De acht bergen: zeven dwergen
Deze week in filmland
De acht bergen.
foto © Wim De Smet
Onze filmreporters keken naar ‘De acht bergen’ en trokken naar het Internationaal Kortfilmfestival in Leuven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOf hoe het Vlaamse regisseursduo Charlotte Vandermeersch & Felix Van Groeningen worstelde met de verfilming van de gelauwerde semi-autobiografische Italiaanse roman uit 2016 Le otto montagne van Paolo Cognetti. En dan hebben we het ook nog even over stervende reuzen in Vlaamse stoeten en processies en over het beste van recente Vlaamse korte film op het filmfestival in Leuven.
Als de reuzen sterven
Bij een onuitputtelijke stroom van beelden in zwart-wit en kleur van processies, historische optochten, carnaval en andere stoeten mijmeren zoon en maker Jan Vromman in Als de reuzen sterven (***, nu her en der in Vlaanderen te zien) en diens zoon in een brief aan hun (groot)vader.
Na de ellende van de Tweede Wereldoorlog en te midden ‘godvrezend labeur’ ontpopte vader Vromman, die ‘zijn volk leerde feesten’, zich tot stoetenbouwer: 25 in totaal, de eerste dateert van 1954.
Vromman (‘Ik zocht wat jij niet wou zien’) kijkt wat meewarig naar deze wirwar van beelden van ridders, engelen, kruisvaarders en …reuzen en gaat op zoek naar het echte feesten, gedragen door een gemeenschap. Had zijn vader immers ‘de geschiedenis niet flink met de neus genomen’. Ook al doet hij nog zo zijn best om het belang van folklore en traditie te begrijpen.
De kleinzoon gaat op dat elan door: ‘Het lied is gezongen!’. Zo stelt hij fatalistisch vast. Hij is doodsbang voor de toekomst, keert ‘de tranerige nostalgie’ flagrant de rug toe en vraagt zich resoluut af ‘wie er nog zal zijn om straks op de ruïnes te dansen’. Een pijnlijk slotakkoord bij een document dat zo feestelijk leek te zijn begonnen.
Mannen met baarden
Van de zeven personages in De acht bergen (**, momenteel in de bioscoop) komen er slechts twee enigszins tot leven: Pietro, de stadsmus uit Turijn – het alter ego van de schrijver van het boek? – en Bruno, de zelfverklaarde bergbewoner uit Grana waar de twee – 12 jaar oud – anno 1984 in elkaars leven zijn gestapt. Ze ravotten, lopen verloren in het even zomerse als idyllische en majestueuze Alpenlandschap. Want in het dorpje zijn slechts een handvol inwoners achtergebleven. De knapen verliezen elkaar daarna uit het oog.
Pas vijftien jaar later komen ze opnieuw op elkaars pad; mannen met baarden dan. Allebei worstelen ze met een problematische vader-zoonrelatie die hun leven, hun ontplooiing gijzelt. Na samen een ruïne tot een blokhut te hebben omgebouwd hoog in de Alpen, trekt Pietro op zoek naar zingeving naar Nepal (en de Himalaya) terwijl Bruno zich in alle eenzaamheid terugtrekt op zijn berg.
Krijgen de te weinig uit de verf komende hoofdpersonages weinigzeggende mono- en dialogen in de mond gelegd, de fotogenieke schoonheid van het landschap zomer en winter – als pittoresk decor – overwoekert de andere thema’s van de film (jongens-, mannenvriendschap, het boerenleven, leven en dood). Intussen gaat de muziek – mooie ballads van Daniel Norgren – aan de haal met de film die zijn mooie titel ontleent aan een Nepalese legende. Jammer. Van een gemiste kans gesproken.
Ooit hoorde Felix Van Groeningen tot de nieuwlichters van de Vlaamse film dankzij 50 cc, zijn sterke afstudeerfilm (2000, Kask). Zijn beste werk tot nu toe. Hoe de huidige generatie nieuwlichters het er vanaf brachten op het Internationaal Kortfilmfestival van Leuven (IKL), kan je lezen in onderstaand verslag van Luk Menten. Met de boodschap dat de korte film belangrijk is, als autonome filmvorm maar ook als springplank naar de lange speelfilm (en/of tv-serie) timmert het IKL al een kwarteeuw aan de weg.
Internationaal Kortfilmfestival in Leuven. Wat sprong er in het oog?
Griezelen in IJsland
Wat de Vlaamse competitie betreft bleken op de slotavond de officiële jury en de persjury in de ban van het geheimzinnige Noisetrain, waarmee Pol De Plecker was afgestudeerd aan Kask, de filmschool in Gent.
De Plecker pikte enkele elementen uit de bekende novelle De trein der traagheid van auteur Johan Daisne. Een trein met slapende reizigers stopt ergens in een sneeuwlandschap. Drie mannen stappen uit waarna de trein ineens vertrekt. Het drietal wordt aan zijn lot overgelaten. Geen magisch realisme a la Daisne in Noisetrain, veeleer mag je spreken van een surrealistische aanpak waarbij geen klassiek verhaal wordt ontwikkeld, aparte taferelen volgen elkaar op. Die laten zien hoe de mannen door sneeuw en wind voortploeteren. Het slot verklappen we uiteraard niet, daar zit kennelijk de sleutel van het in IJsland opgenomen fresco, een film zonder dialoog maar met een overweldigende klankband die van de trein en het onherbergzame landschap griezellocaties maakt.
De Plecker mocht naar huis met de juryprijs voor Beste Vlaamse Kortfilm, plus de Prijs van de Kritiek van de Filmpersbonden UBFP en UFK. Bovendien werd het camerawerk van medestudent Wannes Vanspauwen bekroond met de Prijs voor Beste Cinematografie.
Revelatie Jennifer Heylen
Actrice Jennifer Heylen ontving de juryprijs voor Beste Acteerprestatie voor haar hoofdrol in Klette van Michael Abay. Heylen, bekend van tv, was eerder alleen nog maar te zien in de overrompelende gangsterkomedie H4Z4RD van Jonas Govaerts. ‘Nog nooit heb ik een prijs gekregen. En ik ben van Leuven, alles komt hier samen’, aldus de dolgelukkige actrice. Abay had aan het begin van het festival voor Klette, waarmee hij als regisseur afstudeerde aan het Rits in Brussel, een van de VAF-Wildcards ontvangen om een eerste buitenschoolse film te maken.
Klette oogt sympathiek en weet te overtuigen. Jennifer Heylen speelt met veel naturel de rol van de 26-jarige Morgane die moeite heeft om keuzes te maken en niet de noodzaak inziet om haar thesis af te werken en zelfstandig te gaan wonen. Of ziet ze op tegen een voorgekauwd levenspatroon? De film brengt een raak portret van een groep jonge volwassenen aan het begin van het echte leven.
Vlaamse Tati
Het schitterend gereconstrueerde, ironisch/poëtisch/grappige Portrait of a Disappearing Woman, de eerste professionele film van Nelson Polfliet, sleepte de Prijs van het Publiek in de wacht. De uitbaatster van een viswinkel (Marijke Pinoy in een topprestatie), het gezeur van haar klanten beu, loopt weg, verzeilt in een klasje leerlingen, stapt mee op de schoolbus en komt terecht in een museum voor schone kunsten waar alles net iets anders is dan men zou verwachten.
Polfliet ontpopt zich tot een Vlaamse versie van de Franse mime-kunstenaar, komiek en filmmaker Jacques Tati. Zijn film zit vol vondsten en verrassende en komische voorvallen, tot en met een opera-aria’s kwelende vis.
Beloftevol animatietalent
In de competitie voor Vlaamse animatiefilms zijn er in Leuven geen juryprijzen, alleen een Publieksprijs. Die was voor een zowel door kinderen als door volwassenen te smaken tekenfilmpje Luce en de rots van Britt Raes. Op Anima, het animatiefilmfestival in Brussel, had zij eerder in het jaar al de juryprijs voor Beste Korte Film mogen ontvangen.
Een beloftevol nieuw tekenfilmtalent dient zich aan in de persoon van de Limburgse Julie Verstraten. In haar eindwerk aan Luca Genk, Inertia, overwoekert een duistere schaduw het leven van een jonge vrouw tot ze beseft dat ze haar verdriet niet langer mag verdringen en het rouwproces zijn gang moet laten gaan. Fijn getekend en vooral in een passend sereen ritme verteld. Verstraten kreeg terecht ook een VAF-Wildcard (60.000 euro plus coach).
Tags |
---|
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
In ‘BDW Politiek Beest’ portretteert Jambers op zijn typisch badinerende manier de machtspoliticus De Wever tijdens de verkiezingscampagnes dit jaar.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.