Wie verbond al de burgers als broeders in een band?
Willy Kuijpers gevierd en gelauwerd
Willy Kuijpers op een N-VA-eetfeest, 5 juni 2019.
foto © Twitter Darya Safai
Een feestrede voor Willy Kuijpers van Artevelde, in het Sportcentrum te Herent op zondag 26 juni 2016.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDeze tekst verscheen voor het eerst op 28 juni 2016, als uitgesproken laudatio bij het afscheid van Willy Kuijpers uit de politiek. Vandaag, 18 november 2020 hernemen we de tekst uit eerbetoon en herinnering aan de zopas overleden bevlogen volksnationalist. Deze tekst is ook opgenomen in het vorige week verschenen boek Een kwestie van bestaan van Jean-Pierre Rondas.
*
* *
Wie verbond al de burgers als broeders in een band? Het is misschien een ietwat vreemde vraag waarop ik hier een antwoord wil geven. Sommigen onder u, vooral de kenners van de Vlaamse liederenschat, herkennen deze zin van ergens, maar ze moeten al diep in hun geheugen graven om hem thuis te wijzen. De zin staat in een Gents lied dat ik speciaal voor u heb meegebracht om er de Herentse oud-burgemeester mee te vieren. Een middeleeuwse bril als het ware, om ermee terug te blikken op zijn levensloop.
Dit ‘Arteveldelied’[i] huldigt Jacob van Artevelde, de volkstribuun die tijdens de Middeleeuwen van de stad Gent een soort stadsstaat had gemaakt, een stadsgewest en zelfs een stadsrepubliek. Het werd in 1863 geschreven en gecomponeerd om ermee op de Vrijdagmarkt het standbeeld van Artevelde in te huldigen, en ik ga er hier uit citeren niet alleen om iets over Willy Kuijpers te zeggen, maar ook om van mijn feestrede in een moeite door de 11-julirede van 2016 voor Herent te maken. Ik ga ermee aantonen dat over Willy Kuijpers spreken, of een 11-julirede houden die een mogelijke toekomst van Vlaanderen moet schetsen, overeen uitkomt.
De tekst heeft de simpele structuur van vraag-en-antwoord. Een stem uit het volk, van iemand die blijkbaar pas terug is van een lange reis in het buitenland, vraagt: ‘Wie was het eigenlijk, die al dit goeds voor ons heeft gedaan?’ Een tweede stem van iemand die thuis is gebleven en die het allemaal van nabij heeft meegemaakt antwoordt: ‘wel hij, die daar, hij was het die dit alles voor ons heeft gedaan’. Hij daar, dat was toentertijd de democraat en republikein avant la lettre Jacob van Artevelde. ’t Was de held, ’t was de held, en de roem van ons land. Hij herbracht hier de rust op een teken van zijn hand.
Al de burgers
Maar de onwetende vragensteller laat niet af. Want wat hij na zijn lange afwezigheid in de stadsgemeenschap heeft opgemerkt vindt hij ongehoord en ongezien. Er is namelijk iets dat, in tegenstelling tot vroeger, de burgers verbindt. Ze gedragen zich anders. Ze gedragen zich zowaar als broeders in een band. Wie, vraagt de onwetende vragensteller, wie heeft dat gedaan? Wie verbond al de burgers als broeders in een band? Toen was het Artevelde, maar vandaag kan ik, een van de wetenden die thuis zijn gebleven, daar gerust op antwoorden: het is ‘hij daar’, de hedendaagse democraat en republikein Willy Kuijpers, wiens streven dit zijn hele leven is geweest.
Al de burgers als broeders in een band verenigen. Ziedaar, beste vrienden, niet alleen de kern van Willy Kuijpers’ levensprogramma, maar ook van het programma van de Vlaamse Beweging.
