Wetenschap hulpje van de ideologie
Wil je nog een mening verkondigen, controleer dan even of de UGent daar al empirisch onderzoek naar heeft verricht.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe oproep van onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) tot de allochtone ouders om meer betrokkenheid te tonen en Nederlands te spreken werd onthaald op verontwaardigde reacties van professoren en onderzoekers. Piet Van Avermaet, directeur van het steunpunt Diversiteit & Leren (UGent), opende de aanval en noemde Crevits’ uitspraken ‘ronduit triest’. Daarmee was de toon gezet. Volgden nog allerlei deskundigen in De Standaard en De Morgen, waaronder querulanten als Michel Vandenbroeck, hoofddocent gezinspedagogiek (UGent) en Orhan Agirdag, professor aan het Laboratorium voor educatie en samenleving (KU Leuven). Maar het leitmotiv voor de klaagzang werd geleverd door professor Van Avermaet: Crevits’ uitspraken waren op geen enkel empirisch onderzoek gebaseerd. Wil je nog een mening verkondigen, controleer dan even of de UGent daar al empirisch onderzoek naar heeft verricht.
‘Onwetenschappelijk’, ‘niet gebaseerd op empirisch onderzoek’ … Achter al die verwijten aan het adres van de minister schuilt een wereld van hypocrisie. In de sociale wetenschappen, waartoe ook de pedagogie en de onderwijskunde behoort, is ‘wetenschap’ al decennialang het hulpje van de ideologie. Research wordt ideologisch gestuurd en dient ter bevestiging van vooropgestelde politiek welgevallige conclusies. Zo’n conclusie is dat ons onderwijs ongelijkheid produceert en allochtonen discrimineert. Dat politiek correcte fantasma is door de journalisten van onze kwaliteitspers tot algemeen geldende wijsheid verheven. Op de opiniepagina’s van De Standaard en De Morgen leveren activistische wetenschappers de ammunitie voor activistische journalisten. Kritische vragen bij de wetenschappelijkheid van al dat onderzoek worden niet gesteld.
In een interview dat Sietske Bergsma van ThePost Online afnam met Ruud Koopmans, hoogleraar sociologie aan de Humboldt Universiteit in Berlijn, zei die erg behartenswaardige dingen over het activisme in de sociale wetenschappen:
‘Dat is het probleem binnen de sociale wetenschappen, dat een deel van de docenten en studenten daar niet zit uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid, maar wetenschap beschouwt als politiek met andere middelen. Ze profileren zichzelf als “kritische wetenschapper”, maar als ik dat lees weet ik meestal hoe laat het is. Men denkt dat het geven van meningen en het kritiseren van anderen, dat dat wetenschap is. Terwijl een “kritische” wetenschappelijke houding bestaat uit met open vizier onderzoek doen, feiten verzamelen en kritisch staan tegenover je eigen aannames.’
Geen wonder dat Ruud Koopmans in onze activistische media het etiket ‘controversieel’ krijgt opgeplakt.
Foto: (c) Reporters
Tags |
---|
Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.
De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.