Als thuiswerken ook thuiskomen wordt
Het ‘nieuwe normaal’ van thuiswerk biedt uitdagingen en kansen
foto © Standsome Worklifestyle / Unsplash
De christendemocratische denktank Stuurboord reikt oplossingen aan om tot een beter thuis-werkevenwicht te komen na corona.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIntussen zeggen we het heel stilletjes: het oude normaal komt nooit meer terug. We herwinnen beetje bij beetje waardevolle stukjes, maar op andere vlakken heeft de crisis ons een lesje geleerd. Meer zelfs! Als we eerlijk zijn, erkennen we dat we gedwongen zijn om urgente, maar steeds weer vooruitgeschoven, zaken aan te pakken.
Evenwicht
Thuiswerk is zo’n les. We wisten dat ons mobiliteitsinfarct zou milderen door werknemers niet meer elke dag verplicht van woon- naar werkplek te laten pendelen. Maar we deden het niet. Altijd was er wel een goede drogreden. Werkgevers vreesden dat de coördinatie in de teams zou wegvallen of dat hun medewerkers niet altijd geconcentreerd aan het werk zouden zijn. Werknemers waren bang dat hun laatste greintje eigen tijd zou sneuvelen of dat ze niet langer een gezamenlijk standpunt zouden kunnen innemen tegenover hun werkgevers. De overheid stond erbij en keek ernaar.
Plots moest thuiswerk! Is alle nu coördinatie weggevallen? Aan de vele online vergaderingen te zien, valt dat wel mee. Ook de zoektocht naar een evenwicht tussen werktijd en eigen tijd bleek niet moeilijker dan voorheen. Het is geen paradijs, maar we waren banger voor thuiswerk dan nodig.
Thuiswerk blijft. Allicht niet voor de hele werkweek, maar minstens voor één weekdag. Of waarom niet de eerste uren van de werkdag, zodat de rit naar de werkplek buiten de ochtendspits valt? Dat vereist een zoektocht naar nieuwe werkevenwichten en het creëren van randvoorwaarden daarvoor door de overheid. Wij vinden het belangrijk dat de lokale, Vlaamse en federale overheden die zoektocht niet voor zich uitschuiven, maar nu nadenken over de toekomst. Graag reiken we daarvoor een paar aandachtspunten aan.
Voorwaarden voor thuiswerk
Voor de oppervlakkige waarnemer lijkt het fileprobleem opgelost. Het woon-werkverkeer is duidelijk verminderd en je hoort amper iemand die over files klaagt. Er zijn echter andere vormen van verkeer die toenemen, met name verkeer dat verband houdt met thuislevering. Ons mobiliteitsbeleid moet daarop inspelen, op macro- en microniveau en rekening houden met het bredere plaatje van ons leefmilieu.
Het onderscheid tussen slaapplekken en creatieve plekken verdwijnt, we werken nu waar we slapen. Het woord ‘slaapgemeente’ is binnenkort verleden tijd. Daardoor is het niet langer gemakkelijk om een aantal behoeften te centraliseren op de dagelijkse werkplek. Het belang van nabije diensten in onze gemeenten groeit: buurtwinkels, bankautomaten, spoorwegloketten, vrijetijdsinfrastructuur… moeten dichter bij onze woonplaats komen. Dat is zeker relevant voor de dorpen en de stadswijken die tot voor kort enkel een woonfunctie hadden. Thuiswerk zorgt dat ze een gemengde functie krijgen.
Thuiswerk is online werk. Dat staat of valt met een goede internetverbinding. Netwerken zijn maar zo sterk als hun zwakste schakel, dus zijn performante glasvezelverbindingen thuis en een functionerend 5G-netwerk onderweg op korte termijn cruciaal voor heel Vlaanderen. Blinde vlekken zijn niet langer een luxeprobleem, maar een ernstige bedreiging voor onze economie.
Vrije tijd
Door deze en andere uitdagingen aan te gaan, plukken we de vruchten van het nieuwe normaal. De vroeger verloren en nu gewonnen, pendeltijd kan, in onderling overleg, evenwichtig verdeeld worden tussen een toename van de productieve tijd en een toename van de vrije tijd. Van de ratrace waarmee zoveel jonge gezinnen werden geconfronteerd, moeten we echt af. Er zijn dingen minder vanzelfsprekend geworden dan voordien, maar andere dingen zijn weer mogelijk geworden. Grijp die kansen!
Dat mensen werken in hun dorp of wijk, verbindt ze ook nauwer met de plaats waar hun gezinsleven zich afspeelt. Hoe vaak hebben we niet gehoord: ik woon wel in X, maar eigenlijk leef ik in Brussel, Antwerpen of Gent? Die steden zijn inderdaad fantastisch, maar mensen leefden noodgedwongen met de rug naar hun buren en lokale gemeenschap. Dat is nu overbodig. Een sterker sociaal en lokaal netwerk lonkt en er komt ruimte voor een beetje meer: waarom niet eens een wandeling maken met iemand uit de buurt die eenzaam is? Of waarom geen gedeelde werkplekken in je dorp of wijk, waar mensen samenkomen om elk hun eigen werk te doen?
Open vragen
Natuurlijk blijven er vraagtekens. Welke rol speelt het openbaar vervoer in deze gewijzigde context? Hoe gaan de sectoren van het kantorenvastgoed en de facilitaire diensten om met een thuiswerkcultuur? Hoe herstellen we het sociale aspect van de ‘oude’ werkvloer? Want thuiswerk mag geen nieuwe vorm van vereenzaming worden. Er blijven ook in het nieuwe normaal voldoende vragen over om het hoofd op te breken… stel deze vragen niet uit naar morgen. Een voor de hand liggende win-win-win voor werknemers, werkgevers en gemeenschap is niet vanzelfsprekend, maar voor één keer lijkt het echt te zijn.
Categorieën |
---|
Emile Desimpel, Pieter Smits, Karel van Butsel en Roeland van Roosbroeck zijn kernleden van Stuurboord, een beweging die in het kader van de Vlaamse christendemocratie de centrumrechtse traditie gestalte wil geven.
Roos Stevens: ‘Ik zal beter slapen van een blanco stem dan van een blanco cheque.’
Sinds 16 september wordt er weer gecontroleerd aan de grens met Duitsland. Hoe effectief zijn die controles?