JavaScript is required for this website to work.
Communautair

De fout in de architectuur

Nelly Maes15/12/2017Leestijd 4 minuten

Problemen in Brussel dienen niet om het federale systeem in vraag te stellen. Nelly Maes pleit om ze aan te wenden om Brussel te hervormen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het mislukte Eurostadion heeft de geesten en de pennen in beweging gebracht over de instellingen van dit land. Is het niet de hoogste tijd dat de flaminganten zich beraden over de prioriteiten voor de nabije toekomst?

Volgens Yves Leterme zit er een fout in de federale structuur van dit land. Volgens hem en andere christendemocraten komt het omdat geen hiërarchie van de instellingen is voorzien in de grondwet. Het voorziene overleg werkt niet. Dossiers van ‘nationaal’ belang blijven geblokkeerd. ‘Herfederaliseren’ is de remedie van de Open Vld, daarin blijkbaar ook door andere partijen in Vlaanderen gevolgd. Dan verhuist het probleem naar de federale regering en dan blokkeert het daar tot het eventueel in een koehandel tussen regeringspartijen wordt opgelost … of niet.

De knoop zit in Brussel

Mevrouw Milquet verzint nog iets beters: een tienjarenplan voor alle niveaus waarover gewaakt wordt door een Convergentiecomité van alle niveaus, federaal en gewestelijk, onder de leiding van het gewest Brussel. Is dit een grap of om te huilen? Niemand is tegen overleg maar blijkbaar leidt dat niet tot beslissingen in dossiers zoals de geluidsnormen voor Zaventem, de organisatie van de politiezones in Brussel of een ernstig gesprek tussen Franstaligen en Vlamingen over de fusie van de negentien gemeenten in hun hoofdstad. De knoop zit in Brussel en in die chaos moet ‘onverwijld’ orde worden geschapen.

Pascal Smet, sp.a-minister in het Brussels Gewest, schetst zo’n hervorming waarover onder Vlamingen een consensus zou kunnen gevonden worden, ware het niet dat hij daaraan het verdwijnen van de eentalige lijsten N/F verbindt. Dat is immers de basis voor de structuren van het Brussels Gewest die aan de Vlamingen een gewaarborgde aanwezigheid in het bestuur van dat gewest verzekert, al weigerden de Franstalige partijen de doortrekking daarvan tot op gemeentelijk niveau. Het argument dat het aantal Vlamingen in Brussel vermindert wordt gebruikt om hun gewaarborgde aanwezigheid in de geweststructuur steeds weer in vraag te stellen, terwijl de gewaarborgde pariteit voor de Franstalige minderheid op federaal niveau blijkbaar geen democratisch probleem oplevert.

Brussels burgemeester Close zag de bui wel hangen. Als aan de waarborgen voor de Nederlandstaligen geraakt wordt bestaat dit land niet meer. De Standaard citeert hem: ‘Ik wil niet in een institutioneel avontuur terechtkomen door een uit de hand gelopen voetbalmatch.’ Hij beseft dat Brussel geen hoofdstad van een federaal land kan zijn als de Vlaamse Gemeenschap geen zeggenschap heeft in haar hoofdstad. Vlaanderen neemt in zijn begroting de kosten op zich voor 300 000 inwoners in Brussel, ongeacht taal of origine. Voor het onderwijs, de cultuur en zelfs voor de territoriale en dus gewestelijke materies is de bijdrage van Vlaanderen onmisbaar.

De architectuur van België, ontworpen op een Franstalige tekentafel

Sinds Jules Destrées ‘Sire, il n’y a pas de Belges’ leeft bij de Franstaligen de vrees overvleugeld te worden door de demografische meerderheid van de Vlamingen die hardnekkig voor hun ontvoogding opkwamen en op termijn een eind zouden kunnen maken aan de overwegend Franstalige machthebbers.

