JavaScript is required for this website to work.
post

Zwart-wit in de Vlaamse film

Kleurrijke verhalen

Freddy Sartor2/12/2020Leestijd 4 minuten
De kleurrijke Vlaamse film wordt momenteel vertegenwoordigd door het olijke duo
Adil El Arbi en Bilall Fallah, filmmakers met commerciële potentie.

De kleurrijke Vlaamse film wordt momenteel vertegenwoordigd door het olijke duo Adil El Arbi en Bilall Fallah, filmmakers met commerciële potentie.

foto © Cinergie.be (CC BY 3.0)

Hoe kleurrijk is de Vlaamse film? Welke filmmakers met roots in het buitenland krijgen in het Vlaamse filmlandschap kansen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zijn films een spiegel van de samenleving? Of net een vlucht uit de maatschappij? De Hollywood- en de Bollywoodfilms bijvoorbeeld zijn exponenten van de tweede categorie. De wereldfilm en de Europese film van de eerste. Al is het uiteraard wat kort door de bocht om dat zo zwart-wit te willen stellen. Gewoonlijk zijn in alle landen met een filmtraditie (hoe minimaal ook) beide tendensen aanwezig. Meestal wordt er een (andere?) opdeling gemaakt in commerciële film en auteursfilm. Uiteraard ontsnapt de Vlaamse film niet aan deze wetmatigheid. Het onderwerp van dit artikel is evenwel: hoe divers, hoe kleurrijk is de Vlaamse film? Zelfs daar dringt een scheidingslijn zich op tussen meer commerciële films en persoonlijke getuigenissen.

Adil en Bilall

De kleurrijke Vlaamse film wordt momenteel vertegenwoordigd door het olijke duo Adil El Arbi en Bilall Fallah, filmmakers met commerciële potentie. Voor hun derde bioscoopfilm Patser kozen ze niemand minder dan ‘patser’ Matteo Simoni voor de hoofdrol, om ‘zichzelf te spelen’ zoals Simoni in enkele interviews toegaf. Geen verwonderlijke keuze, want Simoni is een van onze topacteurs.

Adil en Bilall jongleren sinds hun eerste kortfilm Broeders maar al te graag met clichés. Het is hun bedoeling om deze huizenhoge clichés te kunnen tegenspreken en ermee af te rekenen. In een kortfilm wil dat nog wel lukken. Maar in een langspeelfilm die staat of valt met veellagigheid en met nuance, is dat al veel moeilijker.

In hun eerste film Image haalden ze de journalistiek over de hekel. Maar in Black — een gevecht tussen enkele straatbendes in het Brusselse — liep het behoorlijk fout. De film stond stijf van seksisme en racisme. De Noord-Afrikaanse bende keek niet alleen neer op de zwarte medemens, maar behandelde hem ook navenant. De zwarte gemeenschap was geshockeerd. Not amused.

Opstapje naar Hollywood

In Patser — ook al een misdaadverhaal rond machogedrag, drughandel en vrouwen — was het opnieuw van dat! Al lag deze keer het accent van de makers nog meer op actie. De knap gemonteerde actiescènes en grofgebekte dialogen moesten het tekort aan diepgang en psychologische ontwikkeling van de personages camoufleren.

Het bleek het ideale visitekaartje voor een opstap richting Hollywood. Daar mochten ze op uitnodiging van Will Smith Bad Boys for Life  opnemen. Niet zonder succes. De film kwam begin dit jaar in de bioscoop. Geholpen door covid-19 dat het hele filmverkeer stillegde — bioscopen moesten dicht, filmopnames stopgezet enzovoort —, scoorde de film op één na het best qua recette in 2020. Terwijl andere naar Hollywood uitgeweken Vlaamse filmers met hangende pootjes zijn teruggekeerd, lijkt hun broodje in het mekka van de film gebakken. Het tweetal is momenteel ook actief als filmproducenten (in België én Nederland). Maar wild enthousiast over hun films kan een recensent echt niet zijn.

Koerdische films

Raar misschien, maar waar. Drie cineasten met roots in Koerdistan zijn actief binnen de Vlaamse film. Hun verhalen gaan terug naar hun regio’s. Bavi Yassin (uit Iraans-Koerdistan) studeerde in 2013 af aan de filmschool in Brussel — het Rits — met The Lost Voice (verloren stem). Dat is een kortfilm over een in Irak in ongenade gevallen en gevluchte zangeres die in België in een opvangcentrum is terecht gekomen.

Sahim Omar Kalifa (uit Iraaks Koerdistan afkomstig), maker van onder meer de op tal van filmfestivals gelauwerde kortfilm Bagdad Messi, debuteerde niet eens zo lang geleden met Zagros. In de film wordt de zwangere vrouw van een schaapherder vreemdgaan beschuldigd. Ze vlucht samen met haar dochtertje naar België. De schaapherder gaat zijn vrouw achterna. Of gaat hij haar terughalen?

Bülent Öztürk, ten slotte, is een politieke vluchteling uit Turks Koerdistan. Hij portretteerde in Blue Silence op een sfeervolle, intimistische manier een soldaat die tijdens het Turks-Koerdische conflict in de jaren 90 undercover was gegaan. Alle drie verhalen uit het persoonlijke herinneringsalbum, uit de memorie van deze gedreven filmmakers.

Ontbolsterend talent

Ook raar, maar waar. De Latijns-Amerikaanse film in Vlaanderen staat ondanks Ronnie Ramirez, Andres Lübbert (van het excellente portret van zijn vader: El Color del Camaleon) en anderen nog in zijn kinderschoenen.

Een derde wezenlijke factor in de Vlaamse film is Afrika — Leuven heeft al jaren een prachtig Afrika Filmfestival — al zal het koloniale verleden van België daar wel enigszins mee te maken hebben. Veelbelovend jong talent zoals Ines Eshun, die afstudeerde met Het leven van Esteban, en Anthony Nti (afkomstig uit Ghana), die met elk van zijn korte films (Boi, Good Night) overal in de prijzen valt, moet nog ontbolsteren. Al werkt Nti wel aan een langspeelfilm: Postcard.

Verboden vrucht

Wie wel al zijn strepen heeft verdiend in het Vlaamse filmlandschap is Georges Kamanayo (°1947). Hij was de eerste (half)zwarte cameraman die door de toenmalige BRT werd aangenomen. De in Rwanda geboren metis, uit een Rwandese vrouw en een Belgische man, werd als 14-jarige uit Afrika ontvoerd. ‘Het kind van de zonde’ of ‘Verboden vrucht’ kwam eerst in een weeshuis terecht en tenslotte in een warm pleeggezin. Op de BRT werkte hij vooral voor de Nieuwsdienst en Panorama.

Zijn zelfportret Kazungu, de metis is zijn bekendste film. En hij maakte erg gesmaakte documentaires. Daarin gaat hij bijvoorbeeld op zoek naar zijn moeder in Rwanda. Hij vond haar terug, maar ze was al blind. Ook zijn vader wist hij te traceren, in een dorpje bij het Franse Nice. Spannende en emotionele films, dat spreekt voor zich. Als Eurafrikaan is hij de verpersoonlijking van de onmiskenbare link tussen Europa en Afrika, tussen België en Rwanda. Kamanayo maakte ook naam als Vlaamse coproducent van het populaire Pièces d’identités van Mweze Ngaura.

Maar zijn levenswerk is nog niet af. Jaren geleden vernam hij voor het eerst het bestaan van ‘het bot van Ishango’. Wetenschappers vertelden hem dat de wiskunde niet van Arabische, maar van Afrikaanse oorsprong was. Het bot van Ishango — daterend van zowat 20 000 voor Christus — was daar het bewijs van. Bovendien was de Ishango-beschaving gesitueerd in de geboortestreek van Kamanayo: het oude Rwanda. Een reden te meer om zich in het unieke project vast te bijten. Kamanayo maakte alle opnames behalve de slotscène. Die werd door een PS-minister zonder reden tegengewerkt. Daardoor werd de film getorpedeerd en ligt hij nog altijd onafgewerkt in Kamanayo’s la. Een pijnlijke geschiedenis die hopelijk binnenkort (?) nog slechts een voetnoot in zijn biografie zal blijken te zijn. Als de film er komt tenminste!

Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.

Commentaren en reacties