JavaScript is required for this website to work.
Europa

Brexit: een tweesnijdend zwaard

Ashley Seyssens10/1/2020Leestijd 4 minuten
Brexit is een feit, maar de banden met de EU evenzeer.

Brexit is een feit, maar de banden met de EU evenzeer.

foto © Reporters

Over de brexit lijkt de kogel definitief door de kerk, maar in eender welke relatie blijft het VK op veel vlakken een belangrijke partner.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nu na de eclatante verkiezingsoverwinning van de Conservatives ongetwijfeld een zucht van opluchting in Downing Street te merken was, begint het echte werk eigenlijk pas. Zonder te vervallen in platitudes die door zowel voor- als tegenstanders gebruikt worden, biedt het uitvoeren van een boedelscheiding wel een resem uitdagingen voor zowel de Europese Unie als het Verenigd Koninkrijk.

Een factor die de Europese Unie zeker niet mag onderschatten is het immense vermogen dat het Verenigd Koninkrijk met zich meebrengt. De Britse elite rekent er namelijk nog steeds op dat het VK meer onderhandelingskracht aan de dag kan leggen dan pakweg Noorwegen of Zwitserland, landen die reeds jaren een speciale regeling met de EU hebben. Dit getuigt niet louter van een heimwee naar een vervaagde Britse hegemonie, maar simpelweg van een vaststaand feit. Zowel qua demografie, militaire capaciteiten als economische slagkracht is het VK onvergelijkbaar met andere non-EU-landen:

 

Economische kostenplaatje

Een vaak vergeten kanttekening is dat Groot-Brittannië maar liefst 19,8% van de totale EU-export voor zijn rekening neemt (exclusief intra-Europese handel). Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er een groot handelsdeficit tussen de EU en het VK bestaat (2014: 60 miljard pond). Hieruit simpelweg afleiden dat de EU meer op het VK aangewezen zou zijn dan omgekeerd is te kort door de bocht, immers de helft van de Britse handel is met landen uit de Europese Unie. Het toont echter maar fijntjes aan dat beide kanten behoorlijk wat te verliezen hebben bij het aannemen van een stugge houding.

Een op het eerste gezicht misschien over het hoofd geziene implicatie van de brexit zijn de onderhandelingen over het zogenaamde TTIP-verdrag (Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag) tussen de Europese Unie en Verenigde Staten. Hoewel TTIP zonder het VK niet per se onmogelijk is (alsmede een TTIP met het VK buiten de EU), veroorzaakt het wel een resem complicaties.

De van oudsher goede (handels)relaties tussen de twee Angelsaksische landen, kunnen wel degelijk roet in het eten gooien. Tevens is het geen publiek geheim dat er een goede verstandhouding bestaat tussen Donald Trump en Boris Johnson. Zeker indien eerstgenoemde een tweede termijn veilig stelt, is dit een factor om rekening mee te houden.

Militaire supermacht

Ook militair gezien betekent de brexit een serieuze aderlating voor de Europese Unie. Naast het feit dat Frankrijk en Groot-Brittannië de enige kernmachten zijn binnen de Europese Unie, is Groot-Brittannië simpelweg de enige EU-lidstaat met de militaire capaciteit om op een globale schaal te opereren.

Eén van de grootste verliezen voor de Europese Unie is het wegvallen van de Britse inlichtingendiensten. Binnen Europol zorgen de Britten immers voor het gros van de vergaarde informatie. Britse inlichtingendiensten waaronder MI6 en GHQS (vooral berucht vanwege het hacken van telecomprovider Belgacom), behoren immers tot één van de best uitgeruste ter wereld. Het nog steeds prangende thema van terrorisme en Syriëstrijders is een serieuze troefkaart voor het schiereiland indien de Europese Unie zichzelf niet in de voet wil schieten.

Machtsbalans

Een belangrijke consequentie van het verlaten van de Europese Unie is het verbreken van de huidige fragiele machtsbalans tussen Berlijn en Parijs. Frankrijk zou kunnen vrezen voor een verdere versterkte grip van Duitsland op de Europese Unie. Verder verliest Parijs een belangrijke militaire bondgenoot, zoals eerder aangehaald. Duitsland daarentegen verliest met het verdwijnen van het VK een belangrijke uitdrager van een economische liberale vrije markt agenda.

De fragiele noord-zuid balans dreigt zich meer te manifesteren met het uittreden van de Britten. De noordelijke staten (Zweden, Nederland, Denemarken) typeren zich namelijk reeds geruime tijd door – gematigd – euroscepticisme. Het is niet uitgesloten dat de machtsbalans meer naar het zuiden (Spanje, Italië) opschuift, en bovenstaande lidstaten net nog meer in het harnas jaagt.

Ten slotte komt de oost-west-as binnen de EU onder hoogspanning te staan. Lidstaten als Polen, Hongarije en Tsjechië (niet toevallig geen leden van de eurozone) bekijken de tussenkomsten van de Europese Commissie steeds met argusogen. Polen en de Baltische staten zien in Londen eveneens een krachtige partner tegen de steeds groter wordende invloedssfeer van Rusland. Het was niet toevallig David Cameron die voor een harde aanpak pleitte na de annexatie van de Krim.

Conclusie

Hoe het brexit-avontuur uiteindelijk zal aflopen blijft koffiedik kijken. Interessant zijn de posities die verscheidene stakeholders zullen innemen. Weigert de EU halsstarrig concessies uit vrees voor een verdere desintegratie, uit vrees voor een domino-effect? Dromen de Britse machtshebbers van een vrijhandelshaven, een zogenaamd ‘Singapore aan de Theems’ om de EU te counteren? Welke rol spelen het pro-EU Schotland en Noord-Ierland nog binnen de Unie? Daarbij dient opgemerkt dat de toekomstige relaties niet per se van een ‘zero-sum game’ hoeven uit te gaan. [1]

Vooruitblikkend is het meest waarschijnlijke scenario een vorm van economische co-existentie waarin de EU en het VK weliswaar tot op zekere hoogte economische rivalen blijven, maar nauwgezet samenwerken op vlak van strategische doeleinden (militair, inlichtingen,…).

De crux van het verhaal zit echter in het tijdsbestek dat premier Johnson zichzelf geeft. Johnson gaf immers al meermaals te kennen weigerachtig te staan tegenover het verlengen van de zogenaamde overgangsperiode. Het lijkt onmogelijk om in zo’n kort tijdsbestek een veelomvattend handelsakkoord te bereiken. Ter vergelijking: het CETA-handelsakkoord tussen Canada en de Europese Unie nam maar liefst 7 jaar in beslag (2009 tot 2016). Slechts een jaar onderhandelen lijkt dan ook simpelweg ‘wishful thinking‘. [1]


[1] I. Tharoor, “Britain’s troubles to come after Boris Johnson’s landslide win,” The Washington Post, 16-Dec-2019. [Accessed: 4-Jan-2020].

Ashley Seyssens (1995) behaalde zijn Bachelor Chemie en Bachelor Chemical Process Technology aan de Karel de Grote Hogeschool.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen