Boiling point: geen dagelijkse kost
Cinefiele en culinaire cultfilm
Scène uit de film Boiling Point.
foto © YouTube, Rotten Tomatoes Indie
Boiling Point, oftewel het kookpunt: een film over een superhectische avond voor een Londense top-chef, in één ononderbroken take opgenomen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJe kan naar de film Boiling Point gaan kijken om twee redenen: een culinaire en een cinefiele. En misschien nog een derde: de acteerprestatie van de Britse acteur Stephen Graham.
Graham brak door als 27-jarige met bijrollen. In 2000 in de film Snatch, naast Brad Pitt en Jason Statham en daarna volgden de miniserie Band of Brothers en Scorceses Gangs of New York. Zijn eerste hoofdrol was die van de superagressieve skinhead Combo in de Britse cultfilm This Is England (2006) van Shane Meadows. Zo overtuigend brutaal gespeeld dat je nooit nog ultrarechts durfde te stemmen. Daarna zagen we hem nog als opgefokte driftkikker: gangster Baby Face Nelson en Al Capone. Nu is hij chef-kok Andy Jones in Boiling Point, een veelzeggende titel die ook refereert aan het kookpunt, de vulkaan onder het uithoudingsvermogen van de kok.
Onder de vulkaan
Jones staat al onder druk vanaf de eerste beelden waarin de camera hem volgt naar het restaurant. Lijden zijn vaderlijke plichten niet te veel onder de professionele druk om elke dag een imposant menu samen te stellen? Het is vrijdagavond voor Kerstmis, zowat de drukste avond van het jaar. Dan wil je niet horen dat je net een drie in plaats van een vijf hebt gehaald na een bezoek van de voedselinspectie. Die nam het niet dat de oesters verkeerd werden bewaard, de koelkasten niet laag genoeg stonden en vooral dat een keukenhulp haar handen waste in het water waar de groenten werden gespoeld.
Zijn betrouwbare sous-chef Carly (Vinette Robinson) weet haar baas te kalmeren maar is zelf mistevreden omdat er geen gehoor wordt gegeven aan haar vraag naar loonsverhoging. Daarenboven zijn de voedselvoorraden niet tijdig aangevuld en dagen sommige personeelsleden te laat op. In het overboekte restaurant zit ook nog eens een culinaire recensente, samen met Alistair Skye (Jason Flemyng), een oud-collega van Jones en nu tv-presentator die het populaire restaurant wil introduceren bij zijn volgers.
Overwerkt en getergd
Aan tafel zeven zit een racistische pater familias die neerkijkt op de zwarte dienster en aan tafel dertien zit een vrouw met een notenallergie. Jones moet dus van crisis tot crisis meanderen. Bovendien willen enkele jonge influencers per se hamburgers met friet eten, uiteraard nergens te vinden op de fijnproeversmenu.
De staf is nu al overwerkt: van de jonge keukenhulp die zijn armen bedekt om de zelfmoordlittekens te verbergen tot de maître d’hôtel die op het toilet haar vader belt omdat ze geen erkenning van haar personeel krijgt. En toch tracht chef-kok Andy Jones zijn staf door de hectische avond te loodsen en zijn persoonlijke problemen van zich af te zetten, zij het dan met de hulp van alcohol en cocaïne.
Culinaire hoogstandjes
Eten is altijd al een dankbaar onderwerp geweest, en daarmee bedoel ik niet het junkfood in de filmzalen, maar de culinaire delicatessen op het scherm gaande van apfelstrudel in Tarantino’s Inglourious Basterds, waarbij het water je in de mond loopt, tot de onappetijtelijke ‘continental cooking’-scènes in Hitchcocks Frenzy. In The Hundred-Foot Journey besluit de familie Kadam om van India naar een pittoresk dorpje in Zuid-Frankrijk te verhuizen om er een Indiaas restaurantje te openen.
En in de animatiefilm Ratatouille droomt een klein ratje er al zijn hele leven van om een grote chef-kok te worden. Julie & Julia vertelt het waargebeurde verhaal van schrijfster Julie Powell die besluit om haar saaie leven op te geven zodat ze in één jaar tijd alle recepten uit het kookboek van Julia Child kan maken. Chocolade is dan weer het hoofdthema van zowel Sjakie en de Chocoladefabriek als Chocolat.
Wil je eetfilms met een serieuze portie filosofie dan zijn er de ‘grote drie’: Big Night (1996), Babette’s Feast (1987) en, de laatste, maar niet de geringste, La grande bouffe (1973). En welke levensles leer je eruit? Doe nooit ketchup op een authentieke risotto. Win je de lotto en trakteer je je buren op een dinertje, doe het dan met een poepsjiek eetfestijn. Zie je het niet meer zitten, nodig dan drie gelijkgestemde vrienden uit en eet jezelf te pletter.