Er staat: al de burgers. Iedereen. Iedereen die hier woont in het Vlaamse deel van dit ondermaanse. Ook de verschoppelingen? Jawel, ook de verschoppelingen en de uitgestotenen, de inburgeraars zowel als de inboorlingen, de armen van geest zowel als de armen van geld: al de burgers. De werkers van het elfde zo goed als die van het eerste uur. Zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en nog meer zij die vervolgd worden om der gerechtigheid wille.
Kortom, al die Vlaamse en wereldburgers voor wie Willy en Lieve zich hun leven lang hebben ingezet. De gevangenen die ze hebben bezocht, de vreemdelingen die ze hebben geherbergd, de naakten die ze hebben gekleed, en de mensen aan wie ze eten en drinken hebben gegeven. Al die mensen aan wie ze (plaatsvervangend) barmhartige werken hebben gedaan, niet abstract in de lucht, maar concreet op de grond en in het huis dat op hun grond staat.
Maar het lied zegt nog meer.
Willy Kuijpers heeft dat alles niet gedaan ‘op een teken van zijn hand’, wel integendeel. Hij heeft ervoor een leven lang aan de weg moeten timmeren. Het teken van de hand van Jacob van Artevelde daar op de Gentse Vrijdagmarkt lijkt nogal autoritair. Willy deed het met het teken van zijn voorbeeld: zijn voorbeeld van politiek bedrijven, zijn voorbeeld van actie voeren, zijn voorbeeld van samenleven in de gemeenschap.
Vlaanderen eerst, of Vlaanderen later? Een plan of een voorbeeld?
Zo lost Willy Kuijpers een probleem op dat zich vaak stelt tussen Vlaams rechts en Vlaams links, of tussen linkse en rechtse flaminganten, of tussen marxisten en nationalisten. Het gaat om een keuze tussen prioriteiten. De ene kiest voor een plan, de ander voor een voorbeeld. Plan of voorbeeld: het maakt een wereld van verschil. De Vlaams-nationalist Willy heeft politiek bedreven voor vandaag en morgen, en heeft het voorbeeld gegeven voor overmorgen. Ik verklaar me nader.
Eerst de linkse planologie. De marxisten opteren ervoor om het Vlaanderen van morgen eerst helemaal uit te tekenen. Pas als ze ervan overtuigd zijn dat het onafhankelijke Vlaanderen een links Vlaanderen zal zijn, gaan ze voor onafhankelijkheid. Ze denken daarbij aan de Catalaanse en de Schotse nationalisten, die in meerderheid links zouden zijn. Maar omdat ze bevreesd zijn dat de grondstroom in Vlaanderen nu eenmaal anders stroomt, stellen ze de autonomie uit – ad kalendas, want die ‘rechtse’ grondstroom lijkt niet zomaar in een-twee-drie te keren.
Dat is een zeer eigenaardige redenering. Eerst en vooral geraken deze mensen niet in het reine met hun eigen principe van zelfbeschikking. Vervolgens redeneren ze niet democratisch, omdat ze zich niet wensen neer te leggen bij het huidige oordeel van een bevolking die in meerderheid het oudbakken partijlinks van vandaag verwerpt. Precies daarom stellen ze de zelfbeschikking uit. Het is al evenzeer een partijdige redenering die de stem van het volk van vandaag miskent. Volgens deze redenering kan een goed Vlaanderen alleen een links Vlaanderen zijn (wat dit ook moge inhouden). Het parool luidt dan weliswaar niet ‘rood of geen brood’ (want dat dateert uit de tijd dat de coöperatieven nog aan broodbedeling delen), maar het luidt wel: ‘rood of geen Vlaanderen’.
Maar ook de stem van het volk van morgen wordt door deze redenering gesmoord. Want hoe kan je nu al weten hoe Vlaanderen er later uit zal zien? Hoe kan je weten wat de toekomst brengt? Men kan dat proberen te bepalen door nu al een reeks wetten af te kondigen die lang zullen standhouden; maar hoelang houden sommige wetten stand? Wat een pretentie en wat een dirigisme. Ik heb een voorstel: misschien mag het toekomstige Vlaanderen zelf wel kiezen hoe het zal zijn en hoe het zal willen zijn!
