Het is gezegd, de kogel is door de kerk. Johan Derksen wil dat Baudet wordt geliquideerd. Hij heeft het gezegd op televisie, staalhard en zonder een spier te vertrekken. 'Als mij iets overkomt', sprak Pim Fortuyn tegen premier Kok, enige dagen voordat hij door Volkert van der Graaf werd vermoord, 'dan kunt u uw handen niet wassen in onschuld. Want u heeft het klimaat mede gecreëerd'. Enige jaren terug riep een activiste al in het openbaar: 'Als je Thierry wil…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Het is gezegd, de kogel is door de kerk. Johan Derksen wil dat Baudet wordt geliquideerd. Hij heeft het gezegd op televisie, staalhard en zonder een spier te vertrekken. ‘Als mij iets overkomt’, sprak Pim Fortuyn tegen premier Kok, enige dagen voordat hij door Volkert van der Graaf werd vermoord, ‘dan kunt u uw handen niet wassen in onschuld. Want u heeft het klimaat mede gecreëerd’.
Enige jaren terug riep een activiste al in het openbaar: ‘Als je Thierry wil doodschieten, roep dan pief!’ Zij is daarvoor veroordeeld. Een docent aan de Universiteit Utrecht smeekte op Twitter dat Volkert van der Graaf weer in actie kwam. Hij mocht zijn baantje behouden, voor hem veranderde er niets. Nog geen half jaar terug herdacht Nederland de moord op Pim Fortuyn. We zijn sindsdien niets beter, niets wijzer. De situatie is verergerd.
Minister Yeşilgöz bij haar omstreden HJ Schoo-lezing.
De afgrond van deugend rechts
Het gaat weer net zo zijn als met Fortuyn. De media en de politieke bovenklasse scheppen samen de sfeer, creëren het klimaat, en tonen daarna gezamenlijk valse rouw, heimelijk opgelucht. Dit vestigen van de sfeer, waarvan Johan Derksen bezeten is geraakt, komt niet uit de lucht vallen. De bestuurlijke klasse zet zélf de toon. Dat blijkt uit de recente voordracht van Dilan Yeşilgöz (VVD), de minister van Justitie en Veiligheid, waarin zij Baudet demoniseert. Intussen is er heel wat gezegd over haar HJ Schoo-lezing. Leden van de oppositie voelden zich bekritiseerd en reageerden fel: deze opmerking van Derksen onderstreept dat zij gelijk hadden. Toch is het verstandig om van een wat grotere afstand nog eens te reflecteren op de voordracht en op de politiek-maatschappelijke implicaties ervan.
Laten we eerst stilstaan bij de context van de speech. De lezing is vernoemd naar Hendrik Jan Schoo (1945 – 2007), die hoofdredacteur was van Elsevier. Hij stond voor ‘deugend rechts’, wat wil zeggen: het type rechts dat vooral respectabel wil blijven in gegoede kringen. Een tikkeltje elitair en racisme mag, maar alléén met een borrel op en in het gezelschap van ‘ons soort mensen’. Ze kijken neer op iedereen die daadwerkelijk opkomt voor de belangen van het volk, omdat negen van de tien problemen waarmee het volk kampt, toch nooit hun problemen zullen worden.
Staatsrechtelijke idiotie
VVD-politici tappen dikwijls uit dit vaatje wanneer de peilingen hun zorgen baren en er verkiezingen aankomen. Plots horen we dan van VVD-politici dat straffen strenger zullen worden en dat vandalen gaan betalen. Geen cent meer naar Griekenland, criminele Turken moeten ‘oprotten’ naar eigen land, enzovoorts. En na de verkiezingen komt er een regeerakkoord dat het over ‘institutioneel racisme’ heeft. En ook de ‘bed-, bad- en broodregeling’ (voor uitgeprocedeerde asielzoekers, nvdr) gaat gewoon door. De massa heeft het geheugen van een goudvis en trapt er steeds weer in. Dit verklaart de neerbuigende houding van ‘deugend rechts’. Dat weet immers: een paar statements voor de verkiezingen en de status quo blijft overeind.
Inhoudelijk zijn twee punten aan de speech erg schrikbarend. Yeşilgöz heeft oppositiepartijen bij naam genoemd en bestempeld als ‘gevaar voor de rechtsstaat’. Thierry Baudet antwoordde hierop dat het een minister staatsrechtelijk absoluut niet past om namens het kabinet de les te lezen aan Kamerleden. En dan gaat het om het op een gevaarlijke manier framen van Kamerleden wier grondwettelijke rol het is om het kabinet te controleren, en niet omgekeerd.
