JavaScript is required for this website to work.
post

De Ensors: prijzen van de hypocrisie

Freddy Sartor18/3/2022Leestijd 4 minuten
De winnaars van een Ensor poseren trots.

De winnaars van een Ensor poseren trots.

foto © Filmfestival Oostende

Behalve een genderneutrale farce produceerde het filmfestival Oostende ook veel nominaties voor het hypocriete ‘Dealer’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Tv-series overschaduwden de Vlaamse film tijdens de uitreiking van de Ensors, de Vlaamse film- en tv-prijzen ondanks het overmatig lauweren van de wel zeer middelmatige bioscoopfilm Dealer van Jeroen Perceval. De film, de  regen aan prijzen, en de Ensors zelf zijn nu al zeer omstreden. Maar dan om de verkeerde redenen.

Hypocriet

Niet minder dan negen van de veertien nominaties wist Dealer, het regiedebuut van Jeroen Perceval, te verzilveren. En dat voor een zeer oppervlakkige film vol clichés en karikaturen, gesitueerd in de ‘kleurrijke’ Antwerpse drugscene. Het feit dat de film met de inspirerende (!) titel deels is gebaseerd op het grillige levensverhaal vol ellende van de als regisseur debuterende acteur was allicht aanleiding voor de hype rond de film en zijn auteur. Dealer rekent af met het kunstwereldje dat drugs gebruikt schijnbaar om te kunnen functioneren. Tegelijk teert Dealer op een hypocriete moraal: wel enkele louche figuren in de marge afvallen maar tegelijk drugsgebruik bijna cultiveren. Zegt de hoofdfiguur, een acteur, in de film niet tegen zijn piepjonge dealer: ‘Ik stop met pakken, jij met dealen!’ Wat ze vervolgens maar heel even kunnen volhouden!
Wil(len) de auteur(s) sowieso niet als moraalridder(s) overkomen? Dat maakt van Dealer een film zonder moraal.
Hoe langer hoe meer lijkt het erop dat de Ensors tot een ordinaire populariteitspoll is verworden waarbij het hoofdzaak is om je achterban te mobiliseren. Of om het maar met zoveel woorden te zeggen: ons-kent-ons.
En dan te weten dat een meesterlijke film zoals het internationaal gelauwerde La Civil van Teodora Ana Mihai terecht genomineerd in de categorieën Beste Film, Beste Scenario en Beste Montage zonder bekroning naar huis moest. La Civil is dan ook een film die vertelt hoe de drugsmaffia een hele gemeenschap weet te ontwrichten en stevig in een wurggreep kan houden. Je begint je warempel luidop af te vragen wat precies de relatie is tussen het gebruik van drugs/coke (op filmsets bijv.?) en het Vlaamse tv- en filmwereldje!?

Genderneutrale categorieën

Nog schaamtelozer, overigens te verwachten te voorzien, was dat in de vier genderneutrale categorieën – een stommiteit van jewelste dat onder anderen actrices daarmee akkoord zijn kunnen gaan – telkens een man werd bekroond. Of om het met een Vlaams spreekwoord te zeggen: Eigen schuld dikke bult!
Deze editie van de Ensors zal wellicht de annalen van de Vlaamse filmgeschiedenis niet halen. Tenzij de wetenschap dat een artiest van het formaat van een James Ensor zich op een bijzonder luidruchtige manier heeft omgedraaid in zijn graf. Uiteraard heeft hij niet zelf zijn naam gegeven aan deze Vlaamse filmprijzen.

Doornenkroon

Een ander monument dat dreigde in as te worden gelegd was de 850 jaar oude kathedraal Notre-Dame de Paris, ‘een juweeltje van Franse gotiek’ aldus een van de gidsen in de aanhef van de film. De Franse regisseur Jean-Jacques Annaud verfilmde ooit de ontdekking van het vuur in La guerre du feu! Deze keer laat hij in Notre-Dame brule (***, vanaf deze week in de bioscoop)  enkele vrijwilligers van de Parijse brandweer met heel veel moeite en dankzij een zelfmoordcommando (sic) een deel van de kathedraal alsnog van een allesverslindende vuurzee redden.
Annaud lijkt vooral een hommage te brengen aan de moed van de Parijse brandweer. Hun kazerne lag op amper 850 m van de kathedraal en toch arriveerden ze door allerlei omstandigheden pas ter plaatse een uur nadat er brand uitgebroken was tijdens de maandagmis in april 2019. Notre-Dame brule, een mix van echte beelden van de brand met een fictiegedeelte, is opgevat als een thriller waarin behalve 130 kunstwerken ook de Doornenkroon van Jezus Christus, (te) veilig opgeborgen in een kluis in de kathedraal, in veiligheid moet worden gebracht. Waarbij zelfs de stenen Moeder Maria met kind een traan laat.

Diepgelovig

Bouli Lanners speelt min of meer zichzelf in zijn vijfde bioscoopfilm: de lyrische love story Nobody has to know (****, vanaf 23 maart in de zaal). Phil, een vijftiger en om vage redenen uit België weggegaan, werkt en woont op een schapenboerderij op het afgelegen Schots eiland Lewis. Na een beroerte is hij een tijdlang zijn geheugen kwijt. De alleenstaande Millie, aan wie Phil als contactpersoon is toevertrouwd, maakt de brave, wat stugge man wijs dat ze voordien geliefden waren. Een leugen, een van de zwaarste zonden in de Presbyteraanse geloofstraditie van de plaatselijke community. Liefde en genade overstijgen in deze  uiteindelijk al te strenge geloofswetten.

Mechelse scheper

Maakte in Nobody has to know de boer zich nog boos tegen Phil omdat hij een huisdier, een verloren gelopen hond, had meegebracht naar de schapenwei, in het avontuurlijke Dog (***, momenteel in de zaal) speelt een Mechelse scheper de hoofdrol. De hond met de weinig benijdenswaardige naam Lulu, lijdt na een tijdje in Afghanistan te zijn geweest, aan posttraumatische stress en is dus quasi onhandelbaar. Channing Tatum, regisseur en acteur, is Jackson Briggs die dan weer een hersenletsel heeft opgelopen op diezelfde buitenlandse missie. Briggs wordt opgedragen om Lulu veilig en wel naar de begrafenisplechtigheid van zijn ex-baas te loodsen, ver weg van huis. Eerder gezegd dan gedaan! Trouw en aanhankelijkheid zijn de ijkpunten in deze film! Leuk weetje: Lulu wordt ‘gespeeld’ door drie honden.

Airhostess

De Belgische film Rien à foutre van Emmanuel Marre & Julie Lecoustre (***, vanaf deze week in de bioscoop) is helemaal opgebouwd rond de figuur van een stewardess of zoals Will Tura haar betittelt in zijn meezinger: mijn airhostess. Cassandra is stewardess, werkt bij een lowcostmaatschappij, vliegt als een vrije vogel de wereld rond, vlindert er op los en heeft overal lak aan. Maar is ze wel gelukkig? Is is zij een exponent van deze generatie?

Zeven tienermeisjes

Het beklemmende docudrama La MIF van de Zwitserse filmer Frederic Baillif (***, van 9 maart in de bioscoop) was enkele maanden geleden nog winnaar van de Gouden Beiaard op het Festival van de Franstalige film (FIFF) in Namen.
La MIF brengt het relaas van een zevental, niet op hun mond gevallen tienermeisjes die in de buurt van Genève in een open instelling worden opgevangen, elk meisje met een stevige rugzak. Ze delen wel en wee, elk naar goed vermogen en maken om de haverklap ruzie. Heel herkenbaar – uit het leven gegrepen – maar zonder de gebruikelijke goednieuwsshow. Want zelfs de directrice Lora draagt heel wat leed met zich mee. Een film die bulkt van sociaal engagement. Mooi!

Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.

Commentaren en reacties