Waarheid als collateral damage
Commentaar bij wat An Goovaerts en Lisbeth Imbo schreven
Keulen is plots een ‘falende stad’ geworden
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn 2002 verscheen bij de Franse uitgever Robert Laffont, Sécurité: la gauche contre le peuple, een essay van de hand van Hervé Algalarrondo, politiek redacteur bij het linkse blad Le Nouvel Observateur. Hierin maakt de auteur een vlijmscherpe analyse van het politiek correcte denken van de intelligentsia en haar misprijzen voor de gewone man met zijn ‘fantasmen’ inzake criminaliteit en migratie. Op de omslag prijkt een cartoon. Twee ‘jongeren’ op een motorfiets hebben zopas een dame van haar handtas beroofd. De vrouw schreeuwt om hulp, maar haar echtgenoot roept: Tais-toi! Tu fais le jeu de la droite! Zwijg! Je speelt in de kaart van rechts! Beter dan een lang betoog illustreert deze cartoon de dwaasheid waartoe de politieke correctheid heeft geleid. Helaas zijn het niet de politiek correcte intellectuelen en opiniemakers die de prijs voor hun ideologische verdwazing betalen. Dat zijn de gewone mensen, vaak de zwakkeren in onze samenleving. Vandaag wordt die prijs betaald door de talloze vrouwen die tijdens oudejaarsnacht in Keulen en andere Duitse steden werden aangerand.
In een onoprecht en zelfgenoegzaam Standpunt (9/1) proberen An Goovaerts en Lisbeth Imbo, het vrouwelijk hoofdredacteursduo van De Morgen, zich te verdedigen tegen het verwijt dat ze de identiteit van de aanranders in Keulen wilden verdoezelen. ‘Nu officieel bekend is dat er asielzoekers onder de verdachten zijn, kunnen we de feiten beter benoemen,’ zo schrijven ze. De feiten zijn ondertussen al een week gekend, maar Goovaerts en Imbo moesten wachten op een officiële mededeling. Merkwaardig, want als er tegen de komst van asielzoekers wordt betoogd, weet de krant van beide dames al meteen – of eigenlijk al op voorhand – dat het gaat om extreemrechtse betogers en neonazi’s. Wachten op verificatie door overheid of gerecht is dan helemaal niet nodig. Verder klagen de dames: ‘Tot slot toont Keulen ook de drang naar benoemen en veroordelen. De gebeurtenissen werden overal snel veroordeeld.’ Met benoemen en veroordelen van wat in Keulen is gebeurd, is blijkbaar wat mis.
Keulen dat tot nog toe werd geprezen als een parel in de kroon van het multiculturalisme, wordt door Goovaerts en Imbo nu afgedaan als ‘een falende stad met een slecht functionerend politiekorps, dat criminele activiteiten slecht de baas kan.’ Dat de politie ‘faalt’ omdat ze door de politieke autoriteiten onder druk wordt gezet om de waarheid – als het gaat om migranten en vluchtelingen – te verzwijgen, daarover geen woord. Dat gebeurt, zoals het populaire dagblad Bild onthulde, zelfs op last van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bijvoorbeeld in Nordrhein-Westfalen, maar ook in andere deelstaten. Incidenten in en om asielcentra mogen niet worden gemeld, tenzij het azc is aangevallen door neonazi’s. Zelfs gevallen van doodslag en moord, van seksueel misbruik en verkrachting, ook als het om kinderen gaat, verdwijnen gewoonweg in de doofpot.
Een treffend voorbeeld van die cultuur van verzwijgen is een bericht in de kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine (9/1). De criminoloog Christian Pfeiffer, gewezen minister van Justitie in Niedersachsen, kreeg kort voor zijn deelname aan een TV-uitzending over het geweld in Keulen van een redacteur te horen dat hij het woord ‘vluchtelingen’ niet mocht laten vallen. Deed hij dat toch dan zou het interview meteen worden afgebroken. Het is die manipulatie door de mainstream media die de mensen boos maakt en de soms overtrokken reacties verklaart. Maar daarvan wil De Morgen niet weten.
Een truc die opiniemakers en politici veelvuldig hanteren om het debat naar hun hand te zetten, is wat heet ‘noyer le poisson‘, de vis verdrinken: de discussie zodanig oprekken dat het heikele thema in een zwart gat verdwijnt. Zo ging het na Keulen in de media en ook in het Belgische parlement plots over ‘seksisme’ en wel van de Noordpool tot de Zuidpool. Aanranding van vrouwen, verkrachting en beroving in het openbaar en onder de ogen van de politie, is blijkbaar de nieuwe definitie van seksisme.
De kern van de zaak is de problematische relatie van de linkse intelligentsia tot de waarheid – en die is dominant in de kwaliteitspers en bij de VRT. Voor linkse intellectuelen is de waarheid ondergeschikt aan hun maatschappelijke utopieën. Nog niet zo lang geleden was dat een communistisch arbeidersparadijs, vandaag is dat open grenzen en de superdiverse multiculturele samenleving. Botst die droom op de realiteit en komt hij in gevaar, dan nemen ze hun toevlucht tot leugens en misleiding. Ze wanen zich in oorlog met uiterst rechts, waarmee ze zowat iedereen bedoelen die hun visie niet deelt. In die verbeelde oorlog is de waarheid collateral damage. En zoals Machiavelli al opmerkte: ‘Wie wil misleiden vindt altijd wel iemand die wil misleid worden.’
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.
De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.