JavaScript is required for this website to work.

10 literaire smaakmakers om naar uit te kijken

Frank Hellemans25/8/2020Leestijd 5 minuten

literatuur

literatuur

foto © Bas Vinckx

De literaire rentree heeft dit najaar heel wat lekkers te bieden: van een nieuwe Chris de Stoop tot de langverwachte Stefan Hertmans en Jeroen Olyslaegers.

De literaire rentree heeft dit najaar heel wat lekkers te bieden: van een nieuwe Chris de Stoop tot de langverwachte Stefan Hertmans en Jeroen Olyslaegers.

Gustave van de Woestyne, Karel en ik (Davidsfonds)

Ze waren met vier zonen ten huize Van de Woestyne. Schrijver-dichter Karel was de oudste en Gustave, de op één na jongste, zou later bekend worden als Latemse expressionistische schilder. Na de dood van Karel in 1929 schreef Gustave zijn herinneringen aan zijn oudste broer neer in een plastisch Gents-Frans-Nederlands. Die smeuïge memoires werden pas voor het eerst in 1979 gepubliceerd als Karel en ik. Memento van Gustave van de Woestyne en zijn nu in een opgekalefaterde versie bij Davidsfonds opnieuw uitgebracht.

Je zit als het ware mee op schoot bij de Van de Woestynes in de Gentse Sleepstraat waar Charelke ‘zijn letterkens’ moet leren en later in het hoeventje in Sint-Martens-Latem terwijl Gustave de huiselijke gesprekken in het plaatselijke patois laat weerklinken. Daardoor ontstaat een ontroerend warm portret van een schrijver die in de schoolboeken als een nogal onaantastbare, melancholische poëet fungeert. Quod non dus.

Johan de Boose, Dondersteen (De Bezige Bij)

Slavist Johan de Boose maakte de laaste jaren furore met een Marqueziaanse trilogie waarvan Het Vloekhout de laatste loot was. En passant schreef hij ook nog eens het scenario bij Jan Fabres Belgian Rules/Belgium Rules. Nu focust De Boose zich in Dondersteenop het leven van zijn vader. Wie niet van plastisch exuberant proza houdt, maakt misschien best een boogje om De Booses nieuwste. Maar, zoals Jeroen Olyslaegers, heeft ook De Boose zijn aanvankelijk nogal grotesk-hyperkinetische vertelstijl weten te kanaliseren. Zijn cultuurhistorische panoramische blik neem je er graag bij. Een zoveelste vaderboek, of toch iets aparts?

Gaston Durnez, Een danser in de sneeuw (Davidsfonds)

Nog deze week krijgt Gaston Durnez postuum een passende hommage. Uitgeverij Davidsfonds maakte met Een danser in de sneeuw een bloemlezing uit het beste van wat duivel-doet-al Durnez tijdens zijn lange en bijzonder productieve journalisten- én schrijversleven de laatste jaren quasi-moeiteloos uit zijn mouw schudde.

Als toemaatje verschijnt tegelijk ook nog een herdruk van de biografie over – na Felix Timmermans – Durnez’ favoriete auteur: Gilbert Keith Chesterton, recalcitrant katholieke Britse filosoof-humorist-thrillerauteur (met Father Brown in de hoofdrol). Het was dankzij Durnez’ De lach van Chesterton dat ik destijds Chestertons filosofische credo van het scepticisme – Orthodoxie namelijk – ontdekte. Durnez overleed vorig jaar in september op 91-jarige leeftijd. Uitgeverij Doorbraak bracht toen nog postuum Durnez’ Hugo in de jungle uit, een portret van zijn schrijverskompaan Hugo De Ridder.

Marnix Peeters, Oogje. Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat (De Arbeiderspers)

Je zou hem met enige zin voor overdrijving op zijn Peeters de Vlaamse John Irving kunnen noemen. Met evenveel flair – maar dan in korter bestek – schrijft Peeters bijzondere schelmenromans waarbij de groteske grappen en grollen van collega Herman Brusselmans verbleken. Om maar te zeggen dat Peeters die zich heeft teruggetrokken in zijn stulpje in de Oostkantons misschien wel de meest eigenzinnige Vlaamse auteur van de laatste jaren is.

Zijn burlesk proza gaat sinds zijn debuut De dag dat we Andy zijn arm afzaagden van acht jaar geleden niets of niemand uit de weg. Deze keer wil hij met Oogje. Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat blijkbaar Louis Paul Boon en diens De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat naar de kroon steken. Terug naar school met Peeters’ nieuwste in je boekentas? Uitgave ervan is alvast gepland voor 1 september.

Chris de Stoop, Het boek Daniel (De Bezige Bij)

Twee dagen later – op 3 september dus — ligt de nieuwste van Chris de Stoop in de winkels te blinken. Na Dit is mijn hof, zijn aangrijpende reconstructie van het teloorgaan van het polderdorp uit zijn jeugd waarbij de zelfmoord van zijn broer prominent in beeld kwam, zoomt De Stoop in een soort van vervolg op het tragische leven van oom Daniel in.

Het boek Daniel echoot de Bijbelse strijd van Daniël in de leeuwenkuil. Zo verging het, aldus de aankondiging in de literaire prospectus, blijkbaar ook De Stoops nonkel die zijn leven in zijn verlaten boerderij door een jongerenbende geschandaliseerd en gevandaliseerd zag tot de hoeve zelf uiteindelijk in brand werd gestoken, en hij in de vlammen omkwam. Ex-onderzoeksjournalist en rasverteller De Stoop belooft dus weer vuurwerk want hij ging ook met de jongeren praten die destijds het leven van zijn nonkel tot een hel maakten.

Jeroen Olyslaegers, Wildevrouw (De Bezige Bij)

Het heeft even geduurd voordat Jeroen Olyslaegers een publiek had maar dankzij WIL, de collaboratieroman die zich afspeelt in het Antwerpen van de in opspraak gebrachte oorlogsburgemeester Leo Delwaide en de jodenrazzia’s, staat hij meer dan ooit op de literaire kaart. Nu wendt Olyslaegers zijn steven naar het Antwerpen van na de Beeldenstorm in de zestiende eeuw. Hij lichtte al een tipje van de sluier wat we van Wildevrouw kunnen verwachten toen hij onlangs een commentaar schreef bij het gerestaureerde schilderij uit 1562 ‘Dulle griet’ van Pieter Bruegel. Afwachten tot december of deze nieuwe historische roman van 400 bladzijden ook zo spraakmakend zal zijn als WIL was.

L.J.Schildermans, De reis van de hofarts (Houtekiet)

Wie verbergt zich achter het pseudoniem van L.J.Schildermans? Twee broers, aldus de uitgeversbrochure, die reeds historische non-fictie én thrillers op hun palmares hebben staan. Wie ze ook zijn hun, hun eerste in duo geschreven historische roman De reis van de hofarts maakt nieuwsgierig. Eindelijk nog eens roman die in de achttiende eeuw is gesitueerd, meer bepaald in 1754 wanneer de Habsburgse keizerin Maria Theresia haar hofarts naar de Nederlanden stuurt omdat er onverklaarbare sterfgevallen heeldere dorpen ontvolken. Wat is hier aan de hand en slaagt de hofarts erin om zijn rationele, verlichte dokterskunsten ingang te doen vinden bij de plaatselijke vaak nog bijgelovige bevolking?

Matthias M.R Declercq, Urk (Manteau)

In 2016 verraste journalist Matthias M.R. Declercq met zijn debuut De val over vijf Vlaamse wielervrienden die allemaal – twee van hen dodelijk – tijdens hun fietscarrière ten val kwamen. Zijn uitgepuurd plastisch proza waarin geen woord te veel staat, heeft een Elsschottiaanse flair en bracht zijn tv-collega Lieven Van Gils zo in vervoering dat hij bezig is aan een zesdelige tv-documentaire gebaseerd op dit boek die voorjaar 2021 op het scherm te zien zou moeten zijn.

Ondertussen is Declercq druk bezig geweest met Urk. Een dorp versus de wereld, een Nederlands godsvruchtig dorpje waar de tijd is blijven stilstaan en ogenschijnlijk God en gebod nog van kracht zijn. Declercq dompelde zichzelf enkele maanden onder in het epicentrum van de Nederlandse Bijbelbelt. Hoe antiglobalistisch en bijbelvast kan je vandaag zijn?

Mark Cloostermans, Conscience. De Finse weduwe (Houtekiet)

In een vorig leven was Mark Cloostermans een geducht literair criticus maar hij werd het beu om steeds aan de kant te staan en gaat nu zelf de hoge zee in als literaire thrillerauteur die al onmiddellijk met een reeks van wal steekt waarin privé-detective Henri Conscience de hoofdrol speelt. Daarmee maakt Cloostermans een knipoog naar de zedenromans van de man die zijn volk leerde (voor)lezen én dan vooral naar de negentiende eeuw van Conscience waarin Cloostermans zijn thrillerreeks laat afspelen.

In het voorjaar verraste Cloostermans met De terugkeer, het eerste deel van zijn Conscience-saga, dat zich afspeelt in de Kempen. In De Finse weduwe zit Conscience in het Brussel van 1869 een seriemoordenaar achter de veren die het gemunt heeft op de dienster van Conscience. Wel nog wachten tot december voor dit vervolg.

Stefan Hertmans, De opgang (De Bezige Bij)

Ongetwijfeld de roman waar het meest reikhalzend naar wordt uitgekeken is een nieuwe historische docuroman van Stefan Hertmans waar hier trouwens ook al in het voorjaar aandacht aan werd besteed. Na zijn eigen grootvader in Oorlog en terpentijn, een Joodse Française uit de middeleeuwen – uit het dorpje Monieux waar Hertmans een zomerstekje heeft – in De bekeerlinge, heeft Hertmans nu een Vlaamse SS’er tot spil van zijn nieuwe docuroman De opgang gemaakt. Bij wijze van teaser wist Hertmans nog te vertellen dat de SS’er in kwestie met een Nederlandse was getrouwd en de vader van een bekende Vlaamse intellectueel is. Laat het gissen beginnen maar niet voordat het boek er eind september is en effectief kan worden gelezen natuurlijk.

 

Zin gekregen van deze smaakmaker? De boeken zijn beschikbaar in de online boekhandel van Doorbraak zodra ze verschijnen.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties