Van Hugo Claus tot Guido Gezelle: klassiekers boven dit voorjaar
Opvallend hoe straks in 2024 de klassiekers worden afgestoft of herontdekt
foto © Pixabay
De eerste helft van het schrikkeljaar 2024 staat literair blijkbaar in het teken van de Nederlandstalige klassiekers en classici. Dat belooft!
Van de langverwachte biografie over Hugo Claus tot een bloemlezing uit minder bekende gedichten van Guido Gezelle. Van een heruitgave van Monsieur Hawarden van Filip De Pillecyn tot een nieuwe vertaling van Aischylos’ tragedies. Om nog maar te zwijgen van de voetreis van Luc Devoldere langs de rafelranden van het Romeinse rijk. Het schrikkeljaar staat straks blijkbaar in het teken van de klassiekers en de classici.
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad maar eind februari lost De Bezige Bij eindelijk de lang verwachte biografie van Mark Schaevers over Hugo Claus. De levens van Claus is een kroniek van de vele petten die Claus opzette: van dichter tot erotische veelvraat, van plastisch kunstenaar tot bourgondiër, van regisseur tot provocateur, en van jeugdige collaborateur tot pionier van de euthanasie.
Schaevers heeft in het verleden al bewezen dat hij tot het kruim van de biografen behoort. Hij bracht trouwens al interviews van de meester en een smeuïg privé-album uit diens verborgen laden, maar De levens van Claus zou de kers op de taart moeten zijn. Benieuwd of Schaevers achter de vele maskers van het fenomeen durft te kijken en zich waagt aan een totaalprofiel van Claus. Of blijft het bij een vlot vertelde kroniek waarbij de lezer het risico loopt dat hij door het bos de bomen niet meer ziet?
Bochten van de geschiedenis
Anneleen Van Offel verraste in 2020 met haar romandebuut Hier is alles veilig en kreeg in deze kolommen dan ook vijf sterren. In De stem van Sulina dat begin mei verschijnt, zoekt ze weer exotische oorden op. Deze keer speelt het verhaal niet in Israël maar langs de meanderende Donau.
Van Offel trok op een drieduizend kilometer lange inleefreis langs de Donau: van de bron in het Zwarte Woud tot de monding in de Zwarte Zee. Claudio Magris schreef in 1986 al een magistraal cultuurhistorisch portret van de Donau in zijn gelijknamige boek. Van Offel gebruikt dat wellicht als canvas voor haar romaneske bespiegelingen over de bochten van de geschiedenis én de peripetieën van haar toen ontluikende moederschap.
Monsieur Hawarden
Uitgever Toon Horsten katapulteerde een jaar geleden Boerenpsalm van Felix Timmermans in de literaire hitlijsten. Het bevlogen voorwoord van Bart Van Loo was daar allicht ook niet vreemd aan. Nu zet hij met een inleiding van Tom Lanoye Monsieur Hawarden van Filip de Pillecyn in mei weer in de schijnwerpers. Toen deze roman in 1935 verscheen, was er van transgenders nog geen sprake. Vandaag zijn vrouwen in een mannenlichaam (en omgekeerd) heel gewoon maar negentig jaar geleden was een transgenderroman du jamais lu. De Pillecyn mag dan allicht niet de allures hebben van Marieke Lucas Rijneveld, maar wie weet denk je daar straks anders over.
Grootste taaltovenaar
Guido Gezelle, misschien wel de beste Vlaamse dichter, wordt in canons en literatuuroverzichten de laatste tijd meer en meer over het hoofd gezien. Goed dat classicus Patrick Lateur met zijn bloemlezing Honderd gedichten het taalgenie van Gezelle in de bloemetjes zet. Het is immers honderdvijfentwintig jaar geleden dat Gezelle overleed. Uitgeverij P zette zijn schouders onder het project en Lateur pakt in mei uit met minder bekende maar daarom niet minder detonerende, kleinere gedichten van onze grootste taaltovenaar.
Aischylos revisited
Lateur is blijkbaar een bezige bij. Nadat hij ons al nieuwe vertalingen van Homeros’ Iias en Odyssee schonk, vertaalde hij nu de belangrijkste Tragedies van Aischylos. In maart kan je dus opnieuw kennis maken met diens fameuze familietragedie Oresteia bijvoorbeeld, waarbij in drie delen de moordpartijen van de mama van Orestes en van Orestes zelf met bloed, zweet en tranen in de verf worden gezet. Ook Perzen, het oudst bewaard gebleven drama uit de Europese literatuurge
schiedenis, werd in Tragedies opgenomen. En natuurlijk mocht Prometheus geketend ook niet ontbreken.
Langs Romeinse grenzen
Collega-classicus en essayist Luc Devoldere deed er lang over maar nu is daar in maart eindelijk zijn Zwerven langs de limes waarin hij van de muur van Hadrianus in Noord-Engeland tot de uiterste grenzen van het Romeinse rijk in Libië, Syrië en Irak terecht komt.
Literaire non-fictie in het Nederlands – denk maar aan Bart Van Loo, Johan Op de Beeck of Joren Vermeersch – is tegenwoordig dé literaire smaakmaker. Voorpublicaties die Devoldere over zijn strapatsen in het Alexandrië van de dichter Kafavis of op het vergeten Italiaanse gevangeniseiland Pandataria/Ventotene, waar keizer Augustus zijn dochter Julia naar verbande, doen het beste verhopen. De essayistische fijnmazigheid van Devolderes bevlogen proza in Zwerven langs de limes verdient een breder publiek.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.