JavaScript is required for this website to work.
post

Waar maken we ons eigenlijk druk om?

De taal is de toon van het volk

Guido Lauwaert20/9/2021Leestijd 4 minuten

De taalarmoede van de Vlamingen uit zich in de overbodigheid van sommige woorden. Zoals het woord ‘eigenlijk’. Enige duiding hieromtrent.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Inderdaad. Waar maken we ons eigenlijk druk om? Goeie vraag. Onmogelijk een afgerond antwoord te vinden. Men kan enkel om de vraag heen draaien. Zoveel mensen, zoveel antwoorden. Dat is niet meer dan normaal. Elke mens verschilt van de andere en als gevolg daarvan heeft hij een eigen mening. Sommige zijn wijs, de grote meerderheid dwaas. Dat wil daarom niet zeggen dat de dwaze zich niet druk mag maken om zowel kleine als grote zaken die hem ergeren. Eigenlijk is ergernis uiten een heerlijke vorm van geestelijke ontlasting.

Heel vervelend

Voor wie er mee geconfronteerd wordt, kan het heel vervelend zijn. De ene ergernis stinkt meer dan de andere. En het hoeft geen belangrijke of omvangrijke zaak te zijn. Ook aan weinig opvallende affaires kan men zich eigenlijk vreselijk storen. Bijvoorbeeld, aan het veelvuldig gebruik van het woord ‘eigenlijk’. Het is een woord dat gerust uit de woordenschat, uit de Dikke Van Dale mag worden geschrapt.

Dat zou dan eigenlijk een verrijking van de taal betekenen. Schrap alle ‘eigenlijk’s’ uit dit artikel, en de betekenis van het geheel, noch van een zin zal er door gewijzigd worden.

Goed opletten

U, beste lezer, moet er eens op letten hoe vaak het woord eigenlijk gebruikt wordt in een discussie. Als je er op letten gaat, begrijp je nog beter dan je al deed waarom Gerrit Komrij zaliger de tv een treurbuis noemde. Mensen van wie je het helemaal niet verwacht strooien ‘eigenlijk’ in het rond zoals Klein Duimpje witte steentjes, wanneer hij samen met eijn broertjes wordt achtergelaten in het bos. Journalisten, wetenschappers, hoogspringers, verspringers, enfin, iedereen die interviewt of geïnterviewd wordt.

Taalarmoede
Welbeschouwd is het een taalziekte geworden. Al kan je het eigenlijk ook een bewijs van taalarmoede noemen. Reis op uw laptop naar Synoniemen.net en je hebt een ruime keuze om dat vervelende woord ‘eigenlijk’ te vervangen door een welluidender woord.

In Nederland is het overvloedig gebruik van ‘eigenlijk’ nog niet doorgebroken, maar in Vlaanderen eigenlijk wijdverspreid. Een paar voorbeelden. Een waarin een nieuwsanker een correspondent interviewt, en een tweede met een debat tussen een viroloog met een man die zijn vrouw heeft gedumpt.

Schoolvoorbeeld 1
‘Goedenavond, Björn Soenens in Washington. In het nieuwe boek van Bob Woodward, Peril, staat dat Donald Trump eigenlijk een oorlog wilde met China, maar dat de stafchef van het Amerikaanse leger tweemaal met zijn Chinese collega belde om hem te verzekeren dat het eigenlijk niet zou gebeuren. Klopt dat?’
‘Wel Annelies, dat klopt. Wat meer is. Mensen uit de entourage van Trump hebben collega’s van de CIA en de militaire inlichtingendienst gevraagd om het grillige gedrag van Trump in het oog te houden.’
‘Als ik het eigenlijk goed begrepen heb, Björn, was hun gedrag eigenlijk een verzetsdaad?’
‘Verzetsdaad… is een groot en zwaar woord, Annelies. Ik zou het eerder een waarschuwing, een aanbeveling willen noemen, en zo wordt het ook door Bob Woodward in zijn boek getypeerd.’
‘Eigenlijk een kwestie dus van diplomatieke taal, beste Björn. Donald Trump heeft meteen gereageerd, meen ik te weten. Door te verklaren dat de stafchef eigenlijk vervolgd zou moeten worden wegens landverraad.’
‘Wat Trump verklaart, Annelies, is niets meer waard. Zijn uitspraken zijn als zijn golfspel: veel show en weinig talent.’
‘Dank u wel, beste Björn, voor deze toelichting over een zaak die eigenlijk veel drukte om niets betekent… eigenlijk.’

Schoolvoorbeeld 2

Marc Van Ranst: ‘Met uw weigering, meneer, om u te laten vaccineren, brengt u niet alleen uzelf in gevaar, maar ook uw verwanten, en eigenlijk de hele bevolking.’
Weigeraar: ‘De hele bevolking! Weet u eigenlijk wat gij zegt, meneer de prefessor. Ik woon in Kaaskerke. Dat is eigenlijk een dorp. Hoe zou ik eigenlijk iemand van Tongeren kunnen besmetten?’
Van Ranst: ‘Als hij naar uw dorp afzakt, meneer, om een bezoek te brengen aan de IJzertoren, bijvoorbeeld. Want u bent, naar men mij zei, sinds uw pensioen gids van de IJzervlakte.’
Weigeraar: ‘Eigenlijk is mijn vrouw dat. Maar ik help een handje als het druk is, wat eigenlijk zelden het geval is. Die doden, prefessor, niemand is daar eigenlijk mee bezig. Herdenkingen zijn parade. Een minister legt een krans neer. Dat doet hij eigenlijk niet eens zelf. Twee soldaten dragen hem, en de minister raakt de krans even aan.’

Van Ranst: ‘Maar u heeft uw vrouw gedumpt, naar ik hoorde, omdat zij bleef aandringen om u te laten vaccineren.’
Weigeraar: ‘Zo is’t! Ik heb haar buiten gebonjourd om haar gezaag. Dat deed ze al jaren, maar door de pendiema, of hoe die affaire eigenlijk ook mag heten, was dat aandringen op vasineren nen druppel teveel in de emmer. Toen ik nog buschauffeur was, mij dan laten inspuiten, ja, want er zaten veel hoesters op mijn bus. Maar sinds ik met pensioen ben, is het eigenlijk dan eigenlijk nodig? De enige uitstap die ik doe, buiten af en toe naar de IJzertoren gaan, is naar het wijkcentrum trekken voor een potje biljarten.’
Van Ranst: ‘Maar uw vrouw heeft zich laten vaccineren?’
Weigeraar: ‘Achter mijn rug, meneer de prefessor! Ik vermoedde het eigenlijk al van in het begin en na de zoveelste discussie heeft ze het bekend! Hadden wij op dat moment op de IJzertoren gestaan, ik had haar naar beneden gegooid! En ze had het eigenlijk verdiend!’

Nutteloos en waardeloos

Voldoende is aangetoond dat het woord ‘eigenlijk’ nutteloos en waardeloos is. Zullen we met z’n allen een mail naar de premier sturen? Met de vraag tot het instellen van een GAS-boete voor wie in het openbaar het woord ‘eigenlijk’ gebruikt.
Ach! Waar maak ik mij druk om? De taal is de toon van het volk. Zowat iedereen kent die slogan, maar hem alert houden om het taalgebruik te verbeteren, vergeet het.

Een Gas-boete maakt trouwens geen schijn van kans met 534 parlementsleden, 737 provincieraadsleden, 2500 kabinetsleden en 60 ministers. Omdat het vooral zij zijn die zich te buiten gaan aan het misbruik van het woord ‘eigenlijk’.
Heb ik gelijk of overschot van gelijk? Eigenlijk wel… toch?

 



Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties