‘België? Twee landen die haast niets met elkaar te maken hebben.’
Dirk Laeremans heeft nog geen boek zijn geschreven. Al komt dat misschien ooit wel. Hij schrijft eigenlijk het liefst artikels en computercode. Dirk is de CEO van Perruptio en dus een beetje de “cafebaas” van boeken.cafe. Hij heeft een lange geschiedenis in het bedrijfsleven en 15 jaar China achter de kiezen. Liefhebber van boeken, maar te weinig tijd om ze allemaal …
‘Ik doe iets wat weinig Belgen doen. Ik lees kranten en kijk (soms) naar televisie van de overzijde. Dagelijks La Libre Belgique en Le Soir; wekelijks Mise au point (RTBf) en Controverse (RTL-TVI) op het scherm. Het voedt evenzeer mijn ergernis als het mij informeert. Al vind ik Controverse een sterk programma, veel meer op zoek naar “waarheid” dan Mise au Point. Maar dat laatste is dan ook gemaakt door een staatszender.’ Louis Verbeke geeft meteen zijn visitekaartje af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDoorbraak: U kent het zuiden goed maar u wordt er niet méér Belg door.
Louis Verbeke: ‘Integendeel. Wie de media in noord en zuid volgt, kan maar tot één besluit komen: dit zijn twee landen die haast niets met elkaar te maken hebben. De voorpagina’s verschillen totaal, brengen ander nieuws. En als het toch over hetzelfde gaat, dan wordt het totaal anders belicht. De dominantie van de PS speelt daarbij een grote rol. Die zorgt er voor dat niet of amper kan worden gezegd wat moet worden gezegd. Iedereen weet dat alles in Wallonië door en via de PS gebeurt. Zelfs de liberale MR is doordrongen van die wetenschap en legt als oppositiepartij in het Waalse gewestparlement “een grote zelfbeheersing” aan de dag. De MR weet dat ze haast zeker alleen weg kan uit de Waalse oppositie via een coalitie met de PS. Elke Waal weet dat hij zijn gedrag moet afstemmen op die machtsconcentratie die PS heet.’
En dat leidt tot stilstand?
‘Er bestaat internationale literatuur over de vraag wat landen met succes kenmerkt. Zin voor kritiek, openheid voor verandering, machtswisselingen; dat zijn basisvoorwaarden voor succesrijke instituties. De PS wordt al decennia gedreven door dat ene: behouden wat bestaat. Er is een grote correlatie tussen corruptiestatistieken en economisch financiële en sociale performantie. In Europa doen Italië, Griekenland, Spanje het daarin minder goed dan Nederland, Denemarken of Finland. België doet het slechter dan Nederland. Moet daar een tekening bij? En dat fenomeen loopt natuurlijk parallel met financiële problemen, kwaliteit van de instellingen en besluitvorming, budgettaire tekorten en concurrentiepositie.’
De Europese kloof loopt gewoon door België.
‘Natuurlijk en wat Di Rupo doet, is ook volkomen te begrijpen. Ik deed in zijn situatie wellicht hetzelfde. De transfers van Vlaanderen naar het zuiden vormen voor de PS een levenslijn. Met de huidige cijfers duurt het nog dertig, veertig jaar voor Wallonië economisch weer aansluiting vindt bij Noord-Europa. België biedt de PS de kans om die tijd te kopen. Laten we het onderwijs nemen. Dat is zonder meer één van de meest bepalende factoren voor armoede, werkloosheid en zo meer. Alle PISA-verslagen leren hetzelfde: het Franstalig onderwijs is een ramp. Kijk naar Brussel; de Vlamingen maken wellicht zowat 5 % uit van de bevolking maar 21 % van de kinderen gaat daar naar Vlaamse scholen en als we de scholen buiten het gewest meerekenen, zal dat nog heel wat meer zijn. Het Franstalig onderwijs duwt Wallonië economisch gewoon weg. Als daar iets aan kan worden gedaan, en dat moeten we dan nog eerst zien, duurt het nog een halve generatie vooraleer dat positief wordt vertaald in de economische statistieken.’
Misschien kan de Belgische politieke ruimte worden hersteld met ingrepen zoals een federale kieskring …
‘Zo’n federale kieskring is totale onzin. Waarom vormen we niet één kieskring met Nederland? Of met Rwanda, want daar hebben we nog wel wat goed te maken. Het gebrek aan Belgische politieke ruimte is niet het gevolg van wettelijke ingrepen; het is omgekeerd. De politieke partijen zijn spontaan gesplitst. Er is geen enkele wet die Franstaligen verbiedt de politiek op dezelfde manier te benaderen als de Vlamingen.’
‘Leo Tindemans herinnert in zijn Memoires uitspraken van mensen als Robert Houben of Robert Vandekerckhove, heel grote jongens uit de naoorlogse christen-democratie en geen separatisten. Tindemans hoorde bij hen dat het niet meer lukt één partij te vormen met de Franstalige Belgen. Ze zeiden hem dat er een dag zou komen dat de Vlamingen zullen weigeren een Belgische regering te vormen gegeven zijnde de eisen van het zuiden. Het is allemaal de schuld van Bart De Wever, die spelbreker zou zijn. Flauwe kul, De Wever is gewoon een van de logische gevolgen van de Belgische politieke geschiedenis. Neem Groen. De ecologie zou toch het meest universele gedachtegoed moeten zijn? Zelfs de ecologisten hebben in dit land twee partijen. Het Belgisch probleem is het gevolg van een onderliggende fundamentele culturele, politieke, economische kloof.’
De ‘hardwerkende Vlaming’ versus de ‘luie Waal’ is toch een cliché.
‘Lui is een woord dat een moreel waardeoordeel inhoudt. Ik stel vast dat in het zuiden gemakkelijker de middelmatigheid wordt aanvaard. Daar worden presteren en zakelijke ambitie gewoon anders bekeken, ook wantrouwiger. Succes is dan a matter of fate, een soort, ook politiek bepaalde, lotsbestemming, een kwestie van geluk of pech. Goede of slechte onderwijsresultaten zijn ook een gevolg van politieke keuzes maar dat wordt in het zuiden veel minder zo gezien.’
‘In de muren van onze Vlaamse scholen hangt nog de geest van pastoors en nonnen, die vormt hun bedrijfscultuur. Inzet en “uw best doen”, blijft het uitgangspunt. Het gemeenschapsonderwijs neemt die geest over want moet concurreren met de vrije scholen. Als een deel van een systeem goed presteert, dan stimuleert dat de rest. Dan wordt de lat overal hoger gelegd. En ik blijf het belang van goed onderwijs beklemtonen. Daar kampt Wallonië met een zeer groot probleem maar dat is verklaarbaar vanuit een minder ambitieuze …, laat ik het noemen, benadering van het leven. Steeds weer zegt men dat er verandering op til is. Afwachten?’
Binnen twintig jaar wil de Waalse minister-president Rudy Demotte volkomen tewerkstelling voor zijn regio.
‘Ik wens Demotte proficiat. Hij is de enige ter wereld die twintig jaar vooruit kan kijken. Let heel erg op met die langetermijnvoorspellingen. Tot heel recent werd de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) een onvermijdelijk glorieuze toekomst voorspeld. Nu is de ongerustheid er buitenmate groot. Neen, in twintig jaar tijd verandert er zo veel dat er geen ernstige voorspellingen kunnen worden gedaan. Soms kunnen we zeggen wat binnen twintig jaar niet zal zijn, maar niet wat wel zal gebeuren. Ik mag hopen dat het sneller gaat dan de voorspelde veertig jaar vooraleer Wallonië weer helemaal mee is. Ik hoop dat die omslag komt. Er zijn echt wel Walen, ook binnen de PS, die willen veranderen. Het is ook nodig. Maar België ontneemt het zuiden de incentives – verontschuldig me voor mijn veelvuldig gebruik van het Engels, maar ik functioneer zowat 90 % van de tijd in die taal – de prikkels om het stuur om te gooien. België biedt de PS de middelen om de kiezers aan zich te blijven binden. Met Vlaams geld wordt het PS-apparaat in stand gehouden.’
Vindt de zogenaamde ‘kracht van de verandering’ daarom in Wallonië geen politieke vertaling?
‘Op zijn minst een deel van de MR zet zich zelfs graag af van de economische boodschap van de N-VA. Voorzitter Charles Michel zegt dat het nationalisme van de N-VA haaks staat op het liberalisme en het patriottisme. Tja, what’s in a word? Wanneer wordt nationalisme een probleem en iets dat moet worden bestreden? Als het anderen wil gaan beheersen. Nu kun je het Vlaams-nationalisme moeilijk verwijten dat het anderen wil beheersen. Het Vlaams-nationalisme is wel het meest defensieve nationalisme dat je kunt indenken, zonder enige ambitie buiten Vlaanderen. Wie daar een bedreigend fenomeen in ziet, verlaat het terrein van de analyse en dan wordt een rationeel discours natuurlijk onmogelijk. Dat is het probleem met de vele Franstaligen als het over België gaat: ze zien meer dan vroeger de betere prestaties van Vlaanderen (maar heel zelden in de media) maar over België zijn ze meteen zo emotioneel. Een goede vriendin van mij klaagt, wanneer we het bij een glas wijn daarover hebben: “Louis, tu me fais mal”. Ze meent dat ook. Ik stoot bij Franstaligen tot vandaag nog voortdurend op de onderliggende waarheid dat je de essentie van België wegneemt en Vlaanderen verarmt als dit hele land niet Franstalig is. Voor hen is het begrip l’âme belge letterlijk onvertaalbaar. Dit land kreunt onder de “concurrerende waarheden”.’
‘België kan alleen een Franstalig land zijn met wat faciliteiten voor de Vlamingen. Wanneer dit daarenboven voor hen ook economisch profijtig is, dan zie ik geen politieke ommekeer aan de horizon. Dan blijft er alleen nog het geld als drukkingsmiddel, voor wie verandering wil.’
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.