Philip Barantini
Eetfilms zijn er altijd al geweest, maar weinigen kunnen er een spannende thriller van maken. Regisseur Philip Barantini slaagt daar wonderwel in. Philip Barantini kennen we als acteur: als Wayne A. (Skinny) Sisk in Band of Brothers (2001) en als Steve Hart in Ned Kelly (2003) naast Heath Ledger en Orlando Bloom. Tussen het acteren door heeft Barantini in twee Londense eetgelegenheden gewerkt, begonnen als afwasser en opgeklommen tot chef.
Na een eerste kortfilm maakte hij een tweede, Boiling Point, die hij zou uitwerken als langspeelfilm waarmee hij in de competitie geraakte van het Karlovy Vary International Filmfestival. Niet zo verwonderlijk dus dat Boiling Point zo realistisch overkomt, bijna documentaristisch, met een hoog El Bulli–, Cooking in Progress-gehalte. Die documentaire over het wereldberoemde restaurant El Bulli dat slechts de helft van het jaar geopend is, gaat over wat er in de andere helft van het jaar gebeurt: voedsel creëren om klanten mee te verrassen.
Dalston’s Jones & Sons
Zo elitair is Jones & Sons wel niet. Jones & Sons is het chic moderne, Britse restaurant in Dalston, een wijk in het Londense Hackney. De eigenaar is Barantini’s beste vriend Andy Jones, vandaar de filmnaam van acteur Graham. Het restaurant Jones & Sons was uitsluitend geopend tijdens het weekend toen er drie weken lang gerepeteerd werd. “Het was gesloten tijdens de opnameweek waarin enkelen van mijn staf extra’s waren. We waren net één grote disfunctionele familie,” vertelt Andy Jones.
Cinematografische krachttoer
Er is nog een reden om Barantini’s low-budgetdrama te gaan zien: het is een one-takefilm. De hele film is in één take gefilmd, zonder cuts, wat de authenticiteit van het ‘real time’-verhaal verhoogt en het hectische benadrukt. Zonder ruimte voor extra takes moet alles nauwkeurig gepland worden. Het grootste pluspunt van dit cinematografisch exploot, is dat het je misschien niet eens opvalt.
Er zit iets competitiefs aan scènes en films opgenomen in één take, zoiets als ‘wie heeft de langste?’ Is die langste take wel echt of werd er vals gespeeld en toch heimelijk gemonteerd? Komt het de film wel ten goede of is het louter een gimmick, gewoon om te laten zien dat het kan? Het is een prestigekwestie! Hitchcock en Welles, echt geen lichtgewichten, waren de eerste ‘one-takers’. Met respectievelijk een ganse film, Rope (1948), waarin twee studenten uit verveling een studiegenoot vermoorden in hun flat om te zien of ze ermee weg kunnen komen, en met een spannende openingsscène uit Touch of Evil (1958), één lang aangehouden trackingshot waarin het koppel Charlton Heston en Janet Leigh nietsvermoedend langs een bomauto flaneert. Zowel Touch of Evil als Rope kenden navolging.
Veel navolging
Wat ononderbroken scènes betreft, was er het vijf minuten durende vernielde strandshot van Duinkerken in Joe Wrights Atonement (2007) nog voor Christopher Nolan Dunkirk (2017) maakte. En zo heeft The Player zijn ononderbroken openingsscène, The Shining de Big Wheel-scène en Goodfellas de Entering the Copacabana-steadicamshot.
Ook Hitchcocks Rope kreeg heel wat navolging met talrijke one-takefilms. Russian Ark (2002) en Son of Saul (2015) maken het meeste indruk. In laatstgenoemde debuutfilm van de Hongaar László Nemes wijkt de camera geen moment van de zijde van de Joodse Saul, Sonderkommando-gevangene in Auschwitz, die medegevangenen de gaskamers inloodst om daarna hun lijken naar de ovens te brengen.
Erbij zijn of/en ernaar kijken
Geen beter manier om het effect van één-takescènes te vergelijken met gemonteerde shots dan te kijken naar twee spectaculaire gevechtsscènes: de knap gemonteerde opening van Gladiator (2000) met de one-take-invasiescène uit The Northman (2022). Er gefascineerd naar kijken of er ook bij zijn: daar gaat het om.
Boiling Point, net zoals het Duitse Victoria (2015), laat ons meer participeren in het verhaal, met zijn voor- en nadelen. Wanneer de maître d’hôtel volledig gedesillusioneerd op het toilet haar vader belt, moet de camera stoppen voor de gesloten wc-deur. Toch hebben we geen beeld van de wenende vrouw nodig om ons haar leed zelf te kunnen voorstellen. De drukte en spanning van de job voelen we zo beter aan. Maar of dit nu de ideale film oplevert om in koksscholen te tonen aan toekomstige chefs?
Tags |
---|
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
De docuserie ‘Wyatt Earp and The Cowboy War’ en de westernserie ‘Billy the Kid’ stellen Amerika’s meest legendarische iconen in een nieuw daglicht.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.