Waarom Rushdie’s aanvaller Hadi Matar ons verontrust
Overschatting van universele mensenrechten en onderschatting van 'theoterrorisme'
Salman Rushdie is de gedoodverfde laureaat voor 2022.
foto © WikiMedia Commons
Het is zorgelijk dat lang niet iedereen het universele recht op vrijheid van expressie onderschrijft en kan instemmen met godsdienstterrorisme.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘The attack on Salman Rushdie is an attack on us all‘, schrijft Tom Slater in het internettijdschrift Spiked. Dit is volkomen juist, maar waarom dat precies het geval is ontgaat veel mensen. Mensen ‘voelen wel aan’ dat de aanval met messteken op een schrijver tijdens een publieke voorstelling ernstig is. Maar voor welke uitdagingen deze gebeurtenis ons precies plaatst, blijft vaak onbenoemd.
Zelfs Rushdie doet dat niet. Rushdie heeft natuurlijk over de fatwa geschreven (de facto een doodsvonnis), die Khomeini over hem uitriep, 33 jaar geleden. Hij deed dat met een paar mooie stukken ter verdediging van de vrijheid van expressie. Ook heeft hij in een autobiografisch boek teruggekeken op de krankzinnige geschiedenis van zijn eigen leven onder de fatwa: Joseph Anton: een memoir (2012).
33 jaar lang fatwa
Ook zijn daar de talloze interviews waarbij hij vaak enigszins à contre-cœur weer vragen beantwoordde over de impact op zijn leven. Meer specifiek: het feit dat altijd een beul kon opduiken om het 33 jaar oude vonnis te voltrekken. Maar hoe merkwaardig ook, Rushdie heeft geen diepgravende analyse gegeven van de ideologie of de wereldbeschouwing die Ayatollah Khomeini bezielt en op grond waarvan zijn volgelingen bereid zijn de moorden te plegen die naar hun overtuiging genade vinden in de ogen van de Allerhoogste.
Uiteindelijk kwam deze aanval toch ook voor Rushdie als een verrassing. Zoals Slater schrijft: ‘Rushdie has been leading a relatively free life in recent years. “It feels like ancient history to me”, he said of the fatwa in an interview in 2018. He said then he was happy that The Satanic Verses could now be appreciated on its own terms. “Now, after all this time, it’s finally been able to have the ordinary life of a book.” But the threat was always there.’
[‘De laatste jaren leidt Rushdie een relatief vrij leven. “Het voelt als oude geschiedenis voor mij”, zei hij over de fatwa in een interview in 2018. Hij zei toen dat hij blij was dat De duivelsverzen nu op zijn eigen voorwaarden kon worden gewaardeerd. “Nu, na al die tijd, is het eindelijk in staat geweest om het gewone leven van een boek te leiden.” Maar de dreiging was er altijd.’]
Het recht op apostasie
Hoe is het mogelijk dat na 33 jaar de fatwa nog altijd ‘van kracht blijft’? Hoe kan het zijn dat noch de Britse overheid, noch de Amerikaanse, noch de Europese autoriteiten een passend antwoord hebben gevonden op deze ondermijning van hun nationale veiligheid?
Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Allereerst onderschatten we het succes van de terroristische techniek die Khomeini in 1989 introduceerde. Als tweede overschatten we de populariteit van de universele mensenrechten, zoals neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948). En dan gaat het in het bijzonder om de vrijheid van gedachte en de vrijheid van expressie.
Om met dat laatste te beginnen: Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) stelt: ‘Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.’ Hoewel met de mond beleden, is dit bepaald niet overal populair cultuurgoed op de wereld. Nog controversiëler is wat daarop volgt: ‘dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen’. Volgens de UVRM bestaat er een recht op apostasie, ofwel een recht om van je geloof af te vallen. Geïmpliceerd in die ‘apostasie-clausule’ uit het UVRM is ook dat bestraffing van ‘godslastering’ en ‘ketterij’, na eeuwenlang te zijn gecriminaliseerd, onverenigbaar zijn met respect voor mensenrechten.
Theoterrorisme
Wat nu Khomeini deed in 1989, is het introduceren van een terroristische techniek (het uitvaardigen van een doodsvonnis over een apostatische, blasfemische en ketterse schrijver) ter ondersteuning van zijn strijd tegen art. 18 van de UVRM. Khomeini werd daarmee de ideoloog van het ’theoterrorisme’. De moordenaars van Theo van Gogh (2004), Stéphane Charbonnier (2015) en Samuel Paty (2020), en waarschijnlijk ook Hadi Matar, zijn de uitvoerders van de bevelen van Gods woordvoerder op aarde. Althans, dat denken zij. En dat dit soort mensen bij je om de hoek kunnen wonen, is een verontrustende gedachte.
Paul Cliteur is de schrijver van Theoterrorism v. Freedom of Speech: from Incident to Precedent (2019)
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Paul Cliteur
Liselotte Dupont: ‘Zijn niet alle partijen een beetje katholiek, liberaal en socialistisch met een sausje van groen?’
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.