Alles over niets
foto © ZAK/De Tijd
Een tekst van alles over niets, of toch iets dat dicht in de buurt komt. Een sprookje, vol dolheid en rumoer, dat niets beduidt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAlvorens van start te gaan een belofte nakomen. De illustratie wat hogerop is op vraag van ondergetekende bezorgd door ZAK. Met de uitdrukkelijke vraag om bij publicatie duidelijk te vermelden dat hij in De Tijd (van zaterdag 14 maart, gl) verschenen is. Wat dus met deze alinea het geval is.
Eigenlijk vindt Socrates et cetera op deze zonnige zondagmiddag geen onderwerp geschikt genoeg om deze column te vullen. De reguliere media melken het gedoe rond het virus met de mooie naam corona uit. Uit winstbejag. Corona, wat Socrates et cetera leidt naar Verona. De stad waar Romeo via het klimop naar een balkon klom om voorhuwelijkse betrekkingen te hebben met Julia. William Shakespeare kon het goed uitleggen. Samen met zijn klimkunst was het voor Romeo een makkie om in Julia’s bed duiken, en tussen de benen van Julia. In normale tijden — een tijd zonder hamstering — staren een paar duizend toeristen elke dag naar het balkon, met het toneelstuk van Shakespeare in zowel het achter- als het voorhoofd. Allen misleid. Luister en zwijg.
De Engelse bard heeft nooit een voet gezet op Europese bodem. Londen en Stratford-upon-Avon waren zijn territorium. De stof voor zijn meest dramatische liefdesverhaal heeft de zatlap en vrouwengek opgeraapt in een kroeg. In zijn tijd was de kroeg de plaats waar courante nieuwsjes werden verzameld. Van courant is het een kleine stap naar ‘krant’. Courant is een leenwoord uit het Frans. Niet zo verwonderlijk. De Franse cultuur is een babbelcultuur. Vandaar zijn grote schat aan schrijvers. Het lukt ze zelfs om alles over niets te schrijven. Het mooiste voorbeeld ervan is het toneelstuk En attendant Godot van Samuel Beckett. Een Ierse schrijver, dat klopt, maar hij schreef het stuk in Parijs, én in het Frans. In de jaren veertig. De tijd waarin roddel en babbel aan de macht waren. Dat is de boodschap van het stuk: de waardeloosheid van het kabaal.
Bladvulling
Eigenlijk is alles wat hierboven staat bladvulling. Wat eigenlijk best te begrijpen is. De columnist die niet aan het virus zit, heeft eigenlijk weinig te vertellen. Het land staat stil, de stad is leeg, de lucht verlicht, het virus is de slinger van het nieuws. Is het u opgevallen dat het woord ‘eigenlijk’ drie keer voorkomt in de beginzinnen van deze alinea. De laatste tijd ergert Socrates etc. zich blauw aan de veelvuldigheid van dit woord in de spreektaal van iedereen die door de media wordt gemolken. Terwijl het zowel te pas als te pas overbodig is. Makkelijk geschrapt kan worden zonder dat het een zin beschadigt. ‘Eigenlijk’ zou verboden moeten worden. Eigenlijk geschrapt worden uit de Nederlandse woordenschat. Een dialoog zou hier eigenlijk over gehouden kunnen worden. Het zou eigenlijk mooi staan op het digitaal toneel van Doorbraak.
Ander onderwerp. Dat de Belgische inboorlingen massaal aan het hamsteren slaan, is niet meer dan logisch. De media leven van voor- en vooral tegenspoed. Is er geen dan maken ze van een windvlaag een orkaan. Dat elk product echter wegens het platleggen van het land in grote hoeveelheden gekocht wordt, is niet juist. Neem nu het hamsteren van wc-papier. Heeft niets te maken met de virusrage. Fout! De werkelijke reden is niet ver te zoeken: het wanbeleid van de vorige regeringen. Samengevoegd met de aanslepende federale regeringsvorming heeft het gemaakt dat een niet onaardig aantal Belgen het aan de darmen kreeg. Het op alle zenders overvloedig tonen van de run op de rekken Bed & Toilet heeft het deelnemersveld maar vergroot. De massa wil altijd groeien. Vraag het maar aan Elias Canetti. O, is hij al dood!? Lees dan zijn boek Massa en macht.
Slachtofferrol
Tien doden in ons vaderland dankzij de corona. Een zucht van opluchting ging op bij de overheid. Stel je voor dat wij geen doden hebben, een zoveelste schandaal dat de wereld rond zou gaan. Enkel jammer dat het slechts oudjes zijn die sneuvelen. Een paar van de tweede leeftijd ware mooi geweest. Naar compensatie werd gezocht. Vlaams minister-president Jan Jambon liet zijn cultureel ambtenaar peilen of er een paar BV’s bereid waren om de slachtofferrol te spelen. Was niet moeilijk te vinden. Walter Grootaers mepte een paar kandidaten opzij en zette zich vooraan. Nauwelijks tien minuten nadat de minister-president het wist, pakte de showredactie van Het Laatste Nieuws er breed mee uit. Gevolg: VTM en VRT schrapten een paar items en focusten op Grootaers. De aandelen van De Kreuners schoten de hoogte in en de agenda van de groep zwol aan.
Elk nadeel heeft zijn voordeel, zei Johan Cruyff. Dat geldt niet enkel voor het voetbal. Het voordeel van de huidige crisis is dat er voldoende plaats is op de treinen naar de kust. Waar Socrates etc. blij mee is. Hij zal geen kaartje eersteklas moeten kopen om een zitplaats te bemachtigen. Hij is niet de enige, zo hoorde hij. Een tegenslag voor de kassa van de Belgische Spoorwegen, maar ja, zoals Johan Cruyff zei heeft…
Hallo! Hallo! Merde! Socrates is spoorslags vertrokken richting kust. Voor lust en rust. Dan valt ook ondergetekende in panne. Enfin, het is beiden alsnog gelukt dan wel niet… alles over niets te schrijven, maar het komt toch dicht in de buurt. À la semaine prochaine, cher lecteur.
Tags |
---|
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’