Westerse noodsteun aan Azerbeidzjan?

Op 15 juli 2014 wees Doorbraaker al op dat Azerbeidzjan niet happig was om tot de door Moskou gedomineerde Euraziatische Unie toe te treden.

Toch had het land tot dusver geen duidelijke keuze gemaakt tussen Rusland en het Westen en had het land tot vooralsnog geen enkel teken gegeven lid te willen worden van de Europese Unie, laat staan van de NAVO. De pro-westerse neiging van de regering in Bakoe bleef niettemin vrij duidelijk.

Azerbeidzjan is voor ongeveer 95 procent van zijn export afhankelijk van ruwe olie. De lokale munt, de Manat, is sinds december 2015 door het verder kelderen van de olieprijs sterk in waarde gedaald. Onlangs werden kapitaalcontroles ingevoerd, waaronder een belasting van twintig procent op de invoer van buitenlandse valuta.

Rusland zit zowat in hetzelfde schuitje en kan dus momenteel moeilijk zelf bijspringen. Daarom heeft Azerbeidzjan financiële hulp gezocht in het Westen en met name bij de Wereldbank en het IMF.

Die westerse instellingen denken er nu aan Azerbeidzjan vier miljard US dollar noodsteun te verlenen. Onderhandelingen daaromtrent zijn thans in Bakoe aan de gang.

Andere instituten, zoals de Aziatische Ontwikkelingsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, zijn kennelijk van plan eveneens die weg in te slaan.

Of Azerbeidzjan daardoor voorgoed voor het Westen heeft gekozen, zal de toekomst moeten uitwijzen.

Foto: (c) Reporters – Foto van Ilham Aliyev, president van Azerbeidzjan.