De strijd voor zelfbestuur werd mede in de unitaire partijen herleid tot streven naar een zekere vorm van culturele autonomie voor de twee gemeenschappen en de Duitstalige minderheid. Problemen als infrastructuur en economische ontwikkeling werden naar een toekomstige gewestvorming met drie gewesten verwezen. Vooraf moest volgens de machthebbers van toen — de Franstalige minderheid — de meerderheid van Vlamingen aan banden gelegd worden.

Ondanks het verzet van de flaminganten werd de grondwet in die zin gewijzigd. Die ‘grendelgrondwet’ werd het kader waarin sindsdien regeringen werden gevormd, werd bestuurd en waarin onder druk van Vlaams-nationalisten en flaminganten in de klassieke partijen de verdere stappen naar autonomie moesten afgedwongen worden. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost opdat Vlaanderen zou staan waar het nu staat.

De Volksunie heeft daarbij steeds geweigerd om de verdere ontwikkelingen te hypothekeren door een ‘gouvernement des juges’, door een hiërarchie van de instellingen, door het opgeven van grondgebied of van het tweetalig statuut van Brussel met waarborgen voor de Vlamingen. Dat heeft tot compromissen geleid die vandaag in vraag kunnen worden gesteld.

Ook het artikel 35 van de grondwet over exclusieve bevoegdheden voor het federaal niveau werd met opzet niet ingevuld omdat de overheveling van bevoegdheden naar regio’s en gemeenschappen eerst meer Vlaamse autonomie moest realiseren. Het feit dat Vlaanderen in de EU rechtstreeks aanwezig is en omtrent de eigen bevoegdheden verdragen met het buitenland kan sluiten wordt ons door andere constitutionele regio’s als Baskenland en Catalonië benijd en schept kansen voor de toekomst.

Een Vlaamse strategie voor Brussel

Het spreekt voor zich dat het te pas en te onpas hanteren van grendels en alarmbellen de besluitvorming laat vastlopen. Intussen is onze regio vandaag niet meer te vergelijken met het Vlaanderen van de jaren 60. Cultureel, sociaaleconomisch en politiek zijn wij een topregio met een eigen parlement en belangrijke bevoegdheden. Maar het Vlaamse trekpaard krijgt voortdurend stokken tussen de benen en al is dat meer dan frustrerend, het is geen reden tot institutionele stilstand.

Voor de independentisten ligt de oplossing in een onafhankelijke staat Vlaanderen, waarvoor minstens in Vlaanderen een meerderheid nodig is en dan nog… Voor de confederalisten, die streven naar een autonome regio in een Europa van volkeren en regio’s, is de gestadige vooruitgang van partijen die het zelfbeschikkingsrecht verdedigen nog geen garantie voor onmiddellijk succes. Dat zal hen echter niet beletten om door te gaan.

Beide opties zijn niet onmiddellijk realiseerbaar doch intussen verdienen de mensen onder en boven de taalgrens en in onze multiculturele hoofdstad om fatsoenlijk bestuurd te worden. Verder aanmodderen en wachten om de Brusselse chaos aan te pakken is geen optie.

Daarvoor is politieke creativiteit en Vlaamse eensgezindheid nodig. In Vlaanderen groeit een consensus over de veranderingen die noodzakelijk zijn om het Brussels hoofdstedelijk gewest om te vormen tot een efficiënt bestuurbaar geheel met één politiezone. De 19 baronieën moeten gefusioneerd worden, hun bevoegdheden overgedragen aan het Brussels Gewest.

Bij het inrichten van districten moet de participatie van een zeer diverse bevolking verzekerd worden. De aanwezigheid van de Vlaamse gemeenschap moet ook op dat niveau mogelijk zijn, zodat Vlaanderen zijn rol kan blijven spelen in de hele agglomeratie die zich ook hoofdstad van Europa mag noemen.

De auteur is oud-mandataris voor Spirit en Volksunie

Commentaren en reacties