Culturo’s nu en culturo’s toen
’t Blijft een links gezelschapsspel: inhakken om ter lustigst op Vlaamsgezinden, N-VA, confederalisme en independentisme. Niks nieuws onder de zon. De gauchisten van de jaren 1920 waren geen snars verstandiger.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementO, o, o, wat zijn zij flink, moedig, vooruitziend, profetisch. Over Vlaanderen vendelzwaait de bruine vlag van het fascisme en gelukkig is er de Koning, de Premier, Franstalig België en de tandem Tobback-Magnette om de Vlamingen te behoeden voor het neohitlerianisme. Aldus de Verenigde Kunstenaars en Opiniemakers van Vlaanderen. Goed om lezen in een voortreffelijk boek is dat honderd jaar geleden er evenveel misbaar werd gemaakt tussen links, centrum en rechts over de toekomst van Vlaanderen. Dieter Vandenbroucke heeft de bij het grote publiek volledig onbekende, en onder intellectuelen en lezers bijna even onbekende schrijver, dichter, polemist en linkse flamingant Victor J. Brunclair geanalyseerd in Dansen op een vulkaan, 585 bladzijden, uitgegeven bij De Bezige Bij Antwerpen. Dieter Vandenbroucke (33) behoort tot de nieuwe lichting van jonge geschiedkundigen die zonder de nijdasserij van UA-professor Marnix Beyen (meer een brandstapelbouwer dan een wetenschapper) Vlaamse zaken bestudeert. Hij past in de aanpak van Kevin Absillis en diens boeiende visie op bijvoorbeeld Hugo Claus.
Avantgarde
De avantgardisten Victor J. Brunclair en Paul van Ostaijen waren in hun jonge jaren verstrengeld als idealisten, progressieve Vlaamsgezinden, Duitslandkenners, activisten en humanitaire expressionisten. Leerzaam aan het boek is de bredere invulling die het geeft, wat ook de invulling is van de hoofdrolspeler Brunclair, aan de stroming die flaminganten kennen als het activisme. Enerzijds was het de collaboratiestroming tussen ’14 en ’18, dat is de smalle definitie. Anderzijds was het een luidruchtig en breed gedragen verzet onder progressieve artiesten tegen de stofferigheid en maatschappelijke onbenulligheid van de kunst om de kunst in Duitsland (daar Activismus) en Vlaanderen (met als kop van jut, de generatie en de schrijvers van Van Nu & Straks, met als bekendste figuur August Vermeylen). Typisch was dat die merkwaardige man, begonnen als voorvechter van het vrije huwelijk, het antipaapse, de kunsten, Vlaanderen voor en zeker na WO I ontbolsterde als een esthetische fijngeest en een verburgerlijkte socialist. Hij huwde, tot ontzetting van zijn linkse en Brusselse artistieke vrienden, voor de kerk met een meisje uit de hogere kringen die niets zag in vooruitstrevend samenhokken. Exit de vrije liefde. Tot daar de start van zijn embourgeoisering. Die bocht nam Victor J. Brunclair nooit.
Belangrijk voor de anti-Vlaamse schrilheid van de huidige progressieven is de visie van Brunclair op het nationalisme en het internationalisme. Hij inspireerde zich daarvoor onder meer op het boek L’Armée Nouvelle (1913) van de Franse socialist en vredesapostel Jean Jaurès die bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vermoord werd. Jaurès distantieerde zich zowel van het chauvinisme van de hoerapatriotten als van het als wereldvreemd bestempelde kosmopolitisme. Vaderland en internationalisme waren onlosmakelijk verbonden, aldus Jaurès in een zin die door Brunclair in een opstel over hetzelfde thema werd geciteerd: ‘Een beetje internationalisme verwijdert de mens van zijn vaderland, doch veel internationalisme voert hem naar dat vaderland terug.’ In een polemiek met Paul Colin, hoofdredacteur van L’ Art Libre en directeur van het pacifistische en progressieve Clarté-België, schreef Brunclair in maart 1920, dat Colin blijk gaf van psychologische bijziendheid door elke vorm van nationalisme over een kam te scheren. Hij hekelde bovendien het gebrek aan werkelijkheidszin van Clarté (opgericht door de Franse auteur en frontsoldaat Barbusse die in Le Feu de beestachtigheid van ’14-’18 prangend beschreef) en zijn kosmopolitisme dat ‘metafysisch speculatief’ was. Ver van de realiteit verwijderd. Volkeren hebben het recht, aldus Brunclair, om zich te onttrekken aan het imperialisme en het nationalisme was hiervoor een geschikt breekijzer. Later koppelde Brunclair zijn activistische versie van de Clarté-beweging aan de Vlaamse situatie en stelde (in radicale spelling, een van zijn kanalen was het tijdschrift Staatsgevaarlik): ‘Het wereldburgerschap is slechts te bereiken via nationale kultuuraktie’. In Brunclairs ogen was nationale soevereiniteit een noodzakelijke voorwaarde voor de culturele diversiteit die ook de Clarté-beweging met haar Internationale de la Pensée in het vooruitzicht stelde. Brunclairs boodschap bleef eenduidig, aldus Dieter Vandenbroucke: ‘In zijn ogen participeerde het Vlaams-nationalisme in de internationale revolutie-in-voorbereiding tegen de kapitalistische orde. Hij was diep ontgoocheld, zoals Paul van Ostaijen, in de Vlaamse socialisten die de Vlaamse Beweging bleven herleiden tot een taalkwestie en intussen hun medewerking verleenden aan de restauratie van het burgerlijke bestel, dat in zijn ogen de Grote Oorlog had voortgebracht.’
Tegentraditie
Voor Brunclair kon Vlaanderen zijn culturele mogelijkheden pas verwerkelijken als de Belgische staat grondig werd hervormd. In tegenstelling tot de Van Nu & Straksers, onderlijnt Vandenbroucke, die zich in het bestaande regime hadden genesteld, hadden de activisten dat goed begrepen. Bruno De Wever oordeelt over de levensbeschrijving van Dieter Vandenbroucke als volgt: ‘Met literaire en historische panache neem hij de lezer mee langs de kronkelige levensweg van het enfant terrible in de wereld van een radicaal Vlaamsgezinde linkse tegentraditie.’
Voor het hetzen van de huidige culturo’s tegen een verzelfstandiging van Vlaanderen zou Victor J. Brunclair een even diepe minachting hebben opgebracht als voor de slappe en gezagsgetrouwe Van Nu & Straksers. Eind 1944 stierf de van oorsprong Waalse en Franstalige flamingant Brunclair in een zompig en koortszwanger concentratiekamp in Noord-Duitsland.
Categorieën |
---|
Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.