Buitenlandse Handel nog Vlaams?
N-VA regeert tegen eigen programma
Oud-ambassadeur Theo Lansloot stelt met verbazing vast dat het federale niveau terug Buitenlandse Handel organiseert. Coalitiepartner N-VA en de Vlaamse minister-president zouden daar nochtans anders moeten over denken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBij het aantreden van de regering Michel krijgt de N-VA vanuit Vlaamse hoek her en der kritiek omdat het regeerakkoord geen communautaire elementen bevat. In interview met redacteur Wim Winckelmans (De Standaard, 14 oktober) antwoordt vicepremier Jan Jambon, daar terecht op: ‘Waren we in de coulissen blijven staan, dan stonden we nog geen stap verder. Nu komt het sociaaleconomische onderdeel van ons programma tenminste aan bod, in een regering zonder de PS. Dat is een paradigmashift. De rest is voor later. Wij stonden na de verkiezingen alleen met onze vraag om een staatshervorming. Dan heb ik liever een regering zonder staatshervorming dan een regering met een slechte staatshervorming.’
Peter De Roover, lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers voor de N-VA benadrukte in zijn toespraak in de Kamer op 15 oktober eveneens dat al komen er tijdens deze regeerperiode geen staatkundige structuurhervormingen niets de wens van de kiezer in 2019 mag in de weg staan. Voor het einde van haar mandaat dient de regering er voor te zorgen dat dit ook zo is.
Het regeringsbeleid moet nauwgezet worden opgevolgd maar de regering moet ook de kans krijgen zichzelf te bewijzen alvorens haar te gelegener tijd objectief te beoordelen. Iets voor de toekomst dus.
Van onmiddellijk belang is echter het plotse en verontrustend opduiken van een staatssecretaris voor Buitenlandse Handel – Pieter De Crem – toegevoegd aan de federale minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders.
Geen federale buitenlandse handel meer
Op 8 augustus 1988 werden, na moeizame onderhandelingen, de Gewesten vrijwel uitsluitend bevoegd voor het afzet- en uitvoerbeleid. De Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH), een onder de federale minister voor Buitenlandse Handel ressorterende semioverheidsinstelling, verdween. In 1990 werden gewestelijke instanties voor de bevordering van de buitenlandse handel opgericht: AWEX in februari 1990, Export Vlaanderen (nu Flanders Investment and Trade – FIT) in januari 1991 en Brussel Export in augustus 1991.
De Bijzondere Wet van 16 juli 2001 regionaliseerde het Fonds voor de Buitenlandse Handel en de economische en handelsattachés. Slechts de waarborg tegen uitvoer-, invoer- en investeringsrisico’s en het multilaterale handelsbeleid bleven federaal. Op 24 mei 2002 werd het wazige en dure Agentschap voor Buitenlandse Handel opgericht (ABH). Het hoofddoel van dat ABH is het voortzetten van traditionele handelsmissies met leden van het koningshuis als middelpunt. De toenmalige kroonprins Albert is daar destijds mee begonnen. Over het nut ervan liepen en lopen de meningen sterk uiteen vooral gezien de verhouding tussen kosten en resultaten.
De missies van de monarch
De erevoorzitter van het ABH vandaag is koning Filip die dus normaliter zelf de missies zou moeten leiden en niet Prinses Astrid. Het ABH houdt zich bezig met de organisatie van ‘multiregionale economische missies’ en met ‘documentatie’, wat dat laatste ook moge betekenen. Tot dusver ging het om vier missies die bijna 5,5 miljoen euro per jaar kosten. De helft daarvan komt van de federale overheid al is er al lang geen federale minister voor Buitenlandse Handel meer en dus de vraag rijst op welke federale begroting die uitgave is ingeschreven. De regering-Bourgeois heeft zopas beslist voortaan nog maar twee missies te financieren. Wallonië en Brussel bepleitten aanvankelijk het behoud van de vier zendingen, maar beide gewesten zien zich intussen gedwongen het voorbeeld van Vlaanderen te volgen. Dat lieten hun vertegenwoordigers weten in de jongste raad van bestuur van het ABH. In 2013 nam Vlaanderen 83 % van de Belgische uitvoer voor zijn rekening. Het betaalde voor de vier missies ongeveer 1,6 miljoen euro. Dit is twee keer zoveel als Wallonië en zeven keer zoveel als Brussel.
België beter bekend?
Al geruime tijd beoogt minister Reynders binnen de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken een economische as op te richten met daarin ook buitenlandse handel. Een van de drogredenen is dat België een beter handelsmerk zou zijn dan Vlaanderen. De wereld kent Vlaanderen om allerlei redenen (beeldende kunsten, muziek, vakmanschap, werklust, enzovoort.) maar al te best en reeds eeuwen lang. Het buitenland beseft echter vaak niet dat Vlaanderen in België ligt. Dat het deel uitmaakt van de ‘Low Countries’, weet men meestal wel. De buitenwereld kent ook Brussel, maar dan vooral als vestigingsplaats voor allerlei internationale instellingen en veel minder als de hoofdstad van België. Wallonië zegt buitenlanders helemaal niets.
Momenteel behoort buitenlandse handel tot de bevoegdheid van de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois. Zijn partij vraagt al lang dat buitenlandse handel volledig in Vlaamse handen komt zodat alle instellingen kunnen worden samengebracht in één organisatie : ‘Flanders Investment and Trade’. Vlaamse bedrijven kunnen dan voor alles bij FIT terecht.
Vreemd is dus dat de N-VA met een staatsecretaris voor Buitenlandse Handel in de federale regering heeft ingestemd. Dit schijnt immers in te gaan tegen alles waar de partij op dit gebied voor staat. Tot dusver heeft, naar ik meen, de Vlaamse regering noch de N-VA zich daarover uitgesproken. Hopelijk bevestigen zij spoedig dat Buitenlandse Handel Vlaams blijft en liefst helemaal Vlaams wordt.
De auteur is redacteur van Doorbraak, ambassadeur in ruste en tot 1967 adjunct-adviseur bij de voormalige Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel en hoofd van de afdelingen Midden-Oosten en Latijns – Amerika. Als dusdanig was hij secretaris van diverse economische zendingen naar die gebieden geleid door de toenmalige kroonprins Albert.
Foto: (c) Reporters
Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.
Oud-diplomaat Theo Lansloot linkt de resultaten van de Amerikaanse congresverkiezingen met de groeiende internationale spanningen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.