‘Weldra sterft de euro’
De Nederlandse economist Arjo Klamer tekende in 2002 al haarscherp wat ons te wachten stond met de euro. Maar het politieke project was de architecten wel een diepe crisis waard.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Om de eurozone tot een echte economische unie om te vormen, is het onvermijdelijk dat de eurolanden soevereiniteit afstaan aan supranationale instellingen’, weet De Standaard met stellige zekerheid op 10 september. Daags daarvoor lezen we in De Morgen een vraaggesprek met Carsten Brzeski, econoom van ING-bank. De beslissing van de Europese Centrale Bank om onbeperkt staatsobligaties op te kopen volstaat niet, zegt hij. ‘Draghi koopt op die manier tijd voor de eurolanden om door te gaan met bezuinigingen en te zorgen voor meer integratie in Europa.’ Dat de lidstaten meer macht moeten afstaan aan de Europese Unie lijkt een uitgemaakte zaak. Anders kan de euro niet blijven bestaan.
Waarom spanden de vaders en moeders van die eenheidsmunt de kar voor het paard als kon worden voorspeld dat er zware ellende zou voortvloeien uit die foute invoering van de euro? Vele economisten hebben hen toen in elk geval gewaarschuwd.
Arjo Klamer schreef daarover op 12 januari 2002 een stuk in De Groene Amsterdammer onder de titel ‘Weldra sterft de euro’. Deze Nederlandse hoogleraar economie stond van het begin kritisch tegen de invoering van de euro. In zijn werk beklemtoont hij het belang van kwaliteit tegenover de puur kwantitatieve benadering.
Klamer vond het wel prettig aanvoelen om de eerste keer met die andere briefjes te betalen. ‘Even was ik beneveld. Even dacht ik: misschien kan dit wel.’ Hij liet zich bijna meeslepen met de verheven idealen die met de euro verkocht werden. ‘Maar zo mooi is die euro ook weer niet. (…) In tegenstelling tot wat de propaganda voorstelt, gaat het niet om financieel gemak en economisch voordeel, maar is de inzet politiek van aard. “It’s the politics, stupid.”‘
De ontwerpers van het Verdrag van Maastricht voorzagen in die politieke dimensie. ‘Voorop stond de noodzaak van een verregaande politieke integratie van de lidstaten, een aanzet tot de federalisering van Europa. Maar dat durfden de politici niet aan, uit vrees voor grote weerstand van de burgers.’ De muntunie met de euro bleef wel overeind.
Dat was geen toeval: ‘De eurocraten troostten zich met de gedachte dat die verdere politieke unie wel afgedwongen zou worden als de euro eenmaal een feit was. (…) de eurocraten zijn er steeds van uitgegaan dat de euro het instrument is om die verregaande politieke integratie af te dwingen.’ Klamer spreekt van een achterbakse strategie, een ‘democratie onwaardig’.
‘Een wereldmunt heeft een wereldmacht nodig’, weet Klamer. Daarom ‘zal verdere centralisatie noodzakelijk zijn. Gedonder met onverantwoordelijke overheden die te gemakkelijk toegeven aan veeleisende vakbonden en de eigen begroting uit de hand laten lopen, kan euroland niet verdragen.’ Klamer wordt haast visionair: ‘De eurocraten zullen er alles aan doen om de manoeuvreerruimte van afzonderlijke lidstaten in te perken. De nachtmerrie is een Argentijnse toestand in een land als Italië. Stel, dat land gaat failliet vanwege pensioenverplichtingen die het niet kan nakomen. In het huidige systeem heeft Italië geen instrumenten om er zelf uit te komen. Het enige wat er dan op zit, is dat de rest van euroland de Italianen uit de brand helpt. Daar zijn middelen voor nodig. En dus zal er een Europese belasting komen. Ik zie het al aankomen: Nederlanders die belasting moeten betalen aan een entiteit waar ze weinig tot geen democratische controle over hebben. Ooit was dat een reden om tegen de Spanjaarden in opstand te komen.’
Klamer is geen aanhanger van dat centraal geleide Europa. ‘Zelf geef ik de voorkeur burger te zijn van een kleine, democratische, sociaal voelende, open en vitale gemeenschap. Zo’n grote eurocentrische kolos met zijn machtspretenties kan me gestolen worden. Daarbij komt dat Nederland een handelsland is, en een handelsland wil zich niet politiek binden zoals dat nu gebeurt.’
In 2002 was al duidelijk dat deze crisis in de pijplijn zat. Volgens Kramer maakt die gewoon deel uit van het project van Europese centralisering. Eerst de euro invoeren op een manier die niet kan werken, om dan uit te spelen dat we niet anders kunnen dan de soevereiniteit van de lidstaten uithollen. Het doel van de Europese superstaat heiligt volgens deze visie de middelen, zelfs die van een uitgelokte zware economische crisis.
Personen |
---|
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.