De boekendokter schrijft voor: de dokters van Virginia Woolf
‘Je enthousiasme, beste vriend, heeft me danig besmet’
foto © Unsplash
De boekendokter glimlachte minzaam. Na zijn visite van vorige week had hij besloten Mrs. Dalloway nog eens ter hand te nemen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe boekendokter glimlachte minzaam. Na zijn visite van vorige week had hij besloten Mrs. Dalloway nog eens ter hand te nemen. Het toeval wou dat zijn dochter hem met Kerst een nieuwe editie cadeau had gedaan, een luxe-uitgave met veel voetnoten en interessante illustraties.
Hij toonde me het boek met de nodige trots, die minstens evenzeer de schenker als het geschenk betrof. The Annotated Mrs. Dalloway: een prachtige kaft, inderdaad, met goud omrand bloemenmotief. Centraal stond het schilderij dat Woolfs oudere zus Vanessa in 1912 van de dertigjarige schrijfster maakte. Het was het jaar, wist de boekendokter, waarin Virginia met Leonard Woolf trouwde. Het huwelijk hield net geen dertig jaar stand, tot de schrijfster in het voorjaar van 1941 eindelijk besloot uit het leven te stappen
Echte dokters
De boekendokter was zijn dochter erg dankbaar voor het cadeau. Hij had de nieuwe uitgave nog niet eerder van dichterbij kunnen bekijken. Mijn enthousiaste lectuur van Woolfs roman was de perfecte aanleiding gebleken. ‘Dit keer heb jij me op de juiste leesweg gezet’, zei hij. Zijn knipoog was gemeend, het teken dat wij elkaar goed verstonden. Ik nam aan dat hij me heel wat te vertellen had over zijn geannoteerde Mrs. Dalloway.
Maar eerst ging hij in op een ander boek dat hij na ons gesprek op het spoor was gekomen: een studie waarin de dokters van Virginia Woolf centraal stonden. Niet zomaar de dokters die in haar romans voorkwamen – zoals Holmes en Bradshaw in Mrs. Dalloway over wie we het de vorige keer hadden – maar de ‘echte’ dokters die de schrijfster en haar familie de best mogelijke verzorging trachtten te geven.
Aversie
‘Holmes en Bradshaw blijken ook echt bestaan te hebben’, zei de boekendokter. Hij nuanceerde meteen: de twee personages uit Mrs. Dalloway hadden volgens de auteur van de geleerde studie (een proefschrift!) de trekken van minstens vier dokters uit het leven van de schrijfster die hen had verzonnen.
‘Je had gelijk’, zei de boekendokter. ‘Woolf had het inderdaad niet zo voor mijn collega’s.’ De aversie had verschillende oorzaken. Haar dokters begrepen haar niet en ze konden ook niet zeggen wat er precies aan de hand was met hun patiënte. Maar vooral, ze namen haar datgene af wat voor haar het allerbelangrijkste in het leven was: lezen en schrijven.
Dr. Savage
‘Een van die dokters heette Savage’, zei de boekendokter. De naam toverde een glimlach om zijn lippen. Woolf moet hem als een wildeman beschouwd hebben, een bruut die niet wist wat cultuur betekende. Dr. Savage was er immers van overtuigd dat al dat lezen en schrijven zijn patiënte geen goed deden.
Woolfs vader had hetzelfde meegemaakt toen hij jong was, doceerde de boekendokter. Hij las als kind erg veel en zijn dokters zagen er geen goed in. Kinderen moesten bewegen, aan sport doen. Zelf kreeg Woolf haar eerste leesverbod op haar vijftiende. De familiedokter vreesde een nieuwe zenuwinzinking. Die had het meisje voor het eerst gehad toen haar moeder overleed, twee jaar eerder.
‘Boeken en niets anders’
Het bleef jammer genoeg niet bij die ene keer. Haar volwassen leven lang kende Woolf de ene crisis na de andere, vaak kleine, maar ook verschillende grote, zoals in het voorjaar van 1904. ‘Ik verlang naar een grote kamer voor mezelf’, schreef Woolf in een brief uit die tijd, ‘met boeken en niets anders.’ Haar vader was net gestorven aan de darmkanker die hem twee jaar voordien had getroffen. Virginia was op haar 22ste meteen ouderloos. Ze droeg al vroeg de dood bij zich, in oude gedachten die gevangen zaten in het lichaam van een jonge vrouw.
De dokter – Savage, inderdaad, diezelfde – had haar nog maar eens op rust geplaatst, ver weg van de stad, weg van de boeken die ze thuis had. Ze vond het de ergste tijd uit haar nog jonge leven. Ze zag het punt van haar dokter ook niet: lezen maakte haar naar haar gevoel net rustig, niet overspannen.