Het antwoord luidt dus dat je die toekomst niet hoeft te kennen of planmatig uit te tekenen om naar zelfbeschikking te kunnen streven. Vlaamse bewegers die kiezen voor ‘onafhankelijkheid éérst’ hoeven niet te wachten op de definitieve blauwdruk voor het toekomstige Vlaanderen. Onze toekomst verandert immers elke dag. De toekomst van vandaag is niet die van morgen, want ondertussen is er iets gebeurd wat misschien een heel andere toekomst wenselijk maakt dan de toekomst die we vandaag hebben gewild. Flaminganten zoals ikzelf willen in elk geval de mogelijkheid creëren dat het toekomstige Vlaanderen de keuze over hoe te leven zèlf zal kunnen maken. Dus komt het streven naar onafhankelijkheid eerst, en dan bepalen verkiezingen of referenda welke richting we aan de maatschappij willen geven. Dat is de juiste democratische volgorde.
Wie dit ontkent vindt eigenlijk dat de Belgische bevoogding van Vlaanderen best OK is, en dat de definitieve ontvoogding en ontgrendeling van Vlaanderen niet zo dringend is. Wie dit ontkent wil nog liever een onrechtvaardig en inefficiënt België dan een autonoom Vlaanderen, waar Vlaanderen met Vlaanderen kan doen wat Vlaanderen wil.
De andere optie is dus veel eenvoudiger en eerlijker. Ze houdt in dat de politicus politiek bedrijft voor vandaag en morgen, en voorbeelden stelt voor overmorgen – precies zoals Willy Kuijpers heeft gedaan. Hij heeft niet op plannen gewacht om nu al te ijveren voor een Europa der volkeren. Hij is niet er niet mee opgehouden zijn geloof te belijden in een Vlaams volk. En omdat we natuurlijk nu al mogen en kunnen aangeven hoe aan ons land Vlaanderen het best vorm wordt gegeven, heeft hij het prioriteitenprobleem opgelost door het grote voorbeeld van zijn politiek leven.
De voorbeden in het teken van zijn voorbeeld
Ikzelf denk dat Vlaanderen zou moeten zijn zoals Willy het heeft voorgeleefd. Ik wil dit zelfs afsmeken zoals in de liturgie, in de vorm van de zogenaamde voorbeden. Willy is trouwens altijd die rebelse Chiroleider gebleven, hij zal deze taalvorm dus wel herkennen: het is toch zondag vandaag.
Een. Willy was lange tijd dictieleraar en ABN-ijveraar, en dat kan je nog altijd horen aan zijn uitspraak en zijn taalvaardigheid. Vandaag is die taalzorg ver heen, en zijn er zelfs taalkundigen die er hun beroep van maken om taalonkunde te verspreiden.
Moge daarom Vlaanderen Nederlands of Vlaams-Nederlands blijven spreken zoals Willy het ons voordeed.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?[ii]
Twee. Vlaanderen heeft het (om heel goede redenen trouwens) moeilijk met nieuwkomers en volksverhuizers. In een dubbelinterview met Lieve en Willy lees ik dat het vooral deze laatste was die aandrong op leefregels in hun open huis.
Moge Vlaanderen de verschoppelingen opnemen in het Vlaamse huis zoals Willy dat heeft voorgedaan: met regels die het die mensen mogelijk maken zich hier als burgers te ontplooien.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?
Drie. In de loop van de twintigste eeuw hebben veel flaminganten hun foute allianties en hun stommiteiten geprobeerd te verontschuldigen door zich op hun zogenaamde idealisme te beroepen. Op die manier hebben ze het idealisme in een kwaad daglicht en in een kwade reuk gesteld. Nu, Willy is zijn leven lang zonder blikken of blozen een idealist geweest.
Moge Vlaanderen opnieuw aan het idealisme een levenspositieve invulling geven zoals Willy ons dat heeft voorgedaan.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?
Vier. In de vorige verkiezingen en in de huidige peilingen halen de beide flamingante partijen samen 40 % van de stemmen, dat is in de geschiedenis van de Belgische staat een nooit gezien aantal burgers, bijna zoveel als er in het Verenigd Koninkrijk voor een brexit hebben gestemd. Dat komt door wat men noemt de penetratiegraad van de flamingante politicus, ook in de kleinere kiesdistricten. Willy was ook daar een kampioen in.
Mogen alle Vlaamse politici, van De Panne over Herent tot Opgrimbie, zich voor hun kiezers inzetten zoals Willy hen dat heeft voorgedaan.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?
Vijf. De politicus Willy Kuijpers was iemand die zijn tegenstanders kon doen lachen terwijl hij bezig was hen een kloot af te trekken.
Mogen alle flamingante politici net zoals Willy beschikken over de schalksheid van Uilenspiegel en de sluwheid van Reynaert.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?
Zes. De politicus Willy Kuijpers was de tedere anarchist die met een kwinkslag het systeem heeft ondergraven: met name het Belgische systeem van vergrendeling en minorisering van de Vlaamse demografische en democratische meerderheid. Zoals Willy in de praktijk heeft aangetoond is het flamingantisme de enige antisystemische beweging in de staat België. Alle andere partijen hebben zich aan het systemische establishment van België verkocht.
Mogen de opvolgers van Willy op even anarchistische wijze zich immuun betonen voor de ‘optimale’ smeer van de kandeleer of voor de vetpotten van het paarse land.
Enkel dat, ik vraag niet meer: kan je lachen Lieve Heer?
Rusteloze broeders
En nee, met deze voorbeden heb ik Willy nog niet heiligverklaard. Daarvoor heeft hij te veel gebreken (iets aan zijn heup, iets aan zijn hart, noem maar op). Maar aan de hand daarvan kunnen we wel het juiste antwoord geven op de vraag die zingend werd gesteld toen in 1863 Arteveldes standbeeld werd ingehuldigd: wie verbond al de burgers als broeders in een band? Waarbij ik moet denken aan Willy’s spontane reactie op het nieuws van het overlijden van Christian Dutoit, een van zijn Vlaamse kompanen in allerlei acties in Baskenland. Hij reageerde met een vers van Herman Gorter:
Zij stonden daar als broeders in ’t licht
Van één familie en elkaar gelijkend.
En zo, lieve vrienden, zijn we terug bij het Arteveldelied aanbeland. Ik moet bekennen dat er nog één foutje in zit. In 1863 luidde de eerste vraag: ‘Wie herbracht hier de rust op een teken van zijn hand?’ We gaan die eerste vraag moeten herformuleren opdat het een Kuijperslied zou worden. Rust herbrengen! Heeft Willy ooit rust gebracht? Waar? In Baskenland? In Eritrea? In Rusland? In Vlaanderen? In Herent? We zouden hem beledigen als we hem rust zouden aanwrijven.
Neen, ik wil hem eren als een rusteloze, een woelwater, een stokebrand in het huis van de politiek, en daarom gaan we van nu af aan in zijn lied een woord vervangen. In plaats van ‘wie herbracht hier de rust’ moet het worden ‘wie verbrak hier de rust’, ook in de officiële versie die hier straks gezongen wordt. Maar nu al zeg ik: ’t was de held / en de roem van ons land: Willy Kuijpers! (Tris)
(Johan Uytterschaut zingt de eerste strofe van het Arteveldelied)
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).
Na een in memoriam voor zijn leerling Luc De Vos, herdenkt J.P. Rondas zijn poësisleraar Paul Heirwegh die dit jaar overleed. Opdat verleden lessen niet verloren zouden gaan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.