Steeds krankzinniger en absurder
Een gevaarlijke gek drong laatst al het huis binnen van BVNL-Kamerlid Kamerlid Wybren van Haga — het wordt steeds absurder. Daar werd nauwelijks op gereageerd, terwijl iemand die aanbelde bij de D66-minister Kaag om een kritisch gesprek te voeren, wél werd opgepakt en vastgehouden. Deze gang van zaken, plus de speech, maakt barsten in onze rechtstaat zichtbaar. Als we deze lijn doortrekken komt het erop neer dat het kabinet kan doen wat het wil, terwijl onze volksvertegenwoordigers vogelvrij zijn. Zij zijn uitgeleverd aan volksmenners als Derksen en elke eenzaat die vervolgens meent Nederland van een ‘nieuwe Hitler’ te moeten bevrijden.
Als u denkt dat dit te dramatisch klinkt, sta dan stil bij het volgende. Het aandringen bij grote techbedrijven, bij de monopolisten van de grote platforms waar het publieke debat plaatsvindt, om oppositiegeluiden uit te zetten onder het mom van ‘verantwoordelijkheid nemen’, zoals minister Yeşilgöz deed, hoort niet bij een functionerende rechtsstaat. Want juist de minister van Veiligheid en Justitie is aansprakelijk voor de veiligheid van de volksvertegenwoordigers die door zulke frames juist worden bedreigd. Ja, ze noemde de Kamerleden die door kiezers zijn aangewezen om haar te controleren ‘extreemrechts’. En ja, er werd gezegd dat burgemeesters en techreuzen ervoor moeten zorgen dat zulke stemmen van het digitale dorpsplein worden verwijderd.
Het demoniseren van oppositie-Kamerleden
Als ministers aandelen bezitten, dan geldt dit als een staatsrechtelijk risico. Je kunt erover discussiëren of zij deze aandelen bezitten als privépersoon, maar links- of rechtsom vertegenwoordigt een minister de Nederlandse staat. Of het nu gaat om het bezit van aandelen of om het ventileren van kritiek op parlementsleden door een minister — in beide gevallen is er een staatsrechtelijk risico. Wanneer zij spreekt vertegenwoordigt Yeşilgöz niet haarzelf, als privépersoon met een mening. En de Nederlandse staat mág geen politieke mening hebben over Kamerleden.
Staatrechtelijk is dit aspect van de lezing helemaal verkeerd. Ook snap ik niet dat het kabinet dit risico neemt, nadat het al met de billen bloot is gegaan op de poging om Kamerlid Omtzigt weg te promoveren. Tenzij de insteek is om bewust te polariseren, en dat lijkt inderdaad het geval.
Ook zou een minister moeten oppassen met het gebruik van termen als ‘nepnieuws’ en ‘complottheorieën’. Alles wat er gebeurde rond, neem nu, Jeffrey Epstein, de politieke beïnvloeding van het RIVM (de Nederlandse evenknie van Sciensano, nvdr) of de schimmige onderhandelingen tussen EU-voorzitster Ursula von der Leyen en Pfizer, laat zien dat alles voortdurend in beweging is. De krantenkoppen van vandaag zijn de complottheorieën van gisteren. Voor alle grote historische ontwikkelingen en wetenschappelijke omwentelingen geldt dat er voortdurend debat is op weg naar de waarheid. Als je denkt dat je dit als bewindspersoon kunt bevriezen omdat een bepaalde mening niet gunstig is voor je cijfers in de peilingen, dan schep je een totalitaire dictatuur.
Het vluchten van haar ouders uit Turkije
Zo komen we op het meest trieste aspect van haar speech. Yeşilgöz noemde het vluchten van haar vader en moeder uit Turkije. Zij protesteerden tegen het heersende regime en voelden zich niet meer veilig. De kans is groot dat de opinies die haar ouders uitdroegen uitsluitend te communiceren waren via de alternatieve media. En dat waren de media die het heersende Turkse regime bestempelde als kanalen voor nepnieuws en complottheorieën. Inmiddels zijn de rollen omgedraaid: nu is het de dochter van de gevluchte anti-overheidsdenkers die de kritische oppositie de maat neemt. Ongetwijfeld waren de ouders van Yeşilgöz in haar ogen net zo’n gevaar voor de rechtstaat als de oppositiepartijen en hun kiezers, die nu als bedreiging voor Nederland worden afgeschilderd.
Ik vraag me af hoe ze erop zou reageren als ze dit leest. Hopelijk kijkt ze diep in zichzelf, en denkt ze na over waarmee ze bezig is. Maar deugend-rechts kennende komt het nooit op zo’n fundamenteel, existentieel punt. Waarschijnlijk denkt ze alleen: wat een rotverhaal, slecht voor de peilingen, welke macht hebben we om dit artikel minder zichtbaar te maken? Waarschijnlijk leidt het niet tot een introspectieve herbronning.
Waarom die haat tegen vrijdenkers?
Burgers worden te pas en te onpas als ‘anti-overheidsdenker’ bestempeld om hen buiten de orde te stellen. Echter, de onderliggende aanname van dit taalgebruik is dat kritische gedachten over de overheid altijd fout zijn. Niet alleen zou een VVD’er dit moeten weten (die was immers ooit ‘klassiek liberaal’), maar óók waren de ouders van de minister ooit tegen hun overheid in Turkije. Kennelijk was dat wél verdedigbaar.
Hoe bizar is het dat de VVD wil dat meningen op sociale media worden geboycot? De VVD is niet meer ‘vrijheid, blijheid’, maar is ‘trap die opruiers van het publieke forum af!’ Waar is de Rutte gebleven die ooit de vrijdenkersruimte in de Tweede Kamer oprichtte? Daarna rook hij de macht en brak die ruimte stilletjes weer af. Het zal wel in de tijdsgeest passen. De PvdA is ook niet meer ‘arbeiders moeten ook een huisje met een tuintje kunnen kopen’, maar is ‘hoeveel genders heb jij vandaag?’ D66 is niet meer ‘referendum’, maar is ‘elke burger een CO2-budget’. GroenLinks is geen ontblote vrouw meer die de ruimte omhelst, maar staat inmiddels met een hoofddoek bij de interruptiemicrofoon.
Hypocrisie rond bevolkingsontwikkeling
Dat brengt ons tot het laatste punt: het is hypocriet om het vluchtverhaal en de acties van de Turkse overheid aan te halen. De Turkse overheid was — voordat de AKP van Erdoğan de macht kreeg — een seculier land geleid door een seculier regime. Er waren destijds al veel radicale moslims: gelovigen die de islam letterlijk nemen, en daardoor kon die seculariteit slechts worden behouden onder de loop van een geweer.
En feitelijk eindigen alle moslimlanden zo. Dat mogen we wel stellen nu die religie meer dan 1400 jaar oud is en zich over de hele wereld heeft verspreid. Óf het eindigt met een theocratie zoals in Iran en Afghanistan, waar je als burger al bij de schijn van godslastering door een meute van geloofsfanatici kunt worden gelyncht, óf het eindigt met een seculiere dictatuur zoals in Egypte en Syrië. Zo’n seculiere dictatuur komt dan neer op het beste van twee onvermijdelijke kwaden. De minister zwijgt over het ontstaan van enclaves in Europa, waar informeel de sharia geldt, en de prognoses over de bevolkingsontwikkeling. Samen vormen zij een toekomstbeeld dat de hele lezing overschaduwt.
Anti-overheidsdenken is nodig
Mijn conclusie is: lang leve het anti-overheidsdenken, dat door speeches zoals die van de minister extra voeding krijgt. Of het nu gaat om stikstof, immigratie of inflatie — op alle fronten kraakt de samenleving. Wie zich uitspreekt is echter een extreemrechts complotdenker, die volgens Johan Derksen nu zelfs moet worden doodgeschoten. Hij zegt het op tv. Waarschijnlijk zouden de ouders van Yeşilgöz destijds hebben gezegd: ‘Het werkelijke gevaar komt niet van burgers die de overheid alleen ten koste van sociale status, inkomsten en zelfs baanverlies kunnen tegenspreken. Het échte gevaar komt van de machthebber, die geen enkel risico loopt qua status of macht, maar die met één beslissing niet alleen je woorden kan uitwissen maar je ook tot een maatschappelijke verschoppeling kan maken.’ Wat een ironie van het lot, dat nu precies hun dochter in die positie is.