JavaScript is required for this website to work.
post

‘De Wever minister-president van Vlaanderen dat is een halve staatshervorming’

Reeks Werkt verandering? Is de N-VA veranderd door deelname aan de federale regering? Deel II

Pieter Bauwens24/4/2019Leestijd 7 minuten
Bart De Wever op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij, de N-VA.

Bart De Wever op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij, de N-VA.

foto © Reporters / GYS

Bart De Wever is en blijft de spilfiguur van een strak geleide partij met een kleine, hechte partijtop, allemaal ‘van het goed gedacht’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een eerste conclusie die we moeten maken na onze ronde in de N-VA is een open deur intrappen: de centrale rol van Bart De Wever in de partij. De Wever ís de N-VA. Hij belichaamt de consensus in de partij, intern en extern. Als De Wever spreekt, dan luistert iedereen. Als De Wever concludeert, is iedereen mee, staan de neuzen in dezelfde richting. Er is kritiek, zeer zeker, maar ten gronde stelt niemand echt de positie van De Wever in vraag, integendeel.

Grondstroom

‘Toen ik vroeger zei dat ik bij de N-VA zat en mensen raar keken, zei ik “de partij van Geert Bourgeois”. Dat was de beste manier om het uit te leggen. Niemand kende de partij. Bart De Wever voorzitter maken was een gouden zet. Het tv-programma De Slimste Mens  heeft er zeker een rol in gespeeld, het maakte De Wever bekender en maakte mensen geïnteresseerd in de partij. Alles was plots anders, we waren een partij waarin we niet behoorden mee te doen aan tv-spelletjes, maar door zo’n spel is de N-VA wel in de lift geraakt.’ Een ander vult aan ‘Wie anders dan Bart De Wever kon de partij groot maken? Hij vangt als geen ander de grondstroom.’

N-VA is nog altijd de partij van De Wever. Op een enkeling na, klonk enkel bewondering en respect voor de voorzitter. ‘Niemand heeft het intellect en strategisch inzicht van De Wever, daar kan niemand tegenop. Ik zie zelfs niet wie hem kan opvolgen, ze komen niet tot zijn enkels.’

‘Op dat punt is De Wever onklopbaar’

‘Ik denk dat de superstrateeg in Antwerpen daar wel iets zal kunnen mee doen.’ Krijgen we als antwoord op een vraag over de mogelijkheden bij de regeringsvorming na mei 2019. Het vertrouwen in de voorzitter is groot. Hij wint dat vertrouwen ook door hoe hij het partijbestuur leidt. ‘Op een partijbestuur is er altijd een punt “actua”. Dat kan van alles zijn (25 maart was het de war on drugs (door Bart De Wever), de klimaatwet (Peter De Roover), stand van zaken Grondwet (Peter De Roover) en rekeningrijden (Ben Weyts)), iedereen kan over dat punt iets zeggen, iedereen kan zijn mening geven, soms gebeurt dat vrij cassant. Wie het punt op de agenda plaatste krijgt de kans om te antwoorden. En dan kan in een tweede ronde nog eens iedereen reageren en krijgt opnieuw de indiener het laatste woord. Soms komt de voorzitter al eens tussen, maar hij sluit altijd het debat af met een vorm van conclusie. Daarbij gaat hij naar de kern en de essentie van het probleem, maar hij slaagt er ook in om die conclusie zodanig te verwoorden, dat iedereen zich daarin kan vinden. Daar zie je zijn sterke analytische gave. Op dat punt is De Wever onklopbaar.’

‘Hoe komt het dat ik dat nu pas weet?’

Maar er is ook kritiek, op de cumul van burgemeester en partijvoorzitter. ‘Bart De Wever was er op kritische momenten niet voor zijn partij. Je kan geen burgemeester én voorzitter zijn.’ Was dat het probleem bij de Marrakeshcrisis? ‘Heeft N-VA daar een beoordelingsfout gemaakt? Dan was N-VA niet alleen, de alarmbellen gingen pas af als die ook in andere landen afgingen. De teksten suggereren minder dan de risico’s die eraan verbonden zijn. Een activistische rechter kan inderdaad zinnetjes uit dat akkoord oppikken om een vonnis te onderbouwen. Maar intern heeft Bart De Wever wel op een gegeven moment gezegd “Hoe komt het dat ik dat nu pas weet?”’

Het was in die periode dat journalisten en politicologen zeiden dat De Wever zijn partij niet meer helemaal in de hand had.

Ook zijn rol als lobbyist voor Antwerpen is bron van ergernis. ‘De Wever blijft Antwerpenaar en in zijn hart ook burgemeester. Dat heeft Vlaanderen al veel geld gekost. De Oosterweeldeal is er enkel gekomen omdat Antwerpen op een onbeperkte kredietlijn van Vlaanderen kon rekenen. Er moest een deal komen, wat die ook mocht kosten. Als De Wever straks minister-president wordt zal dat Vlaanderen waarschijnlijk nog meer kosten.’

BDW minister-president

De N-VA lijkt met de kandidatuur van De Wever voor het Vlaams minister-presidentschap voor een wending te staan. ‘Dat BDW naar Vlaanderen gaat en Jan Jambon kandidaat-premier is, is in een week beslist. Het was een omwenteling in de geesten. Mij lijkt het verstandig en significant. De Wever minister-president van Vlaanderen, dat is een halve staatshervorming. Hij is een toegevoegde waarde voor de Vlaamse identiteit en het project Vlaanderen. Mensen moeten leren inzien dat we moeten kiezen tussen Vlaanderen en België. De Wever kan daarbij helpen.’

Via de discussie over de rol van De Wever komt het communautaire opeen naar voren. ‘De Wever moet absoluut naar de Vlaamse regering. Dan zal er volgens mij wel iets veranderen. Het is beter voor de N-VA om dan niet in de federale regering te zitten, dan kan ze meer bereiken. Als De Wever pusht, dan luisteren ze, dan kan er echt iets veranderen. Vlaanderen is een sterk merk, dat moet uitgebouwd worden. Dat kan je van Bourgeois niet verwachten, dat is meer een gouverneur, een goed bestuurder.’

Nieuwe voorzitter?

Maar komt er dan een nieuwe voorzitter? Wordt de partij straks geleid door iemand met minder politiek talent? ‘Wat er ook gebeurt, De Wever staat nog altijd centraal in de partij.’ Of nog ‘Als De Wever geen voorzitter meer is, blijft hij een grote figuur binnen de partij.’

Anderen houden een slag om de arm. ‘Het zou me niet verwonderen moest het uiteindelijk allemaal anders uitdraaien. Als we er federaal niet bij zijn, kan Jambon nog altijd minister-president worden en kan De Wever naar zijn geliefde Antwerpse burgemeesterszetel terug. Iedereen tevreden, want of ze echt gelukkig zijn met de situatie? Een Vlaams-nationalist wil Vlaams minister-president worden, geen Belgisch premier.’ ‘Ik denk dat De Wever in zijn hart eigenlijk burgemeester van Antwerpen wil blijven. Maar ik denk dat hij ook de geschiedenis wil ingaan als de man die het geprobeerd heeft om Vlaanderen onafhankelijk te maken. Onderschat ook dat niet.’

‘Ze besturen N-VA als een kleine partij’

De Wever mag dan wel de spilfiguur zijn in de N-VA, hij is niet de enige die de lijnen uitzet. ‘In de geest van de partijtop is de N-VA nog altijd een kleine partij. Ze besturen de N-VA ook als een kleine partij.’ De top van de N-VA, waar de echte beslissingen genomen worden is erg klein. Altijd dezelfde namen komen terug bij onze gesprekspartners: Bart De Wever, Piet De Zaeger, Joachim Pohlmann, Louis Ide, Sander Loones, Matthias Diependaele, Jan Jambon, Ben Weyts ‘en reken daar de laatste jaren ook Theo Francken maar bij.’

Er wordt vaak gesproken over concentrische cirkels. Met centraal de cirkel van de voorzitter. De namen, wie precies in welke cirkel zit, verschillen wel eens van gesprekspartner. Zo afgelijnd is het dus niet. Dat komt omdat het ook deels een informeel netwerk is dat formaliseert naargelang de situatie. De actualiteit zorgt ook wel eens voor een rijzende of tanende ster in de partij. Theo Francken heeft een tikje gekregen na de visa-affaire. En De Roover is weer enkele trappen gestegen na zijn optreden tijdens de Marrakeshcrisis.

‘De top is minder verscheiden dan de partij’.

Het opvallendste aan de partijtop is dat het stuk voor stuk overtuigde separatisten zijn. ‘Nieuwkomers zitten er nog niet in de machtsstructuren. Lorin Parys en Cieltje Van achter zijn ondervoorzitter, maar die zijn echt mee in het communautaire verhaal. Al zijn ze nog niet echt de top in de partij.’ Ze zijn dus wel officieel ondervoorzitter, maar behoren blijkbaar nog niet tot de informele top.

‘Wat de top echt bindt is niet hun ideologie, maar de catacombentijd. Het is een menselijke band, niet georganiseerd, niet daadkrachtig maar wel heel betrouwbaar.’ ‘De sleutelposities worden vandaag ingenomen door mensen van het “goed gedacht”. Hangt het bureau aaneen van kameraadschap of van ideologie? Ik denk eerder van het eerste dan van het tweede, er is grote ideologische verscheidenheid. Lorin Parys is daar de uitzondering, maar let wel, hij zal geen ander verhaal vertellen. De oude garde heeft de boel goed onder controle.’

‘N-VA is een strak geleide partij’

De top van de partij heeft de partij stevig onder controle. Daar lijkt iedereen het over eens. ‘Politiek is voor de N-VA een ploegspel. Dat vergt organisatie en gehoorzaamheid.’ Zo is er het verhaal van een universitair onderzoek bij parlementsleden. ‘De studiedienst van de N-VA heeft zich daar aangezet en alle parlementsleden “geïnformeerd” wat ze konden invullen, niet precies de score, ze kregen een ‘vork’ (cijfers op een schaal die ze moesten aanduiden) waartussen hun antwoorden zouden moeten liggen om in de partijlijn te blijven.’

‘N-VA is een strak geleide partij. Andere partijen benijden ons dat. N-VA is een goed geoliede machine. Met medewerkers en mandatarissen die een inhoudelijke lijn bewaken. Met een grote partijtrouw. Vergelijk maar met de sp.a. Daar wordt openlijk ruzie gemaakt. Daar win je als partij niets mee. Het land besturen begint bij de partij in handen houden.’

Toch zijn er die zich vragen stellen. ‘Ik krijg soms een bericht of vraag vanuit de partij waarom ik iets geliket heb op Facebook. Dat vind ik verregaand. De regioverantwoordelijke belt bij berichten op sociale media op mijn persoonlijke account soms met de vraag om die te verwijderen… De partij heeft moeite met kritiek.’

Een partijtopper wil het niet zo zwart-wit zien. ‘Hoe strak is strak? Ik laat de teksten die ik publiceer in de media lezen door de communicatie-cel. Ik moet dat niet, maar ik doe dat. Ze zijn heel kritisch en dat maakt de teksten beter. Dat is geen beknotting. Als ik over energie schrijf dan zal ik de parlementairen die dat volgen raadplegen. Zij kennen dat dossier, dan schrijf ik geen dommigheden. En moest ik beginnen freewheelen over een partijstandpunt dan kan de communicatiedienst me daarop wijzen.’ Toch hoorden wij verschillende keren dat de communicatiedienst wel degelijk eerst zijn goedkeuring moet geven aan vrije tribunes van mandatarissen voor die verschijnen.

‘Ze zwijgen voor hun carrière’

Maar hoe zit het dan met die bestuursorganen waarin de basis van de N-VA vertegenwoordigers heeft? ‘Het partijbestuur is een bottom-up orgaan bij uitstek. De vraag is of iedereen daar wel echt goed gebruik van maakt. Als iedereen zwijgt worden die organen niet goed gebruikt en dat is eigenlijk niet goed voor de partij. Sommigen zitten daar, maar kiezen ervoor om te zwijgen, omdat ze denken dat dat het beste is voor hun eigen carrière.’

Maar toch, blijkbaar zwijgt niet iedereen in de partij. ‘Er is veel democratie intern in de partij, maar als de beslissing genomen is, dan sluit de falanx zich en lijkt de partij een eensgezind blok. Er is weinig dissidentie op Peumans na. Dat komt omdat de mensen ook echt gehoord worden en er gediscussieerd wordt. Dossierbeheerders (parlementairen die een bepaald dossier opvolgen) hebben een grote stem in zo’n debat. Er is discussie en op het einde is er een standpunt. De eensgezindheid lijkt sterk door het interne democratische proces.’

Er zijn er ook die vinden dat de partij strak geleid wordt, maar daar het nut van inzien. ‘De partij wordt strak geleid. Dat is zo. Maar de N-VA is een revolutionair project en dan moet dat zo.’ En er zijn nog redenen denkbaar. ‘We zijn te snel gegroeid. Er zijn N-VA-afdelingen van buurgemeenten die elkaar radicaal tegenspreken. De ene is voor meer parkeerplaatsen en de andere is er tegen… Het lokaal blad dat de afdelingen maken wordt nationaal nagekeken, “gecensureerd” waar het niet strookt met de N-VA partijlijn, of iets wat kan gelezen worden als kritiek op een minister, vliegt er uit. Maar de lokale afdelingen van de N-VA zijn vaak een rommeltje. N-VA is veel te snel gegroeid, dat zijn groeipijnen.’

‘Te weinig zelfkritiek’

Dat de partij strak geleid wordt kan dan te verdedigen zijn, maar er zijn ook andere opmerkingen over de partijtop. ‘Er is te weinig zelfkritiek in de partij. Ook lokaal.’ ‘De top is heel erg bezig met het bewaken van de partijlijn. Dat hoort ook zo, maar dat heeft de partij te centralistisch gemaakt. Daardoor wordt de top ook arrogant en is er op den duur te weinig interne kritiek aan de top.’

De top heeft een groot probleem met empathie of emotionele intelligentie. Een parlementslid met jarenlange dienst in verschillende parlementen bij de lijstvorming opzij zetten met een sms’je na de beslissing aan de top… Dat doe je niet.’


Dit is het tweede artikel uit de reeks Werkt verandering? over de N-VA en hoe die al dan niet door de federale regeringsdeelname veranderd is. Lees hier het eerste artikel. Met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties