voor thema’s voor spelen bijvoorbeeld, waar de Vlaamse geschiedenis wel eens vaker opduikt. Niet elk spel leent zich daartoe, maar het is een rode draad in onze werking. Daarnaast zijn er ook activiteiten zoals een meiboomplanting, een traditioneel gebruik dat we actueel en levend willen houden. Dat doen we ook met Vlaamse liederen, erfgoed dat anders dreigt te verdwijnen en dat toch waarde heeft in de ontwikkeling van de kinderen.’

Mag ik zeggen dat het VNJ in de Vlaamse beweging een ouderwets imago heeft?

‘Ik snap wat je bedoelt. Het klopt dat we bij een deel van de mensen dat imago hebben. Maar naar mijn aanvoelen klopt dat helemaal niet. Ik snap wel dat er een aantal elementen zijn die dat imago voeden naar de buitenwereld toe. Ik kan me voorstellen dat ons uniform, dat geen hawaïhemd is, bij een aantal mensen ouderwets overkomt. Maar daaruit besluiten dat de hele organisatie ouderwets is, is fout. Onze inkleding kan anders zijn dan bij andere jeugdbewegingen, maar wat we doen is heel gelijklopend. En we doen echt niet alsof we in een vorige eeuw leven.’

Hoe komt die perceptie dan? Dat kan toch niet enkel het uniform zijn?

‘Dat is een goede vraag. Misschien heeft dat ten dele met de geschiedenis te maken. Nu loopt het VNJ minder in de kijker dan vroeger. In de jaren ’90 nam het VNJ een andere positie in en ik denk dat dat beeld wat is blijven hangen. Als we nu wat minder in de kijker lopen, ziet de buitenwereld de evolutie niet die we hebben doorgemaakt. Het is voor ons dan ook heel moeilijk om dat beeld bij te stellen naar de realiteit.’

Hoe gaat het er binnenin aan toe? Is het VNJ een eiland in de maatschappij? Zijn VNJ’ers anders?

‘Ik heb absoluut niet het gevoel dat dat zo is. Er zijn er natuurlijk altijd een aantal die zich wat afsluiten, maar de grote meerderheid zijn jonge gasten die met hun twee voeten in de wereld staan, die studeren, ook een vriendenkring hebben buiten het VNJ en bijvoorbeeld ook aan sport doen. We leven echt niet op een VNJ-eiland waar alles nog is zoals in 1960. Onze leden zijn even millennial als hun leeftijdsgenoten.’

De plaats in de Vlaamse Beweging

Hoe is het om een jeugdbeweging te zijn in een vergrijzende Vlaamse Beweging?

‘Dat is niet zo gemakkelijk. De aansluiting naar de rest van de beweging wordt er niet makkelijker op. Als ouders actief zijn in de Vlaamse Beweging komen ze wel eens met het VNJ in contact. Maar als het de grootouders zijn die actief zijn in de Vlaamse Beweging, dan is dat moeilijker. Zij sturen de kleinkinderen niet naar ons. Er zit dus een soort generatiekloof.’

Vroeger verleende het VNJ veel hand- en spandiensten aan de Vlaamse beweging, nu zien we ze op het Zangfeest en nog prominenter op de IJzerwake. Die rol op de IJzerwake doet dan velen besluiten dat jullie zichzelf situeren in de radicale kant van de Vlaamse beweging. Klopt dat?

‘Radicaal in die zin dat we onverkort Vlaamsgezind zijn. Je zal ons moeilijker zien op een lauwe bijeenkomst. Dat klopt. Het probleem is dat er dan ook onmiddellijk een heleboel andere connotaties bijkomen, zoals een hard migratiediscours, en dat hoort er voor ons niet bij. We zijn radicaal Vlaamsgezind maar voelen ons niet verplicht om over alles een standpunt te hebben.’

Migratie is een hot topic, ik kan me voorstellen dat daar ook onder leiding toch over gediscussieerd wordt. Of staan alle neuzen in dezelfde richting?

