JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

Abortus is geen federale materie

Ivo Uyttendaele14/7/2020Leestijd 3 minuten
Waarde overheid: blijf uit ’s mensen privéleven en veroordeel geen dames die
overgaan tot een abortus – net zoals je niet gaat optreden tegen burgers die
‘zich schuldig maken’ aan homoseksuele/lesbische handelingen.

Waarde overheid: blijf uit ’s mensen privéleven en veroordeel geen dames die overgaan tot een abortus – net zoals je niet gaat optreden tegen burgers die ‘zich schuldig maken’ aan homoseksuele/lesbische handelingen.

foto © Belga Image / Thierry Roge

Ethische kwesties als abortus en euthanasie zijn in België gek genoeg nog steeds federale materie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Abortus en euthanasie als een federale materie behandelen. Dat is de structuur van het land negeren en spotten met de essentie van democratie. Bij de tweede staatshervorming (1980) kregen de toen bestaande cultuurgemeenschappen ook persoonsgebonden aangelegenheden onder hun bevoegdheid. Sindsdien werd een ellenlange waslijst van materies naar de gemeenschappen overgeheveld. Opvallend is dat ethische kwesties een federale bevoegdheid zijn gebleven.

Persoonsgebonden materie

Van de daken schreeuwen dat iedereen het recht heeft op een eigen mening scoort goed. Erkennen dat dit een persoonsgebonden materie is, met alle consequenties van dien, is echter een brug te ver. Niets is persoonlijker dan hoe men denkt over iemand of iets. Over wat wel of niet door de beugel kan. Over wat de stem van het geweten zegt. Vrijdenkende liberalen hebben de stem van hun geweten echter schijnbaar nooit gehoord.

Normen en waarden zijn begrippen die men periodisch uit de kast haalt. Bij elke oproep tot een ethisch reveil doet men een beroep op de verantwoordelijkheidszin en het geweten van elke burger. Het ligt dan ook voor de hand dat men met diens mening rekening houdt bij het ordenen van de samenleving. Gewetensvraagstukken zijn in België echter geen gemeenschapsmaterie. Zij zijn immers een bevoegdheid van de federale overheid gebleven. Deze inconsequentie wordt ogenschijnlijk opgelost door in bepaalde wetten te voorzien dat niemand kan verplicht worden tegen zijn geweten te handelen. Daardoor erkent men indirect dat zulke wet wel degelijk over persoonsgebonden materies handelt.

Verschillende benadering

Opvallend is dat politieke partijen die ijveren voor het communautariseren van een maximaal aantal materies er schijnbaar nooit een punt van hebben gemaakt ethische kwesties naar de gemeenschappen over te hevelen. Niet te begrijpen is dat CD&V, die wat ethische materies betreft in de voorbije decennia aardig wat klappen kreeg, bij de laatste staatshervorming niet stelde dat ethische problemen naar de gemeenschappen dienden te gaan. Toch is dat de evidentie zelf, daar persoonsgebonden materies daar thuishoren. De fameuze 541 dagen waren er vermoedelijk 542 geworden.

Opgeworpen wordt dat België één geheel is. Dat het dus al te gek zou zijn voor euthanasie en abortus andere regels te voorzien. Er zouden betreffende die materies immers nauwelijks verschillen tussen de gemeenschappen bestaan. Nochtans bewijst de vergelijking van het aantal gedeclareerde euthanasieën in het Nederlands en in het Frans het tegendeel. Volgens nauwkeurige berekeningen die ik maakte in mijn boek De Wetstrijd (Garant, oktober 2019, p. 217) , ligt het gemiddelde percentage euthanasieën op het aantal overlijdens voor de jaren 2016, 2017 en 2018 voor de Nederlandstaligen rond de 2,7% en voor de Franstaligen rond de 1,2%. Niet eens de helft!

Het doet er niet toe of dit verschil het gevolg is van minder verzoeken om euthanasie door Franstaligen of van een geringere inwilliging van die vragen door de artsen of van een beperktere bereidheid tot aangifte van de uitgevoerde euthanasieën door Franstalige artsen. Elke veronderstelde oorzaak toont een fundamenteel verschil in benadering door Nederlandstaligen en Franstaligen van dit ethisch probleem.

Abortus

Krasser nog is de huidige discussie rond een aanpassing van de abortuswetgeving. Als men de samenstelling van de Kamer als criterium neemt volstaat het even de neuzen te tellen om te zien hoe een federaal parlement in een zuiver persoonsgebonden materie als abortus aan een gemeenschap een wet kan opdringen die niet door een parlementaire meerderheid van die gemeenschap gedragen wordt. N-VA, CD&V en Vlaams Belang hebben samen 54 van de 89 Vlaamse Kamerzetels. Er mogen dus al heel wat afvalligen onder deze volksvertegenwoordigers zijn voordat deze meerderheid er niet meer is. Dat er in elke taalgemeenschap geen meerderheid moet zijn om het land te besturen tot daar, maar in een persoonsgebonden materie aan een gemeenschap een wet opdringen die niet onderschreven wordt door een meerderheid van de verkozen vertegenwoordigers van die gemeenschap, is meer dan een brug te ver.

De grondwet laat dit toe, zal men opwerpen. Cynisch kan men daaraan toevoegen dat ook het gewoonterecht dit in de hand heeft gewerkt. België is een federale staat die uit gemeenschappen bestaat die best alle persoonsgebonden materies onder hun bevoegdheid krijgen. Homogene bevoegdheden heeft men de laatste maanden als essentieel erkend. Dit geldt ook voor ethische problemen. Een federale staat moet de eigenheid van zijn gemeenschappen erkennen. Dat is namelijk de essentie van de meerwaarde van zijn structuur en een uiting van respect voor de mening van zijn burgers.

Ivo Uyttendaele’s boek De Wetstrijd is uiteraard verkrijgbaar in de online boekhandel van Doorbraak.

Ivo Uyttendaele is gewezen vicevoorzitter van de Orde der Artsen en auteur van De Wetstrijd (Garant 2019)

Commentaren en reacties