Waar een Wil is, is (g)een weg
Somber mensbeeld in de film 'Wil'
Scène uit ‘Wil’.
foto © IMDB
De film ‘Wil’: een losse reconstructie van een pijnlijke, inktzwarte pagina uit de geschiedenis van Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen pijnlijke, inktzwarte pagina uit de geschiedenis van Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog, min of meer gereconstrueerd. Is dat voldoende voor een goede film? Is Wil het verhaal dat moest verteld worden? En wat wil Tim Mielants met zijn donker oorlogsdrama eigenlijk vertellen?
Collaboratie
Eindelijk nog eens een Vlaamse film over Vlaanderen tijdens de Tweede Wereldoorlog, bijna 50 jaar na Tussen hond en wolf (1979) van André Delvaux, de enige Vlaamse film tot nog toe over de collaboratie, het verzet en de repressie. Al was deze naturalistische film in het magistrale magisch-realistisch oeuvre van Delvaux veeleer een middelmatige exponent.
De collaboratie was het onderwerp in de jaren ‘80 van de spraakmakende BRT-reeks van onderzoeksjournalist Maurice De Wilde, genaamd De Nieuwe Orde.
Na een ontnuchterende beginscène zit Wil van Tim ‘De Patrick’ Mielants, naar de historische roman (2016) van Jeroen Olyslaegers er eigenlijk al op. (Wil zou een degelijke korte film zijn geweest!)
‘k Zag twee beren…
Wie een beetje op de hoogte is van de geschiedenis van Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog anno 1942 — nota bene nazi-Duitsland is op dat ogenblik aan de winnende hand — wordt een kleine samenvatting voorgeschoteld. Antwerpse politiemensen worden namelijk door hun oversten opgedragen weg te kijken tijdens razzia’s op Joodse mensen of bij executies. En wie op het stadhuis werkt of ermee is gelieerd, is sowieso een collaborateur. Het verzet wordt door de nazi-bezetter meedogenloos uitgemoord terwijl de rol van het Vlaams nationalisme en de Jodenvervolging nogal dubieus is.
En de Antwerpenaar kijkt onverschillig toe en weigert opgejaagde Joden te helpen (of tevergeefs), laat staan hun kinderen te verbergen… Dat is grosso modo het navrante beeld van Antwerpen anno 1942 dat door Kim Mielants met brede halen wordt geschetst. Afgezien of dat enigszins met de werkelijkheid van toen strookt, is het verhaal van Wil zwartgallig en uitzichtloos.
Subjectieve kijk
Mielants: ‘In 1942 had niemand het minste vermoeden dat nazi-Duitsland de oorlog niet zou winnen! Wil is geen historische film, het is mijn subjectieve kijk. Jeroen Olyslaegers was betrokken in elk stadium van de film en is met elke wijziging akkoord gegaan.’
De vraag is dan ook: is de reconstructie daarvan voldoende voor een goede film? Elk personage wordt in het begin van de film getekend en zal blijven wie hij of zij aanvankelijk is. Het zijn vooral eenduidige, reliëfloze figuranten.
Mielants: ‘Yvette en Lode, zus en broer, zijn complementair, het zijn satellieten rond Wil. Lode — zo jong nog — wordt door zijn iets oudere zus op sleeptouw genomen. Yvette is iemand die weet wat ze wil. Voor mij vormen zij de dynamiek rond Wil.’
Overlevingsstrategie
Geldt dan niet voor iedereen, in deze uitzonderlijke omstandigheden, dat hij gewoon door het leven laveert en niet te veel in de kijker loopt om toch maar te (kunnen) overleven? Is er wel een (uit)weg? Of alleen maar een doodlopende straat zoals Wil aangeeft?
Mielants: ‘Zelf heb ik eens een lijstje opgesteld: Waarvoor zou je je leven willen geven? Voor je partner, voor je kinderen lijkt me dat vanzelfsprekend. Voor je land? Voor de democratie? Dat ligt al veel moeilijker. Het grootste verschil met het boek van Olyslaegers is het contemplatieve: het interpreteren van het geweten. Dat doen zowel het boek als de film, maar op een andere manier. De film is een trein die op het einde ineens stopt. Ik wou een spannende film voor een breed publiek maken. En na afloop de toeschouwer uitnodigen om te reflecteren. Het boek meandert, reflecteert tezelfdertijd.’
Donker is de nacht
Het hoofdpersonage Wil(fried) Wils, een piepjonge, nietsvermoedende (?) nieuwkomer bij de Antwerpse politie — een verwoed tekenaar/schilder — laadt de eerste avond samen met Lode, zijn collega/hulpagent en vriend al iets vreselijk op zijn kerfstok. Ze slaan een Duitse Feldgendarm morsdood die even voordien een Joodse familie met harde hand uit hun huis had gehaald. Vanwaar deze onbeheerste brutaliteit? Lode is dan wel een slagerszoon, maar toch. En Wil lijkt met zijn engelachtig gezichtje een doodbrave ziel.
Voor de rest van de film gedraagt binnenvetter Wil zich dan als een geslagen hond, als een willoos, bijna karakterloos iemand, door gewetenswroeging geplaagd? Of omdat hij op straat voor ‘tweezak’ wordt uitgescholden? Zonder dat te willen hebben zowel Wil als Lode de verzetsnamen Angelo & Valentino gekregen. Maar nemen ze ook actief deel aan het verzet? Wie zal het zeggen? Aan schilderen — ook al wordt hem door een collaborateur in een aangeslagen herenhuis een atelier cadeau gedaan — komt Wil niet toe.
Hij slaapwandelt als het ware door de oorlogsjaren die door zijn diepdonkere fotografie een nachtmerrie lijkt.
Existentiële crisis
Zelfs op het vage liefdesverhaal tussen Wil en Yvette, de zus van Lode, rust een doem. Roept de moeder van Lode Wil niet nog na: ‘Pas op voor ons Yvette. Ze gaat je pijn doen!’ Zelfs dat lichtpuntje wordt Wil niet gegund.
Mielants: ‘Zoals Patrick in mijn eerste bioscoopfilm De Patrick zit Wil ook in een existentiële crisis. Hij vraagt zich voortdurend af: wie ben ik? Wat betekent dat: een echte man zijn? Dat thema keert in mijn films altijd terug.’
Terwijl het wegkijken, de onverschilligheid als een rode draad door Wil loopt.
Mielants: ‘Statistieken zeggen dat 80 procent wegkijkt, tien procent gaat bij het verzet — ik heb het verzet ook groter gemaakt dan in het boek — en tien procent collaboreert actief. De grote meerderheid vraagt zich af: “Als ik doe wat ik moet doen, kan ik dan nog een goed mens zijn?” Is dat een overlevingsstrategie? Als ik over iets verontrust ben dan is het wel onverschilligheid: op straat iets zien gebeuren en dan wegkijken…’
Verliefdheid
Wil is inderdaad verliefd geworden op Yvette, de zus van zijn vriend Lode. Is het van harte of gewoon opportunisme (van haar kant) opdat Wil haar broer niet zou verraden?
Annelore Crollet (Yvette): ‘Dat heb ik me tijdens het kijken naar de film ook afgevraagd. Ze voert een innerlijke tweestrijd. Zich overgeven aan de liefde is in die extreme omstandigheden zeer gevaarlijk. Bij het verzet zijn moest geheim blijven. Ze is een passionele jonge vrouw die zich kwetsbaar opstelt, die echt wel in Wil is geïnteresseerd. “Wie ben je”, vraagt ze. En ze denkt: ben je wel te vertrouwen? Ze wil hem leren kennen en begrijpen. Verliefd worden is de controle verliezen en dat wil ze niet!’
Mielants: ‘Voor haar is Wil snoepgoed. Ze is kwaad op zichzelf dat ze op hem verliefd is geworden. Ze wil macht over mannen. Ik heb me laten inspireren door vrouwen die ik ken. Ze spelen met je!’
Auschwitz
Qua production value — vooral dan de reconstructie (in Polen) van het Antwerpen jaren ‘40 — is dik oké.
Mielants: ‘Antwerpen 1942 was moeilijk in Antwerpen te vinden. Die uniforme architectuur was wel in Polen. We hebben gefilmd niet ver van Auschwitz. Want de treinreis vanuit Antwerpen die in de film voorkomt zal daar eindigen. Om daar te zijn en er Antwerpen te filmen was echt wel confronterend.’
Wat de gelaagdheid van deze onthutsende, fictieve oorlogskroniek betreft en de karakterontwikkeling van de personages — wat ze doen moet wel uit het personage zelf komen — scoort Wil een onvoldoende. Toch wel een fundamenteel probleem voor de Vlaamse film in het algemeen.
Het gefragmenteerde zwart-witverhaal, de verhaallijnen die vaak geen vervolg krijgen, de eendimensionale personages, de te expliciete geweldsscènes, uitspraken die oneliners blijken (‘Geweten is een luxe’, zegt Wil zomaar langs zijn neus weg)… Het is wat te weinig doordacht (of gerijpt). Een tv-serie lijkt zich op te dringen om deze hiaten allemaal op te vullen?
Wil snijdt je de adem af, dat zeker, maar zorgt op de openingssequentie na niet meteen voor een memorabel moment en reikt amper stof aan om even over na te denken. Wat wel blijft hangen is een somber mensbeeld. Wil is dan toch niet het oorlogsdrama geworden dat als een koude rilling over je rug loopt. Pijnlijk.
*Het gesprek met Tim Mielants & Annelore Crollet dateert van 31 augustus
Tags |
---|
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.