Belgische filmfestivals worstelen met hun identiteit
Festival van de Franstalige film.
foto © Belga
De filmfestivals in Namen, Gent en Oostende vangen elkaar vliegen af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet Festival van de Franstalige film in Namen (FIFF) is nog maar pas achter de rug of Film Fest Gent kondigt zich al aan (vanaf nu dinsdag). Intussen onthulde het Filmfestival van Oostende (voortaan in januari) al de openingsfilm. Bij gebrek aan een duidelijk omschreven profiel vissen ze alledrie voortdurend in elkaars vijver.
Gouden Kalf
Ook over de grens zal men het geweten hebben. Het Nederlandse Filmfestival (NFF) in Utrecht, in het leven geroepen om de Nederlandse film te promoten, had het al eerder geconstateerd: alsmaar minder Nederlandse films gaan in Utrecht in première. Elke (Nederlandse) film zou een dergelijk forum best wel kunnen gebruiken. Blijkbaar niet (meer) dus.
Het NFF wordt traditioneel besloten met de uitreiking van de Gouden Kalveren – heerlijke benaming toch wel voor filmprijzen. Voor het eerst in de Nederlandse filmgeschiedenis was het Gouden Kalf voor een animatiefilm: Knor van Mascha Halberstad, te zien op Film Fest Gent.
Filmfestival
Een filmfestival is een uitgelezen plek om nieuwe films en jong talent te ontdekken. Bovendien worden tal van films vergezeld door de maker en/of acteurs. Een unieke gelegenheid voor beide partijen, maker en toeschouwer, om met elkaar van ideeën te wisselen.
Dat is de theorie. Gaandeweg is er in filmfestivalland een wildgroei ontstaan. Elke stad die zichzelf een beetje respecteert heeft nu een filmfestival. Het verschil met jaren geleden is dat destijds films een festival nodig hadden. Vandaag is het alsof een festival films nodig heeft. Behalve de drie groten, Berlijn, Cannes en Venetië, proberen ook de kleinere filmfestivals films van elkaar af te snoepen.
Namur
Het Festival international du film Francophone de Namur/Het Festival van de Franstalige film (FIFF), misschien wel het sympathiekste filmfestival hier bij ons, is aan zijn 37ste editie toe. En is ontstaan omdat de Franstalige film in de bioscoop wat in de verdrukking kwam door de overvloed aan Amerikaans filmgeweld, gegangmaakt altijd door de nodige barnumreclame.
De Franstalige film, dat zijn de films uit Frankrijk, Zwitserland en via Canada tot Afrika. Ook Roemenië wordt even tot de Franstalige filmwereld gerekend. Maar de twee belangrijke Roemeense films, RMN en Metronomen, zijn wel in Gent te zien.
Ook hier hetzelfde refrein: grotere films zoals Tori et Lokita van de broers Dardenne, Chronique d’une liaison passagere en Les enfants des autres, die als blikvangers voor het FIFF – films met grote namen – zouden kunnen fungeren, werden enkele weken eerder al in de bioscopen uitgebracht.
Apropos. Vlaamse filmjournalisten (van de kwaliteitskranten) zal je in Namur zelden of nooit tegen het lijf lopen. Jammer omdat er echt wel wat te ontdekken valt.
6de kind
Toch is er op de fel afgeslankte 37ste editie van het FIFF nog genoeg fraais te zien. Zoals het verrassende L’origine du mal van Sébastien Marnier en Le 6eme enfant van Leopold Legrand (***, vanaf deze week in de bioscoop). Op het eerste gezicht een fait divers met verstrekkende gevolgen. Julien is advocaat. Hij krijgt Franck, een sjacheraar, vrij in de rechtbank maar de vader van vijf kinderen heeft geen geld om zijn advocaat te betalen.
Zonder blikken of blozen biedt Franck in ruil voor zijn schuld zijn zesde telg aan. Zijn echtgenote is zwanger en zes is echt te veel. Julien denkt er niet aan want een dergelijk handeltje is tegen de wet: handel in kinderen. Maar de kinderwens van Juliens echtgenote Anna, nochtans ook een advocate, is zo groot dat ze niets liever wil. Het wordt een obsessie. Een ongemakkelijk onderwerp maar de debuterende cineast kwijt zich knap van zijn taak – de film wordt een regelrechte thriller – mee dankzij zijn uitstekende acteurs.
Gent
Het Frans (!) gesproken Close van de Vlaming Lukas Dhont opent het 49ste Film Fest Gent, ooit begonnen als het festival van dwarse, onuitgegeven subversieve films.
Dat label werd in de loop der jaren ingeruild voor het thema Film & Muziek. De 12 films voor de competitie zijn bijvoorbeeld uitverkozen net omdat ze een opvallende soundtrack en/of soundscape hebben.
En dan zijn er de World Sound Track Awards met als centrale gasten Mark Isham en Bruno Coulais. Tot daar film en muziek!
Veerkracht heet het toevallig gekozen thema waar het gros van de ruim 200 overige geselecteerde films worden gevangen.
De meeste films zijn avant-premières en komen later in het jaar toch in de bioscoop. Wereldpremières zijn er amper en ook een Belgische film is een zeldzaamheid – distributeurs sparen hun Belgische films liever op warempel – op de 40 korte films na. Met onder meer de competitie van filmstudentenfilms en een boeiend kortfilmprogramma van de nestor/pionier van de Belgische animatiefilm Raoul Servais, meer dan 90 jaar jong intussen. Zijn jongste korte film Der lange Kerl beleeft er zijn première. Een animatiefilm gesitueerd in de Groote Oorlog. Twee soldaten, de ene Fransman en gewond, de ander een Duitser en reusachtig groot, treffen elkaar in een verwoeste hulppost.
Met ook nog een retrospectieve Zuid-Korea. Waarom nu net is een raadsel. De beste Zuid-Koreaanse film Decision to leave loopt al maanden in de bioscopen hier. De belangrijkste Zuid-Koreaanse film is zonder twijfel Retour a Seoul, waarin een Koreaans meisje wordt geportretteerd dat in Frankrijk werd geadopteerd en in Seoul op zoek gaat naar haar biologische ouders hoewel ze zich in hart en nieren een Française voelt. Deze film was dan weer voor het FIFF in Namur geselecteerd. Zo.
Oostende
En dan is er nog het Festival van Oostende (FFO) dat de Vlaamse tegenhanger wou zijn/worden van de Nederlandse Filmdagen. Op de slotdag worden er de Ensors uitgereikt: de (al vaak gecontesteerde) Vlaamse filmprijzen.
Oorspronkelijk had het festival in september plaats. Goed voor de nieuwe lading Vlaamse films aan het begin van het seizoen. Maar de concurrentie met Gent – lees het elkaar vliegen (films) afvangen – werd te groot. Het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), die beide festivals subsidieert, al is de grootte qua subsidie niet in verhouding, greep in. Oostende, de kleine broer van Gent eigenlijk, moest noodgedwongen verhuizen.
De actrice Nathalie Broods is dit jaar de master van FFO. En The Chapel, de nieuwe film van Dominique Deruddere, mag het festival begin januari openen. Om Gent jaloers te maken!
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Het psychologisch drama ‘Milano’ schetst de problematische relatie van een afwezige, alleenstaande vader met zijn dove puberzoon.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.