Twintig jaar Vlaams Huis in Brussel
De verjaardag als aanzet tot een terugblik
Jozef Ostyn, Brussels Vicegouverneur en voormalig Kabinetschef van CD&V-politica Brigitte Grouwels (rechts) tijdens de viering 20 jaar Vlaams Huis
foto © Michaël Vandamme
Naar aanleiding van het twintigjarige jubileum van het Vlaams Huis: terugblik op de geboorte en levensloop van deze Vlaamse ontmoetingsplek
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOoit — il fut un temps — kende Brussel de zogenaamde ‘Baskische club’, de gangbare benaming voor de Gure Etxea (letterlijk: ons huis). Het was een plek waar je wel wat specialiteiten uit de regio kon vinden (al dan niet in fluïde vorm), maar het was vooral een gezellig ingericht oord waar bezoekers terecht konden voor een stevige babbel en dito verversing. Ontstaan in de schoot van de linkerflank van de Vlaamse Beweging (Arbeid, De Wesp en het nog steeds bestaande blad Meervoud), was vooral Christian Dutoit zaliger de bezieler van dit initiatief van begin jaren negentig.
De Baskische kwestie kon altijd al op de grote belangstelling van deze politieke familie kunnen rekenen; Dutoit zelf noemde het steevast zijn tweede Vaderland. De obediëntie van het oord was uitgesproken links, maar daarom niet minder Vlaams. En net dit laatste zorgde ervoor dat heel wat Vlaamse Bewegers hun weg vonden naar de ‘club’, aanvankelijk gevestigd vlakbij de KVS. Midden jaren negentig vond dan een verhuis naar de Zinnikstraat plaats (vlakbij het toen al weinig aantrekkelijke Anneessensplein), maar dat bleek vooral een opstap naar meer te zijn.
Ontstaan
Een samenspel van factoren brachten enkele mensen aan het denken. De oppervlakte van de gelijkvloers in de Zinnikstraat was simpelweg te klein. De ligging was wat ongemakkelijk (er sneuvelden in die jaren meer autoruiten dat bierglazen), maar vooral: er was wel nood aan een plaats die de oriëntering van Meervoud & Co. oversteeg. Een breed huis, centraal gelegen, waar Vlaamsgezinden ‘aller landen’ over vergaderruimte en andere diensen zouden kunnen beschikken. Een logistieke hub, in zekere zin.
De idee ontstond, rijpte en kreeg stilaan maar zeker gestalte. En als we een lijstje van founding fathers moeten opstellen? Christian Dutoit zaliger en diens partner en latere echtgenoot Bernard Daelemans natuurlijk, maar ook Joost Rampelberg (in die jaren voorzitter van de Brusselse VVB), Paul Van Cappellen (toen nog Meervoud) en Antoon Roossens, de maître à penser voor velen in de linkse buitenbaan van de Vlaamse Beweging.
‘Een aantal prioriteiten stonden van in het begin vast’, zegt Joost Rampelberg, de voorbije twintig jaar onafgebroken Voorzitter van de NV IMMOVLAH, het juridisch vehikel achter het project, maar daarover straks meer. ‘De locatie moest centrum Brussel worden, ongeacht of dat nu het politieke of culturele centrum was.’
Het aanbod van de hoofdstedelijke vastgoedmarkt zorgde ervoor dat het Vlaams Huis uiteindelijk in het politieke epicentrum terecht kwam. Letterlijk in de schaduw van het Vlaams Parlement, op springafstand van de federale Assemblées en vooral goed bereikbaar met zowel het openbaar vervoer als de heilige koe. Drukpersstraat 20, het werd al snel een begrip. Dichter en columnist Hendrik Carette had het al snel in zijn columns over de Sluikpersstraat.
Financieringsvraagstuk
Er was pand en locatie, tal van goede bedoelingen, maar ook het financieringsvraagstuk. Hoe krijg je dit betaald? ‘Op zich hadden we geluk dat de forse prijsstijging op de vastgoedmarkt nog niet plaatsgevonden had’, legt Joost Rampelberg uit. ‘We konden een herenhuis voor om en bij de 5 miljoen toenmalige franken op de kop tikken. Er werd dan nog een budget voor renovatie voorzien, maar voor die totale kost kun je in het Brussel van vandaag amper een flat verwerven. Eerder dan links en rechts naar giften te hengelen, hebben we een vennootschap met aandeelhouders opgericht. Wie wou steunen, kreeg in overeenstemming met zijn bedrag aandelen. Dividenden worden niet uitgekeerd, het is geen investering in de klassieke zin van het woord, maar de centen die je erin stopt gaan ook niet verloren. Je kan maar beter aandeelhouder van IMMOVLAH zijn dan ARCO-spaarder (lacht). En wanneer we die lijst van aandeelhouders bekijken, ontwaar je een grote diversiteit en vooral representativiteit. Het beantwoordt aan wat we wilden bereiken. Een ontmoetingsplaats voor Vlaamsgezinden in de meest brede betekenis van het woord. Een emanatie van de Vlaamse Beweging, zo u wil.’
Brussels DNA
Op een ruimere historische schaal bekeken is 20 jaar een peulschil, politiek is het een eeuwigheid. Toen het allemaal begon werd dit Koninkrijk geleid door ene Jean-Luc Dehaene, was Luc Vanden Brande de Vlaamse numero uno en brak de film Titanic alle records.
In die twee decennia veranderde ook Brussel fors. Geen enkele Europese hoofdstad onderging in die periode een dermate grote metamorfose. En in een periode dat het sociologisch DNA van de ‘Brusselse Vlaming’ evolueert tot in het beste geval ‘Vlaamse Brusselaar’, is er het Vlaams Huis waar menig bezoeker vooral op die band tussen de hoofdstad en haar ruime hinterland hamert.
De hele inventaris van de activiteitenkalender zou ons te ver brengen, maar laten we gewoon onthouden dat naast het faciliteren van de werking van tientallen organisaties, er ook tal van eigen initiatieven waren en zijn, vele boeiende brunch-gesprekken bijvoorbeeld. In de Drukpersstraat vergaderde de bende van de vier van de toenmalige Volksunie, waardoor het geen overdrijving is te stellen dat net daar de bouwstenen van de latere N-VA gelegd werden.
Christian Dutoit
Het hele project kan niet los gezien worden van de figuur van Chrtistian Dutoit, jarenlang hoofdredacteur van Meervoud en kastelein en zoveel meer van de tent. Gepokt en gemazeld in het stadscentrum, zorgde hij ervoor dat de gelagzaal al snel het kloppend hart van het project werd. Maar toen hij twee jaar geleden na een slepende ziekte de toog waarmee hij zo vergroeid was ruilde voor de eeuwige jachtvelden, doken vragen op. Et nunc? Weduwenaar Bernard Daelemans — zelf nog bedrijvig in het volwassenonderwijs — nam een deel van het exploitatiewerk voor zijn rekening. Net als enkele vrijwilligers die met enthousiasme de toog en de rest bestieren. De vrees dat de continuïteit in het gedrang zou komen bleek onterecht.
Verjaardag vieren
In september 1998 was er de formele en vooral feestelijke opening. Druk bijgewoond, maar vooral de politieke diversiteit van het publiek viel op. Wat snel observatiewerk leerde dat zowat elke partij wel door een of meerdere mensen vertegenwoordigd was, van de club van Pater Versteylen tot die van Karel Dillen. Brigitte Grouwels (CD&V) nam er in haar hoedanigheid van toenmalig Minister van Brusselse Aangelegenheden het woord. Voor het 20-jarig bestaan deed men beroep op de ‘eerste burger van Vlaanderen’, Jan Peumans dus. Maar die haalde het niet. Een afgelaste vlucht waardoor hij geblokkeerd was in het buitenland leidde tot de overmacht. Brusselaar en Vlaams Parlementslid Karl Van Louwe sprong in extremis in. Misschien een wat jammere beslissing, aangezien die een toch wel andere hoedanigheid heeft dan de Voorzitter van het Vlaams Parlement. Meer politicus, wat zeker in deze verkiezingstijd ervaren wordt. Het zij zo. Het volk was er. En abstractie makend van groen en blauw droeg die ook politieke diversiteit in zich.
Michaël is bestuurslid van het Vlaams Komitee voor Brussel en freelance journalist
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.