JavaScript is required for this website to work.
post

West-Vlaams is nu een regionale taal in Frankrijk

Het Nederlands blijft er een vreemde taal en Vlaanderen kijkt er naar

Wido G. J. Bourel9/1/2022Leestijd 4 minuten
Sticker in Frans-Vlaanderen

Sticker in Frans-Vlaanderen

foto © Pinterest

Door een omzendbrief van het Frans ministerie van onderwijs wordt in Frans-Vlaanderen het West-Vlaams erkend en het Nederlands vergeten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In Frankrijk zorgde vorig jaar de  goedkeuring van de wet Molac voor een juridisch kader aangaande onderwijs en  bescherming van de regionale talen. De Franse Constitutionele Raad kelderde deze  wet al snel, tot woede van al wie begaan is met de minderheidstalen in Frankrijk. Het Franse ministerie van onderwijs kon niet langer doof blijven voor dit luid protest. Een nieuwe omzendbrief van december jl. heeft de bedoeling de gemoederen te bedaren.

Omzendbrief

Eerst bevestigt de omzendbrief, wat dacht je,  dat ‘de taal van de Franse Republiek het Frans is’. Vervolgens drukt hij de wil uit om de talen aanwezig op het Franse grondgebied te beschermen en te onderwijzen.

De omzendbrief somt de regionale talen op die nu worden erkend: het Baskisch, het Bretoens, het Catalaans, het Corsicaans, ,het Creools, het Gallo (Romaanse streektaal gesproken in het Oosten van Bretagne), het Occitaans én de Oc-taal, de regionale talen van de Elzas, de regionale talen van de Moezelregio, het Franco-Provencaals, het West-Vlaams, het Picardisch, het Tahitiaans, de Melanesische talen (Drehu, Nengone,Paicî, Aijë), de Walllisiaanse  en Futuniaanse talen (twee talen uit Nieuw Caledonië) alsook het Kibushi-Kimaore (eiland Mayotte).

Frans-Vlaanderen

Wat zijn de concrete gevolgen voor Frans-Vlaanderen? Het West-Vlaams kan voortaan worden onderwezen in het lager en secundair onderwijs. ‘Kan’ en niet ‘moet’, en ook ‘als’ men leraars vindt.

En waar blijft het Nederlands in dit verhaal? Het is een paradoxale situatie dat de omzendbrief van het Franse Ministerie van Onderwijs melding maakt van het West-Vlaams als nieuwe erkende regionale taal, maar dat hij niet spreekt over  het Nederlands. Vergelijk deze situatie met de Elzas, waar én het Duits, én het Elzassisch erkend zijn onder de discrete dekmantel ‘regionale talen van de Elzas’.  Hoe zegt men ‘ twee maten en twee gewichten’ in het Frans?

Geschreven taal en gesproken taal

Nochtans, en in tegenstelling tot wat sommigen in Frankrijk beweren, was onze taal steeds aanwezig in Frans-Vlaanderen, onder de vorm én van het gesproken West-Vlaamse dialect, én van het geschreven standaard Nederlands. Deze situatie heeft tot de Eerste Wereldoorlog geduurd. De taalkundige en Frans-Vlaanderenkenner Cyriel Moeyaert heeft in zijn talloze  publicaties aangetoond dat tot het begin van de twintigste eeuw zo goed als alle geschreven stukken in Frans-Vlaanderen in vrij keurig Nederlands opgetekend zijn. Nederlands in de spelling van toen: Nederlands, soms met hier en daar een woord of zinswending in de streektaal.  Maar, desalniettemin: Nederlands.

Hoe dat komt? ? Na de annexatie door Frankrijk bleef  Frans-Vlaanderen  nog lang tot  het bisdom Ieper behoren. In verschillende Frans-Vlaamse  katholieke instellingen waar ze lessen Nederlands gaven, gebeurde dit, in de 18de eeuw en de 19de eeuw, met hetzelfde pedagogisch materiaal als in Ieper of Veurne, zeg maar.

Nederlands een vreemde taal?

Wat Frans-Vlaanderen niet  heeft meegemaakt is de evolutie naar het hedendaags Nederlands, zoals in Vlaanderen de laatste 100 jaar. De  kennis van het geschreven Nederlands ging toen verloren. De gesproken streektaal bleef over en verarmde geleidelijk aan door gebrek aan basisinzichten in spraakkunst en syntaxis, en door invloed van het Frans.

Sommige Frans-Vlaamse verenigingen gebruiken deze vaststelling om alleen het West-Vlaams als regionale taal te promoten. Het Nederlands beschrijven ze als een vreemde taal. Met de politieke en financiële steun van de regio Hauts-de-France heeft hun lobbying de Franse ministeries bereikt.

Paradox van de hele situatie : nu het bijna verdwenen is, erkent Frankrijk  het gesproken West-Vlaams als regionale taal. Maar niet het standaard Nederlands dat nochtans aan meer dan 20.000 leerlingen wordt onderwezen.

Leraar West-Vlaams, een nieuw beroep?

Aan de regionale onderwijsinstanties wordt nu gevraagd om het onderwijs van onder meer het West-Vlaams te faciliteren vanaf  volgend schooljaar. Maar de plaatselijke onderwijsautoriteiten kunnen op eigen houtje een rem zetten op de uitvoering van de maatregelen die geen verplichtingen inhouden. Dat is nu al het geval in Bretagne waar ze in de volgende dagen zullen betogen tegen de houding van het rectoraat aldaar. Reken er ook op dat de minister van onderwijs, Jean-Michel Blanquer,  die zich meermaals negatief tegen het onderwijs van de regionale talen heeft uitgesproken, achter de schermen alles in het werk stelt om de eigen richtlijnen af te zwakken.

Voornaamste probleem voor de aanhangers van het West-Vlaams: wie is bevoegd om  lessen West-Vlaams  te geven? Zo goed als niemand met de nodige pedagogische diploma’s beschikt over de taalkennis. Leraren uit West-Vlaanderen kunnen ook niet worden gevraagd: men moet in het bezit zijn van  een Frans pedagogisch diploma om in het Frans onderwijs les te kunnen geven.

Geen pedagogisch materiaal

Ouders en grootouders kunnen niet meer helpen: de meesten spreken de taal  niet meer. Er zijn ook geen goedgekeurde boeken of methodes West-Vlaams voorhandig om de streektaal te onderwijzen op elk niveau van het lager en secundair onderwijs. Streektaal die, per definitie, niet is gestandaardiseerd, zonder uniforme spelling of standaard spraakkunst. Er zijn ook geen bruikbare leesboeken en er is geen beschikbare literatuur in het West-Vlaams.

De gekke opzet vraagt, naast een gedegen taalkennis om de hele cyclus van de lagere klassen tot het middelbaar te dekken, een gigantische intellectuele, financiële en  materiële inspanning. Dit zal uiteraard ten koste zijn van de opleidingen Nederlands en van het immersie onderwijs in het Nederlands waarvoor momenteel in Duinkerke een interessant piloot project loopt.

Hoe moet dit verder ?

De voorstanders van het onderwijs van het Nederlands geven niet op. Ze hebben zich verenigd in de Federatie van Germaanse talen (Elzas, Moezelstreek én Frans-Vlaanderen). De bedoeling is samen de nodige druk  uit te oefenen in Parijs om  voor Frans-Vlaanderen dezelfde rechten te verkrijgen als voor de Elzas. Daar is na een lange strijd het Duits erkend als regionale taal naast het Elzassische dialect. Samen gaan ze de strijd aan om ook  het Nederlands officieel  te laten erkennen als regionale taal naast het West-Vlaams.

De verenigingen die het Nederlands  promoten zullen in de volgende  weken het  ministerie van onderwijs én de regionale instanties benaderen om te pleiten voor een  regionale status voor het Nederlands. De bestaande opleidingen Nederlands zijn ook de oplossing voor het gebrek aan leraars. In Frans-Vlaanderen geven tientallen leerkrachten reeds lessen Nederlands. In  principe zijn ze als eerste bevoegd om de link te leggen tussen het Nederlands en zijn dialecten.

Bij de grensbewoners is er ook een nieuwe, efficiënte, spontane evolutie merkbaar: de kinderen over de schreve naar school sturen in de regio Menen, Poperinge, Veurne. Daar kunnen ze perfect Nederlands leren, en ook, West-Vlaams horen op de speelplaats.

Lege doos

Over een  stellingname  van de Vlaamse regering  voor ondersteuning van het Nederlands in Frans-Vlaanderen is er geen nieuws. Stille diplomatie van de Taalunie noemt  men dat. Minister-President Jambon ontmoette onlangs  de ondervoorzitter van de Hauts-de-France, François Decoster, in Kortrijk. Resultaat: beide streken gaan, naar het schijnt, in de toekomst elkaar beter  leren kennen. En voor het overige, wat lol over de Vlaamse naam van de Frans-Vlaamse politicus en de Frans klinkende naam van onze Minister-President. Dit is het resultaat van de inclusieve Vlaamse cultuurpolitiek in de 21ste eeuw: een lege doos inzake bevordering van onze taal extra muros en verder niets.

Wido Bourel (1955) is Frans-Vlaming, publicist en promotor van de Nederlandse taal en cultuur in zijn geboortestreek. Al heel jong zette hij zich in voor de verdediging van de Vlaamse identiteit in Frans-Vlaanderen. Hij publiceerde verschillende werken over Frans-Vlaanderen, de relatie Benelux-Frankrijk, taal, cultuur en geschiedenis van de Lage Landen en de Europese volkeren.

Commentaren en reacties