Bipolair
‘Er zijn nog altijd discussies over welke ziekte Woolf nu precies had’, zei de boekendokter. Niet lang geleden – waar vond hij toch de tijd? – had hij nog een artikel gelezen waarin een groep Braziliaanse psychiaters trachtten te bewijzen dat de schrijfster bipolair was, het gevolg van ernstig misbruik door een van haar halfbroers. Mentale problemen zaten in de familie, zowel aan vaderskant als aan die van Woolfs moeder.
‘Ze was duidelijk ook anorexisch’, wist de boekendokter. Haar brieven en dagboeken lieten daar volgens hem weinig twijfel over. Woolf had een probleem met eten, dat wist haar echtgenoot ten andere zeer goed. Boeken zag ze als voedsel voor de geest, zei de boekendokter. ‘Die honger kreeg ze nooit gestild.’
Spaanse griep
De boekendokter stopte me eindelijk The Annotated Mrs. Dalloway in de hand. Ik bladerde door het fraaie boek, een beetje afgunstig moet ik zeggen. ‘Weten we eigenlijk aan welke ziekte Clarissa Dalloway leed?’ vroeg ik hem. ‘Je hebt duidelijk niet goed genoeg gelezen’, zei de boekendokter en hij wees me op de passage in de roman waarin de diagnose eenduidig wordt aangegeven. ‘Het staat er al op de tweede pagina’, zei hij, ‘tussen haakjes, dat wel, maar het staat er.’ En inderdaad: Clarissa voelt zich gespannen, zegt de verteller, die de haakjes opent: ‘(but that might be her heart, affected, they said, by influenza).’
De suggestie was volgens de boekendokter duidelijk: Clarissa Dalloway was zoals zovelen in de jaren na de Eerste Wereldoorlog het slachtoffer geworden van de grote ‘Spaanse’ griepepidemie die niet alleen in het Verenigd Koninkrijk maar over heel de wereld ernstig huis hield. De ziekte maakte heel wat meer slachtoffers dan de oorlog waarop ze volgde – 228.000 in Groot-Brittannië alleen.
Zo moeder, zo dochter
De epidemie kreeg ook Virginia Woolf in haar greep. In het voorjaar van 1922 lag de schrijfster ziek te bed: ‘influenza’, zeiden de dokters, die voor een keer eensgezind waren. Het woord riep nare herinneringen op voor Woolf. Haar moeder was in 1895 aan de gevolgen van dezelfde ziekte gestorven – griep, een daaropvolgende longontsteking, gepaard met een zware depressie. Zo moeder, zo dochter.
‘Clarissa Dalloway vertoont uiteindelijk dezelfde symptomen’, merkte de boekendokter op. ‘Ook later in de roman is er in de suggestie dat ze een zwak hart heeft.’ Woolf schreef het ook over zichzelf toen ze in 1922 ziek te bed lag: ‘mijn pols is buitensporig’, ‘op het gekke af’’.
Corona
Volgens de boekendokter was het geen toeval dat Mrs. Dalloway de jongste jaren opnieuw aan populariteit had gewonnen. De nieuwe editie gaf het ook aan: de link met de Spaanse griep deed veel lezers in de voorbije coronaperiode naar Woolfs roman grijpen. Woolf situeerde de gebeurtenissen uit haar tekst op een warme zomerdag in 1923, kort na het einde van de vernietigende epidemie.
De roman straalt van bij het begin de levenslust van een nieuw begin uit: niet alleen de oorlog is voorbij, ook de pandemie behoort stilaan tot het verleden. De mensen komen buiten, ze ontmoeten elkaar weer. De voorbereidingen die Clarissa bij het begin van de roman treft voor het feest dat ze later die dag wil geven, maakt het duidelijk: het leven kan opnieuw gevierd worden.
‘Maar vergis je niet’, zei de boekendokter, ‘bij Woolf hangen geluk en tragiek, leven en dood erg nauw samen.’ Ik geef toe dat ik ook zonder hem tot die conclusie had kunnen komen. Maar de gesprekken met mijn boekendokter boden me zoveel meer dan een eigen lezing van deze of gene tekst. Ze maakten me rustig en ze vervulden me van vertrouwen, de stellige overtuiging dat mijn leesgids me beter zou maken.
Tags |
---|
Personen |
---|
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.
Rik Van Looy had geen talent om vergeten te worden. Glansprestaties waren in zijn geval de regel. Rik Torfs brengt een eerbetoon aan zijn gouwgenoot.