JavaScript is required for this website to work.
JONG LAWAAI

Forum

De botsing tussen kennis en ideologie

Julie Vandenbossche (N-VA) hekelt de opmars van de kritische theorie in academische kringen, die ten koste gaat van streven naar objectiviteit.

Julie Vandenbossche is bestuurskundige en studeert EU-studies aan de Universiteit Gent. Ze is ledenverantwoordelijke voor Jong N-VA UGent en rekruteringshoofd bij het Vlaams Jeugd Parlement (VJP). Op 13 oktober staat ze op de tweede plaats voor de N-VA in Huldenberg.

7/9/2024Leestijd 3 minuten
Julie Vandenbossche (N-VA).

Julie Vandenbossche (N-VA).

Julie Vandenbossche (N-VA) hekelt de opmars van de kritische theorie in academische kringen, die ten koste gaat van streven naar objectiviteit.

Ik heb de reputatie een radicaal-linkse professor te zijn. En dat klopt eigenlijk wel.’ Dit academiejaar verslikte ik me meermaals in mijn koffie toen een professor tijdens zijn eerste college openlijk zijn politieke overtuigingen deelde.

Het idee dat wetenschap en uitgesproken politiek-maatschappelijke engagementen binnen onze universiteit hand in hand kunnen gaan, roept bij mij serieuze vragen op. Moet wetenschap niet altijd streven naar neutraliteit en objectiviteit? Blijkbaar niet, als we de almaar populairder wordende stroming van de kritische theorie moeten geloven.

Kritische theorie

De kritische theorie is aan een opmars bezig aan de universiteiten. In tegenstelling tot conventionele benaderingen van wetenschap – benaderingen die streven naar objectiviteit en het vermijden van vooringenomenheid – stelt de kritische theorie dat onderzoek nooit volledig neutraal kan zijn. Volgens deze benadering zijn wetenschap en onderzoek altijd verweven met politieke en maatschappelijke belangen, en daarom zouden onderzoekers expliciet voor hun politiek-maatschappelijke engagement moeten uitkomen in hun werk.

Het uiteindelijke doel van kritisch onderzoek zou bestaan uit het bevorderen van de emancipatie van onderdrukte groepen door onrechtvaardige machtsstructuren en verhoudingen bloot te leggen

Het uiteindelijke doel van kritisch onderzoek zou bestaan uit het bevorderen van de emancipatie van onderdrukte groepen door onrechtvaardige machtsstructuren en verhoudingen bloot te leggen. Hierdoor is kritisch onderzoek vaak nauw verbonden met maatschappelijke bewegingen die strijden voor sociale rechtvaardigheid en maatschappelijke verandering.

Het idee dat onderzoek nooit volledig neutraal kan zijn, is op zich een boeiende denkoefening. Vooral binnen de sociale en politieke wetenschappen is het inderdaad lastiger om volledig objectieve resultaten te behalen dan in de exacte wetenschappen. Door vanaf het begin transparant te zijn over de doelstellingen van je onderzoek, geeft de onderzoeker de lezers een beter inzicht in zijn mogelijke vooringenomenheid en hoe dit de resultaten kan beïnvloeden. Deze openheid maakt het onderzoek in zekere zin ‘eerlijker’ en houdt het toegankelijk voor toekomstige falsificatie. Er zijn dus zeker positieve zaken aan deze nieuwe stroming.

Bedreiging van objectiviteit

Transparantie over de doelstellingen van een onderzoek kan nuttig zijn, maar mag nooit ten koste gaan van het objectiviteitsstreven. Hier schuilt een groot gevaar. Soms lijkt het wel alsof een uitgesproken politiek-maatschappelijk engagement een vrijgeleide is om alleen die informatie te presenteren die binnen een eigen wereldbeeld past.

De bewuste weglating van informatie is zeker niet hetzelfde als de volledige waarheid vertellen

Professoren mogen hun studenten dan wel aanmoedigen om kritisch na te denken, zelf beperken ze zich vaak tot het doorgeven van onderzoek dat hun eigen overtuigingen bevestigt. Liegen is dat niet, maar de bewuste weglating van informatie is zeker niet hetzelfde als de volledige waarheid vertellen.

Ideologische bubbel

Activistische professoren durven hun positie te gebruiken om hun politieke ideeën op te dringen. Kritische theorie kan onderzoekers in een ideologische bubbel plaatsen waarin alleen die perspectieven en resultaten worden geaccepteerd die hun vooraf bepaalde narratieven bevestigen. Deze ideologische tunnelvisie sluit andere mogelijke interpretaties en inzichten uit, wat kan leiden tot een eenzijdig en onvolledig beeld van de werkelijkheid. Dit is een ernstige beperking voor wetenschap, die juist baat heeft bij een breed scala aan perspectieven en een rigoureuze toetsing van theorieën.

De universiteit heeft juist de verantwoordelijkheid om studenten een zo breed mogelijke opleiding te bieden, zodat ze kritisch kunnen omgaan met informatie en hun eigen, goed gefundeerde mening kunnen vormen. Als studenten, vooral in hun eerste jaren aan de universiteit, maar een deel van de informatie krijgen, kan je niet verwachten dat zij in staat zijn om onafhankelijk en kritisch na te denken.

Twee maten

Het opvallende is dat dit fenomeen zich voornamelijk voordoet bij ‘linkse’ professoren. Het is bijna vanzelfsprekend geworden dat deze docenten hun politiek-maatschappelijke standpunten verweven met hun lesstof, zonder dat dit veel weerstand oproept. Stel je voor dat een ‘rechtse’ professor hetzelfde zou doen. Een golf van kritiek met beschuldigingen van indoctrinatie en van het schenden van academische neutraliteit zouden zijn deel worden. Waarom wordt links activisme aanvaard, maar rechts activisme niet?

Het aantal professoren dat de kritische theorie omarmt, is nog beperkt. Toch is het een ontwikkeling die we nauwlettend in de gaten moeten houden. De universiteit is de bakermat van vrije gedachten en wetenschappelijke exploratie, maar die vrijheid mag niet verward worden met het opzij schuiven van objectiviteit. Want uiteindelijk is wetenschap zonder streven naar objectiviteit als een kompas zonder noorden.

Julie Vandenbossche is bestuurskundige en studeert EU-studies aan de Universiteit Gent. Ze is ledenverantwoordelijke voor Jong N-VA UGent en rekruteringshoofd bij het Vlaams Jeugd Parlement (VJP). Op 13 oktober staat ze op de tweede plaats voor de N-VA in Huldenberg.

Commentaren en reacties