‘Wel, eigenlijk wordt daar niet zo vaak over gediscussieerd binnen leiding. Maar als er over gesproken wordt, merk je wel dat er heel verschillende standpunten zijn. Er zijn er die duidelijk een hard migratiestandpunt voorstaan, maar er zijn er ook andere. Dat vind ik net tof aan het VNJ, dat er verschillende strekkingen naast elkaar aanwezig kunnen zijn, maar dat we wel allemaal voor de Vlaamse zaak willen gaan. Iets wat je eigenlijk te weinig ziet in de rest van de Vlaamse Beweging.

Hoe staat het VNJ dat tegenover migrantenkinderen? Zijn nieuwe Vlamingen welkom in het VNJ?

‘Alle kinderen zijn welkom in het VNJ, ongeacht hun afkomst of achtergrond. Laat dat duidelijk zijn. Het gaat ons om de toekomst van de kinderen, niet om hun verleden. We hebben een duidelijk gedachtegoed en een aantal interne regels, bijvoorbeeld het dragen van het uniform, zoals iedere vereniging, maar al wie zich daar kan in vinden, is welkom, ongeacht of het nieuwe dan wel oude Vlamingen zijn.’

In het verleden werd het VNJ vaak in een adem genoemd met het Vlaams Belang. Is dat nog altijd zo?

‘Er is een partijpolitieke tweedeling in de Vlaamse beweging. Dat is zo. Het is niet zo dat elke VNJ’er een soort stempel heeft: dat is een Belang-VNJ’er en dat een N-VA-VNJ’er. Maar er zijn natuurlijk verschillende meningen en dat is voor de dagelijkse werking geen probleem. De kinderen, voor wie we het doen, zijn ook meestal niet bezig met partijpolitiek. Het kan niet de bedoeling zijn die kinderen een stempel te geven op basis van wat hun leiding denkt. Het VNJ wordt wel eens in een hoek geschoven, zeker een jaar of vijf of tien geleden was dat vaak in de hoek van het Vlaams Belang. Maar vandaag wordt mijn engagement voor het VNJ door kennissen of de buitenwereld eerder als iets N-VA’ig gepercipieerd.’

Hoe zien jullie de rol van het VNJ in de Vlaamse Beweging? Wat is de meerwaarde?

‘Wij kunnen kinderen heel wat zaken bijbrengen die relevant zijn in het leven en ook in de Vlaamse Beweging. Ze krijgen er toch wat bagage mee om een rol te spelen in de Vlaamse Beweging. Dat kan om het even waar zijn, partijpolitiek, journalistiek of in een actiegroep. Net zoals in andere jeugdbewegingen doe je in het VNJ vrienden op voor het leven. Omdat wij nauw samenwerken over heel Vlaanderen krijg je eigenlijk in het VNJ een Vlaams netwerk mee. Wie doorstroomt naar de Vlaamse Beweging heeft dan een interessant netwerk. Ik denk dat dat een grote toegevoegde waarde is.’

De Vlaamse Beweging in het VNJ

Zitten er dan nu VNJ’ers in die Vlaamse beweging verspreid en heeft de huidige generatie daar contact mee?

‘Het is vooral een netwerk per generatie denk ik. Tussen de generaties is dat moeilijker. De vriendenkring binnen een generatie is veel hechter natuurlijk. Eeen structurele oud-VNJ-werking bestaat er niet, maar er zijn groepen die contact houden en, al dan niet regelmatig, samenkomen. Daarnaast is er ook een facebookpagina van oud-VNJ’ers, maar dat is ook een beperkte groep. Wij vinden dat leuk. En wij willen hen ook helpen als ze dat vragen.’

Je zei eerder dat er toch een generatiekloof is in de Vlaamse Beweging. Vinden jonge mensen makkelijk hun weg, makkelijk aansluiting bij de Vlaamse Beweging, of zit die vergrijzing in de weg?

‘Het is niet gemakkelijk om als 25-jarige de stap te zetten naar een andere vereniging. Dat lukt en werkt hier en daar, maar het is niet voor iedereen even gemakkelijk. Het zijn de meest actieven en overtuigden die dat doen. Maar als je de stap zet naar bijvoorbeeld de lokale VVB-afdeling en de gemiddelde leeftijd in het bestuur is 50-60 jaar… Dat is niet gemakkelijk. En pas op, dat is geen kritiek op de VVB. Ikzelf zit in het bestuur van de plaatselijke Davidsfondsafdeling, omdat ik zelf ook wil doorgroeien. Ik doe dat heel graag, maar behalve mij is er nog één iemand onder 65. Dat lukt, maar eigenlijk zet je beter die stap met een aantal tegelijk.’

