JavaScript is required for this website to work.
Doorbraak

De faudte Mol en de pers

Jean-Pierre Rondas10/11/2019Leestijd 4 minuten

foto © dorp/Doorbraak

https://winkel.doorbraak.be/p/vanmols-hoop-erwin-vanmol/Op een goeie dag nu meer dan twintig jaar geleden, zo stel ik me voor, moet Erwin Vanmol [https://doorbraak.be/cartoons/] beslist hebben het politiek correcte gezag en gezaag links te laten liggen, en de rechtse, niet-correcte kant op te gaan. Maar dan wel op de gedisciplineerde wijze die hij in het leger had geleerd. Op die goeie dag, zo denk …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

VanmolOp een goeie dag nu meer dan twintig jaar geleden, zo stel ik me voor, moet Erwin Vanmol beslist hebben het politiek correcte gezag en gezaag links te laten liggen, en de rechtse, niet-correcte kant op te gaan. Maar dan wel op de gedisciplineerde wijze die hij in het leger had geleerd. Op die goeie dag, zo denk ik dan, maakte hij tegelijkertijd twee fundamentele keuzes. Om zijn doel te bereiken moest hij eerst en vooral cartoonist worden. En ten tweede moest alles wat hij als dusdanig zou maken en tekenen, fout zijn. Incorrect. De foute Vanmol was geboren.

Zo ging hij deel uitmaken van het gilde der mannen die scherp uithalen met behulp van puntige instrumenten. Onlangs vergeleek hij zelf zijn bezigheid met die van voodooïsten, die immers met naalden steken, van chirurgijns die scalpels hanteren, van freelancers die met  lansen werken, en van vroedmannen die het met sondes en katheters doen. Met inzet van al deze wapens zou hij niet alleen het vrije beeld verdedigen, maar ook de vrijheid van de cartoonist om in het kader van een vrije pers ook het vrije woord te hanteren.

Beteugeld en beteugelend

En daar ging en gaat het mis. Want enerzijds wil de pers niet beteugeld worden, maar anderzijds doet diezelfde pers maar al te graag aan politiek-correcte beteugeling. Beide fenomenen (beteugeling van de pers en beteugeling door de pers) worden door de foute Vanmol met naald, scalpel, lans, pen en penseel bestreden in zijn incorrecte cartoons.

Niet dat hij de pers op zich een kwaad hart toedraagt. Als de vrijheid van meningsuiting bedreigd wordt, staat pennenridder Vanmol klaar om de vijand te fileren. Herinnert u zich dat boek, geschreven door twee VRT-journalisten, over Johan van de Lanotte, De keizer van Oostende? Net voor verschijnen (oktober 2012) hield de Keizer een persconferentie om de journalisten te vertellen hoeveel feitelijke fouten er wel in dat boek stonden. En de toenmalige chef van de Nieuwsdienst desavoueerde zijn VRT-collega’s door ze in een soort quarantaine te plaatsen. Vanmols reactie is geniaal, en meesterlijk uitgevoerd. De keizer wordt der Kaiser (Pickelhaube met windmolen), de chef nieuwsdienst een Landser (Pickelhaube met VRT-toren), de beide journalisten twee vers onthoofde postduiven.

VanmolErwin Vanmol | Doorbraak.be

Correcte cartoonisten

In zijn incorrectheid heeft Vanmol nauwelijks concurrentie. Hij staat daarin alleen, want de meesten van zijn collega’s zijn correcte cartoonisten.

Nu, normaal gezien kunnen correcte cartoonisten niet bestaan. De uitdrukking ‘correcte cartoons’ bevat immers een innerlijke tegenspraak, ze is een contradictio in terminis. De correcte cartoon zou een methode moeten vinden om op een geestige manier de correctheid te beamen. U voelt: dat wordt niks. Ofwel flauwekul.

Toch bestaan ze, de correcte cartoonisten. Ze vallen de regering aan als ze in de perceptie ‘rechts’ is en steunen de regering als ze geacht wordt ‘links’ te zijn. Ze vallen ‘rechts’ aan als het in de regering zit en ook als het in de oppositie zit. Links en multicultuur worden zelden gekarikaturiseerd. Correcte cartoonisten hebben dus niet zoveel te tekenen. Ze hebben nog minder te betekenen.

Respect, man!

Dat komt omdat, in tegenstelling tot de foute Vanmol, de correcte cartoonist respect betoont. Respect komt in fasen, en eindigt in een lege tekstballon. Het begint met het gebod ‘Gij zult niet lasteren’. Dat vind ik nog aannemelijk. Het tweede gebod luidt: ‘karikaturiseer niet’: beslist onacceptabel. Het derde verbiedt ons iets te bekritiseren. Hier begint de poco ideologie ons het leven zuur te maken. Maar vervolgens mag men ook met niemand lachen, omdat men de mensen dan uitdaagt. Hier kom ik in ademnood. Maar zelfs zonder al te veel te ademen, is het op den duur verboden te glimlachen en al zeker om te grimlachen. Geen wenkbrauw gaat nog omhoog, geen mondhoek gaat nog spottend neer, knipogen is een daad van blasfemie.

Uiteraard zijn er dan kranten die met hun cartoonafdeling helemaal stoppen. In juni 2019 trok de New York Times  de uiterste consequentie uit het blasfemieverbod, het ironieverbod, het dubbele betekenissenverbod en het insinuatieverbod: daar worden helemaal geen cartoons meer gepubliceerd. Daarin zijn de correcte politiek en het correcte islamisme het fundamentalistisch eens. Taak volbracht. Correctheid en respect leiden tot censuur. Zoals reeds geïnsinueerd is er bij de correcte cartoonisten weinig aan verloren.

Mosselpers

Met Vanmol ging het even anders. Toen een bekend journalistiek weekblad tot een politiek correct weekblad verwerd, paste hij niet meer in het concept. En dat was ook juist. Wat hij over de beteugeling door de pers denkt, werd duidelijk in de cartoon die hij tekende onmiddellijk na de moordpartij op de cartoonisten van Charlie Hebdo  in januari 2015. Aan tafel zit een uit de kluiten gewassen mossel met een hoed op, met in die hoed een papiertje met ‘pers’. Tot de onthoofde cartoonist, wiens hoofd los op de tafel ligt, zegt hij: ‘OK. Dan noteer ik dat u weigert te antwoorden op mijn vraag of u de zaken niet wat overdrijft.’ De pers die ‘padamalgam’ roept is een mosselpers, zoveel is duidelijk.

Mol creëert een zo onnozel mogelijke kat

Erwin Vanmol plaatst zichzelf heel bewust in een traditie waarin de mogelijkheid van karikaturiseren zelf garant staat voor het voortbestaan van een ware democratie. De 18de-eeuwer James Gillray is zijn allergrootste held. De laatste tijd houdt Vanmol niet op met het prijzen van de Nederlandse cartoonist Hein de Kort, maar ikzelf vind die de Kort maar zozo. Ik vind de Mol veel beter. ‘Zeggen zoals het is op de onnozelst mogelijke manier’: Vanmol zegt dat het de Kort is die dit kan, maar dat is natuurlijk wat Vanmol zichzelf tot doel stelt.

VanmolErwin Vanmol | Doorbraak.be

Volgens mij heeft hij met zijn Vlasti-reeks een niveau van anarchistische perfectie bereikt die weinigen hem zullen nadoen. Een reeks die soms doet denken aan het beste van Hara-Kiri  indertijd. Vlasti is een reporterkat die in zes vakjes op een volledig A4’tje het nieuws van de week presenteert. Hij kan geen woort sgrijven of er staadt een spelingsfaudt in. Vlasti moet voortdurend corrigerend gelezen worden. Vlasti presenteert de wildste versie van de Mollenfantasie. Ik heb altijd gedacht dat Vanmol de reeks opzettelijk met de linkerhand tekende (of met de rechterhand mocht hij links zijn) maar dat schijnt niet te kloppen.

De wekelijkse Vlasti-bladen in Panorama  (tot 2015) vormden een orgie van incorrectheid en een permanente kritiek op de nieuwsopvatting van de reguliere pers. Vaak ging het er absurder aan toe dan bij Kama en Seele samen. Deze ‘tijden van’ waarover het correcte commentariaat het zo vaak heeft, worden hier aan flarden geschoten. De bellen kapot geblazen, de bollen doorprikt, de ballen van het serieux  er afgesneden.

Pas maar op voor deze Mol.

 

Koop het boek nu in onze webwinkel: (klik op de foto)

 

Deze bijdrage verscheen in Vanmol’s hoop. Dat boek verscheen afgelopen week en bevat, naast een selectie van het beste van 20 jaar Erwin Vanmol, gastbijdragen van een twintigtal opiniemakers en alle Vlaamse partijvoorzitters. Rousseau Conner net niet meer in… U kunt het boek in onze webwinkel bestellen. Vandaag, 10 november signeert (én tekent) Vanmol op de Boekenbeurs, van 15 tot 16u30.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).

Commentaren en reacties