Benno Barnard en de burgerlijkheid
Benno Barnard, Louis Vos en Bart De Wever, de drie sprekers op de N-VA-herdenking van 50 jaar Leuven Vlaams.
foto © Pieter Paul Moens
Wie ‘Leuven Vlaams’ wil vieren, moet ook ‘mei ’68’ berouwen. En daarvoor kan je altijd rekenen op Benno Barnard.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement50 jaar geleden was Paul Goossens een legendarische studentenleider, maar nu zit hij gewoon op Twitter. Daar gaf hij op zaterdag 24 februari commentaar op een evenement van de N-VA: ‘De recuperatie van Leuven Vlaams door N-VA. Met BDW in een hoofdrol (uiteraard) en Benno Barnard als huurling. Vandaag in Leuven.’
Het is inderdaad jammer dat ‘Leuven Vlaams’ gevierd moest worden door een politieke partij. De KU Leuven, de Stad Leuven of zelfs de Vlaamse Gemeenschap waren veel beter geplaatst om een grote herdenking te organiseren. Jammer genoeg leven wij in een land waar men zich zoveel mogelijk schaamt over het eigen verleden en de eigen identiteit. Mag je dan wel klagen, als een politieke partij dat vacuüm invult?
Het zwaartepunt van het N-VA-evenement was een colloquium in de grote aula Pieter De Somer. De beste spreker was met voorsprong de door oud-KVHV’er Paul Goossens ‘huurling’ genoemde Benno Barnard. Lorin Parys, kandidaat-burgemeester voor N-VA, overtrof de verwachtingen, Louis Vos demonstreerde zijn perfecte beheersing van het onderwerp en Bart De Wever zat comfortabel in campagnemodus. Maar Barnard stak er boven uit. Minder glad dan Parys, minder academisch dan Vos, minder berekend dan De Wever: Barnard spreekt met eruditie en ziel.
Benno-bingo
Barnard is één van die sprekers die gerust honderd keer hetzelfde verhaal mag vertellen. Als toehoorder in de Pieter De Somer-aula kon je bijna Benno-bingo spelen en alle Barnard-stokpaardjes afstrepen. Hij hekelt de morele superioriteit van intellectueel links, betreurt hoe we het christendom argeloos verkwanselen, steekt de draak met onze culturele slapte en natuurlijk komt hij een paar keer met Israël aanzetten.
Barnard blijft een ‘extremist van het centrum’. Hij vindt de antithese van het nationaalsocialisme niet bij (extreem-)links, maar wel bij het burgerlijke centrum. Hij staat voor elementaire gedragsregels en omgangsvormen, voor een elitaire cultuur die het volk verheft, voor discrete burgermannetjes die actief aan zelfbeheersing en nuttige hypocrisie doen. Hij is, kortom, precies het type bourgeois dat Paul Goossens al 50 jaar probeert buiten te dragen.
Het hele wereldbeeld van Barnard is sinds de jaren 60 vies en verdacht verklaard. In de plaats kwam de erfenis van mei ’68: doorgeslagen individualisme, moreel nihilisme en een bijna karikaturaal cultuurrelativisme. Contestatie is normaal en gezond, maar mei ’68 had geen rem en rijdt nu al een halve eeuw onze oude beschaving plat. Barnard ziet de idealisten van toen niet stoppen vooraleer echt alles definitief naar de vaantjes is.
Sombere vragen
De voordracht van Barnard lokte een sombere vraag uit: moeten wij ‘Leuven Vlaams’ wel vieren? De strijd voor de splitsing van de universiteit was zonder enige twijfel een natievormend moment, dat de Vlaamse verzelfstandiging een enorme en niet meer te stoppen impuls gaf. Maar meteen nadien ging de studentenbeweging een heel ander pad op — herleest u het interview met Louis Vos op deze site — en ook die keuze zindert nog na. De fall-out van mei ’68 vergiftigt ook een halve eeuw later nog steeds onze culturele atmosfeer. Misschien had de N-VA geen colloquium, maar wel een minuut stilte moeten organiseren.
Er is nog iets dat je somber stemt aan Benno Barnard. Luisteren naar deze weemoedige opstandeling is een manisch-depressieve ervaring. Je voelt je verrukt omwille van zijn eruditie, scherpe geest en niet minder scherpe taal, maar je voelt je terzelfdertijd ook verslagen omwille van zijn ballingschap: de pijnlijke wetenschap dat deze intellectueel Vlaanderen achter zich heeft gelaten. Wat heeft onze gouw toch veel verloren, toen Barnard naar Engeland vertrok.
Vaarwel carnaval
Na afloop van het N-VA-colloquium viel in de binnenstad van Leuven niet te ontsnappen aan een luidruchtige carnavalsstoet. Ooit was carnaval een volksfeest met een diepe betekenis: een tijdelijke omkering van alle waarden en maatschappelijke verhoudingen. Maar welke plaats is er nog voor carnaval in een wereld waarin alle waarden en maatschappelijke verhoudingen een heel jaar lang ondermijnd worden? Kan je nog tegen heilige huisjes schoppen, als ze allemaal al lang gesloopt zijn?
Mei ’68 heeft hele werelden verwoest en gaf ook de doodssteek aan het carnavalsfeest. Zelfs als feest van de wansmaak heeft carnaval geen zin meer, want in onze maatschappij is wansmaak en buitenissigheid tot norm verheven. Het zijn precies de klassieke kunstvormen en de oude soberheid die meewarig bekeken worden. Er trekken nog praalwagens door de straten van Leuven en uit de boxen weerklinkt nog vulgaire liedjes. Maar de goegemeente is niet meer gechoqueerd. De goegemeente heeft mei ’68 niet overleefd.
(Maar ach, het kan altijd erger. Paul Goossens bijvoorbeeld, die heeft zichzelf overleefd.)
De toespraak van Benno Barnard kunt u later deze week lezen op Doorbraak. Die van Bart De Wever verschijnt morgen, maandag.
Dominique Laridon (1978) zat eerst gewoon op Twitter, maar 140 tekens bleken toch iets te beperkt. Je hebt dan ook wat meer woorden nodig als je kanttekeningen wil plaatsen bij het publieke debat, licht wil laten schijnen op de manoeuvres binnen de binnenlandse politiek of uitgebreid wil treuren om de ondergang van het Avondland. Dominique heeft ergens in een lade een diploma politieke wetenschappen liggen, maar dat hoeft u niet ter sprake te brengen - het ligt gevoelig.
Voor deze rubriek weer een tijd onder water duikt: enkele vragen die zelfs in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen hardnekkig worden ‘vergeten’.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.