Kan die Vlaamse beweging dan nog het verschil maken?

‘Dat denk ik wel, maar ze moet beseffen dat ze dat niet kan zoals dat dertig tot veertig jaar geleden deed. De tijd van grote betogingen ligt achter ons. Ook andere grote organisaties kunnen nog moeilijk op die manier mobiliseren. Maar er zijn andere middelen, de sociale media, lokaal. Kijk maar eens naar wat andere bewegingen doen, ook daar ontstaan vaak nieuwe dingen.’

Er wordt ook gezegd dat de hele organisatiemethode van de Vlaamse Beweging, en grote delen van het Vlaamse middenveld, voorbij is. De jongere generatie zou niet meer geïnteresseerd zijn om op die manier zich te verenigen. Jullie zijn jonge mensen.

‘Mensen blijven altijd geïnteresseerd in samenkomen en zich verenigen, mensen zijn geen eilanden. Maar de manier waarop is misschien veranderd. En dan moet je als vereniging op zoek om die veranderingen op te pikken en te integreren in je werking. Hoe beleef je vandaag de samenhorigheid? Maar onze winkel, jeugdbewegingen, wat toch een typisch fenomeen is van die Vlaamse verengingscultuur, die blijft het wel goed doen.’

Dit is de tijd

En blijft het VNJ het goed doen?

‘Ik wou dat ik volmondig ja kon antwoorden. De realiteit is helaas anders. Tegenover twintig tot dertig jaar geleden hebben wij een achteruitgang meegemaakt, die zich de laatste jaren stabiliseert. Maar wij geloven wel in de kansen van het VNJ, de jeugdbeweging is niet afgeschreven en er is ruimte voor wat wij te bieden hebben.’

Moet het VNJ zich dan ook ‘aanpassen aan de tijd’?

‘Dat doen we zeker, maar het komt te weinig tot uiting. We slagen er nog niet zo goed in om dat ‘te verkopen’. Natuurlijk blijft de basis hetzelfde, we blijven Vlaams met aandacht voor tradities, cultuur en geschiedenis, we doen dat op onze manier. Op dit moment zijn er een zestigtal van onze oudste VNJ’ers op buitenlands kamp in Tsjechië. We zien dat onze jongeren, de 14- tot 18-jarigen, uitkijken naar zo’n buitenlands kamp, dus doen we dat dan iets vaker dan vroeger. En ook daar is dat geen strandvakantie, maar maken we daar een goed VNJ-kamp van.’

Die 14- tot 18-jarigen is een moeilijke leeftijd voor jeugdbewegingen.

‘Dat is een leeftijd waarop er veel uitgroei is. Omdat dat een leeftijd is waarop veel kinderen keuzes maken. We willen jongeren iets aanreiken, iets wat we willen aanreiken is kritisch denken. We moeten er ons dan ook bij neerleggen als kinderen bewust zeggen, “dit is het niet voor mij”. Wij worden daar als VNJ misschien meer mee geconfronteerd dan andere jeugdbewegingen omdat wij een duidelijk profiel hebben. Als je een speelplein bent, waar die identiteit en dat profiel geen rol spelen, dan is er minder risico op die uitstroom.’

Het VNJ is dan geen brainwashing of indoctrinatiemachine.

‘Dat is het VNJ zeker niet. Maar misschien is het vandaag al verdacht als je kinderen iets probeert mee te geven. Als je dat doet vanuit je eigen overtuiging. Dat is genoeg om tegenstand te krijgen. Het neutraliteitsdenken heeft een grote invloed in de maatschappij. Dat schuift heel ver op. Mag een leerkracht iets vertellen vanuit zijn eigenheid? Ik hoop van wel. Mag een jeugdbeweging dat? Dat ligt bij een aantal mensen blijkbaar moeilijk. Een overtuiging willen doorgeven of beschikbaar te stellen, dat is genoeg om verdacht te zijn. Wij willen onze kinderen iets meegeven over die taalstrijd die er is en geweest is. Is dat brainwashen? Tja, dan hebben we inderdaad een probleem. Dan is het VNJ “collateral damage” van dat maatschappijbeeld.’

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties