De feministe die ‘wolf’ roept
foto © Nationaal Archief Nederland
8 maart is Internationale Vrouwendag en het uitgelezen moment om stil te staan bij de staat van het feminisme. Eerder povertjes.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementFijne Vrouwendag, dames!
Wist je niet dat het Internationale Vrouwendag was? Ik wel, hoor. Ik kon op de talrijke online advertenties van vrouwenorganisaties en communistische partijen rekenen om mij eraan te herinneren. Zij riepen mij op om vandaag – coronaproof! – op straat te komen. Voor gelijkheid, tegen seksisme, tegen geweld, voor het recht op abortus. Ik dacht dat we dat recht al verworven hadden, maar blijkbaar heb ik een vergadering gemist.
Liever een pen dan een pussy hat
Ik moet deze dames echter teleurstellen want vandaag pik ik liever mijn pen op dan mijn pussy hat. Waarom? Omdat ik me mateloos erger aan het soort feminisme dat ik vandaag zie, waardoor ik me allesbehalve gediend of gesterkt voel. Het soort feminisme dat niet vertrekt vanuit het hoofddoel, het gelijkstellen van man en vrouw, maar vanuit een eeuwige slachtofferrol. Arme vrouwen, slechte mannen. ‘Toxische mannelijkheid’, ‘mannelijkheid afschaffen’, ‘men are trash’. Ze maken de kloof tussen man en vrouw steeds groter met hun boze woorden en dolle daden.
Begrijp me niet verkeerd. Ik ontken natuurlijk de problemen niet waar vrouwen mee te kampen krijgen. Seksisme is een realiteit in onze samenleving en elke vrouw die dit stuk leest, zal zich wel een situatie voor de geest kunnen halen waarin zij gekleineerd werd omwille van haar geslacht en dan druk ik het nog zachtjes uit. Maar is het antwoord echt een toevlucht nemen tot excessen? Onszelf ophemelen en mannen demoniseren? Ik vind van niet. De strijd voor gelijkheid is eentje die we samen met mannen moeten voeren.
Roep niet zo snel ‘wolf’
Het seksismedebat van vandaag doet me een beetje denken aan het verhaal ‘The boy who cried wolf’. Het is een fabel over een jongen die het leuk vond om zijn dorpsgenoten de stuipen op het lijf te jagen door ‘wolf!’ te roepen wanneer er geen te bespeuren viel. Tot er natuurlijk een échte wolf voor zijn neus stond en niemand hem wou helpen.
Hetzelfde geldt voor seksisme tegenwoordig. Als we dat blijven roepen op momenten waarop er eigenlijk geen sprake van is, zal het op den duur zijn betekenis verliezen en niet meer gehoord worden.
Laat ik een typisch voorbeeld geven uit mijn eigen professionele omgeving: die van de politiek. Een mannelijke politicus bekritiseert een vrouwelijke politicus op haar kunde en hop, de seksismekaart belandt op tafel. In progressieve handen jeukt die trouwens onophoudelijk. Zodra dat gebeurt, moet de man maar nederig zijn beurt overslaan. Niets dat hij zegt, zal hem nog redden en wie toch durft te nuanceren, is een deel van het probleem.
Ongelijkheid in een ander jasje
Kritiek automatisch wegzetten als seksisme omdat het lijdend voorwerp een vrouw is, ondergraaft de strijd voor gelijkheid compleet. Want gelijkheid betekent op het einde van de dag dan ook gelijk beoordelen en beoordeeld worden, zonder geslachtsgebonden vooroordelen. Die beoordeling kan dus ook negatief zijn. Wie zich dan in het nauw gedreven voelt en de discussie doodknijpt door de seksismekaart te trekken, maakt een grote fout. Een discussie tussen man en vrouw in een politieke arena, waarin elkaars ideeën en daden door het slijk gesleurd worden, is dan ook het summum van gelijkheid.
Een andere ergernis is de obsessie van sommige linkse partijen om vrouwen kunstmatig boven mannen te plaatsen en het gelijkheid te noemen. Bijvoorbeeld door vrouwen voorrang te geven voor bepaalde leidende functies. Ik erken dat de weg naar gelijkheid voor een vrouw langer is dan voor een man, maar dat betekent niet dat we hem vol moeten planten met voorrangsborden. Want zo houd je het échte probleem in stand: men wordt opnieuw in waarde geschat op basis van geslacht en niet op basis van kunde. Kortom, dat is geen gelijkheid maar ongelijkheid in een ander jasje. Een soort holle feministische marketing.
Terug naar de realiteit
Dus vandaag, op Vrouwendag, roep ik iedereen op om alles terug te brengen naar de realiteit. Eentje waarin het probleem van ongelijke behandeling en seksisme wordt opgemerkt als het zich ook effectief voordoet. Want dat is en blijft belangrijk.
In 2021 verliezen vrouwen bijvoorbeeld nog steeds hun erkenning of promotie omdat ze hun vrouwelijkheid beleven. En ze worden nog steeds geïntimideerd op straat door zij die hen als minderwaardig beschouwen. Ze worden vandaag de dag nog altijd opgepakt omdat ze hun mening uiten. Of krijgen geen toegang tot onderwijs. En laten we nooit zwijgen over de vrouwen die het slachtoffer worden van seksueel geweld.
Opmerkzaam blijven is essentieel en een werk van ons allen, man én vrouw. Maar laat de denkbeeldige variant van seksisme alstublieft links liggen.
Roep niet ‘wolf’ als de struiken een beetje ritselen. Want zo overstem je hen die echt in gevaar zijn.
Categorieën |
---|
Charlotte Vandecruys is ondervoorzitter van Jong-N-VA
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.