JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Waarom Martine Tanghe meer heeft gedaan voor de democratie dan de stemplicht

ColumnAlexandra D'Archambeau8/10/2019Leestijd 3 minuten
Alexandra D’Archambeau: ‘Het vertrouwen in de staat, of alvast de
welvaartsstaat, ligt in mijn generatie onder nul.’

Alexandra D’Archambeau: ‘Het vertrouwen in de staat, of alvast de welvaartsstaat, ligt in mijn generatie onder nul.’

foto ©

De opkomstplicht op lokaal niveau afschaffen, is een goede zaak. Nu nog op regionaal en federaal niveau. Alexandra D’Archambeau legt uit waarom.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zolang ik me kan herinneren, verscheen ze minstens elke vier jaar op mijn beeldscherm met de woorden‘welkom op deze hoogdag van de democratie’. Martine Tanghe zal voor mijn generatie voor eeuwig en altijd vereenzelvigd worden met verkiezingsdag. Een instituut dat geloofwaardigheid gaf aan onze democratie. Als zij haar stempel van goedkeuring gaf op het einde van de dag, wist je wie de verkiezingen gewonnen had.

Een ander instituut dat de afgelopen dagen werd verdedigd als behoeder van onze democratie, is dat van de ‘stemplicht’. Al gaat het in ons land,om correct te zijn,over een opkomstplicht. Je wordt verwacht op te dagen, niet om een bolletje in te kleuren. De nieuwe Vlaamse regering maakte vorige week bekend die opkomstplicht voor de lokale verkiezingen af te schaffen. Waarop het al snel berichten regende, doorspekt van de melancholie. Van Kristof Calvo (Groen) tot Joël de Ceulaer (De Morgen), allen prezen ze ons land als een van de laatste verdedigers van dit democratische summum. De afschaffing van de verplichte katholieke zondagochtendmis op VRT lijkt daarmee wel klein bier met de afschaffing van de verplichte democratische zondagochtendmis. Heiligschennis! Laat mij even de kritieken overlopen die je dan het vaakst hoort.

Cijnskiesrecht

Ten eerste zou het een terugkeer zijn naar het cijnskiesrecht. Net de maatschappelijk zwaksten zouden namelijk het minst luid hun stem laten horen. Qua elitair paternalisme kan dat tellen. Het balanceert zelfs op het randje van misprijzen. Ook hier zondigt Joël De Ceulaer zich trouwens aan in zijn pas verschenen boek dat -terecht- de vitaliteit van de democratie prijst. Hij besluit er namelijk dat de maatschappelijk zwaksten regelmatig tegen hun eigenbelang stemmen. Zijn argumentatie? Omdat ze sociaaleconomisch niet altijd ‘links’stemmen.

Voor iemand die de vooruitgang van de samenleving baseert op het conflict van ideeën, vind ik het nogal kras die dichotomie in steen te beitelen. Links helpt de zwakken, rechts de sterken. Punt aan de lijn. Ik ben er nochtans net van overtuigd dat zogenaamd rechtse sociaaleconomische recepten de beste garantie zijn op sociale mobiliteit. Tijdens en tussen campagnes door probeer ik daar alvast elk lid van de samenleving van te overtuigen. Wat mij bij het tweede punt van kritiek op de opkomstplicht brengt.

Engagement

De opkomstplicht zou burgers aanzetten zich democratisch te engageren. Want als je dan toch verplicht wordt naar de vijfjaarlijkse zondagochtendmis van de democratie te gaan, doe je dat toch geïnformeerd? Dat is een misvatting die nogal kan tellen. Eén van de democratische pijnpunten is namelijk dat de investeringskost om je te informeren enorm hoog ligt wanneer je ze in de balans legt met het gewicht van jouw ene stem. Dan lijkt het mij cruciaal om die scheefgetrokken balans zo veel mogelijk te remediëren.

Dat kan onder andere door te kiezen voor het stemrecht. Je verhoogt er het gevoel mee een verschil te kunnen maken. Waardoor je de waarde verhoogt die mensen zullen hechten aan hun ene stem. Tegelijk verlaag je de investeringskost. Mijn collega-politici en ik zullen immers gedwongen worden -veel meer dan vandaag- om mensen te informeren waarom hun stem voor ons gedachtegoed en programma zo belangrijk is. Maar voordat we daartoe kunnen komen, zullen we moeten uitleggen waarom hun ene stem überhaupt belangrijk is. Onze liberale democratie kan er maar wel bij varen. Het brengt me bij het derde punt van kritiek.

Extremen

De afschaffing van de opkomstplicht zou een manier zijn van de traditionele partijen om de wind uit de zeilen van de extremen te halen. Qua ironie kan dat nogal tellen. De oorspronkelijk invoering van de opkomstplicht was namelijk net bedoeld om extremen te marginaliseren. Los daarvan ben ik er inderdaad wel van overtuigd dat het belangrijk is dat we het vertrouwen in onze liberale democratie opnieuw versterken. Ja, Joël De Ceulaer heeft gelijk wanneer hij beargumenteert dat onze democratie springlevend is. Maar de politieke wetenschappers Pipa Norris en Norbert Ingelhart bewijzen in hun recent werk Cultural backlash tegelijk ook dat autoritair populisme alarmerend hoge toppen scheert en onze rechtsstaat onder druk zet.

Morele plicht

Dat vertrouwen moeten we opnieuw herstellen en verstevigen. Door meer politici ertoe aan te zetten dat de verdediging van de liberale democratie hun eerste boodschap zal moeten worden. Door de kiezer actiever te laten nadenken over zijn deelname aan het democratische proces. Door hem duidelijk te maken dat zijn stemrecht een morele burgerplicht is, maar nooit een juridische plicht.

Hoog tijd dat we komaf maken met het instituut van de opkomstplicht. Politici dienen uit hun ivoren toren te komen, ja ook op lokaal en zelfs sublokaal niveau. De lokale democratie wordt nu echt versterkt: op lokaal vlak hebben we die onzinnige opvolgerslijst niet en nu ook de lijststem wordt afgeschaft, is het meer dan ooit de kiezer die bepaalt wie hen vertegenwoordigt.

Minder particratie

Maar laat ons eerlijk zijn, de afstand tussen burgers en hun vertegenwoordigers valt op lokaal vlak al bij al mee. Het grootste probleem zit hem natuurlijk in de Wetstraat en daar wordt vandaag nog altijd niets aan gedaan. Vertrouwen herstellen en de kloof tussen burgers en politiek verkleinen, zal alleen maar lukken als we ook daar de macht terug meer naar burgers en hun verkozenen te krijgen. Het is dus hoog tijd om ook voor onze parlementsverkiezingen dezelfde stappen te nemen. Geen opkomstplicht meer. Geen lijststem. Geen opvolgerslijsten. Het evenwicht zal hopelijk snel verschuiven naar wat minder particratie naar wat meer representatieve democratie.

Collega-politici zullen meer dan ooit werk moeten maken van het correct informeren van burgers. Ik ben alvast niet bang voor deze uitdaging voor onze democratie aan te gaan. Met het welverdiende pensioen van het instituut Martine Tanghe, moet die taak worden overgenomen door ons allemaal.

Alexandra D’Archambeau (1991) is juriste en vurig lid van Open Vld. Ze zetelt sinds 2012 in de Wilrijkse districtsraad. Kritische liberale stem in het maatschappelijk debat.

Meer van Alexandra D'Archambeau

Ook al zijn er steeds meer, de single is nog altijd de paria in onze maatschappij. Op Valentijn mag dit wel eens in de kijker worden gezet.

Commentaren en reacties