De wetenschappelijke erosie van het Nederlands
Jan Blommaert
foto © Jan Blommaert
Staat het Nederlands als wetenschappelijke taal onder druk ten voordele van het Engels? Jan Blommaert meent alvast van niet.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDeel twee van een vierdelig verslag van de studiedag ‘Engels in het HO’ aan de UGent. Gisteren de feiten, vandaag de autoriteit, morgen het debat en overmorgen iets extra.
Wie vergeleek in een wetenschappelijke paper uit 1996 het verband tussen taal en nationalisme in Vlaanderen en Tanzania? Welke Vlaamse sociolinguïst is dé autoriteit wanneer het gaat over superdiversiteit? Welke taalkundige geeft op zijn ‘linkse en kritische’ blog zijn gedachten titels als Het schijnbeleid van Theo Francken en De onderwijsideologie van de PISA-studies?
Jan Blommaert is hoogleraar Taal, Cultuur en Globalisering en directeur van Babylon, Center for the Study of Superdiversity aan Tilburg Universiteit. Op de studiedag ‘Engels in het HO’ van de UGent gaf hij na de feitenparade als laatste voor het middageten een keynote over de verengelsing van het Vlaamse hoger onderwijs.
Blommaert begon met toe te geven dat hij de uiteenzetting die hij had voorbereid doorgaans in het Engels gaf. Hij had zich voorgenomen geen Engelse begrippen te gebruiken. Het is bij dat voornemen gebleven. Niettemin gaf hij een boeiende en genuanceerde lezing vanuit sociolinguïstisch perspectief over verengelsing. Dat betekent dat hij kijkt naar feitelijk talig gedrag en de invloed van de specifieke sociale context daarop.
Wat is verengelsing?
Zoals het hoort in een wetenschappelijk betoog vertrok Jan Blommaert van een vraag: wat is dat, verengelsing? Een goede afbakening van concepten is immers de beste garantie op geldige conclusies. Eigenlijk vroeg Blommaert iets anders: wat is Nederlands en wat niet? Een vraag waarop het antwoord vaak niet vrij is van morele oordelen, zo vertelde Jan Blommaert. De elkeen welbekende discussie over de Nederlandse standaard- en tussentaal is daarvan een goed voorbeeld.
Dezelfde vraag geldt toch ook voor het Engels: wat bedoelen we precies met het Engels? Het antwoord hangt volgens de professor af van onze taalideologie. Die bepaalt het taalregime en neigt vaak naar homogenisering door te spreken over het Engels of de voertaal. Maar, zei Jan Blommaert, ‘meertaligheid en vermenging zijn de norm. Die meertaligheid uit zich in de registers, dat zijn de contextgevarieerde taaluitingen.De ideologie en de realiteit komen alleszins niet overeen.’ Bovendien is het Engels al langer dan vandaag onderdeel van het hoger onderwijs.
Lesgeven in het Engels
‘Eigenlijk’, zei Jan Blommaert, ‘gaat het debat over één segment van het geheel: lesgeven in het Engels.’ Anders gezegd: het Engels als mondelinge onderwijstaal staat ter discussie. De officiële situatie aan de Vlaamse universiteiten is er momenteel een van een meertalig regime: mondeling in het Nederlands en schriftelijk in het Engels. Maar de realiteit is contextafhankelijk en dus genuanceerder.
Maar vormt het Engels dan een bedreiging voor het Nederlands aan de Vlaamse universiteiten? Volgens Jan Blommaert alvast niet. Hoewel het Nederlands geschreven wetenschappelijk register onder druk kan staan, betekent dat niet het einde van het Nederlands in het hoger onderwijs. Want ook al krijgen studenten les in het Engels, ze blijven toch het Nederlands gebruiken, zoals in face-to-face-afspraken met hun docent.
De conclusie van Jan Blommaert: de meertalige registerverdeling zorgt ervoor dat het Nederlands overleeft als deel van meertalige regimes. Dat niet iedereen het daarmee eens is, bleek tijdens het debat na de middagpauze. Hoe dat debat verliep, vertel ik u morgen.
Joris Sterckx (°1977) is eindredacteur bij Doorbraak. Hij studeerde Taalkunde aan de VUB en Communicatie in Mechelen.
‘Ik voel een grote bezorgdheid om wat er in de maatschappij aan het gebeuren is.’ Doorbraak sprak met Heidi De Pauw, ceo van Child Focus.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.