De Molenbeekse ‘bazar’ dan toch niet opgekuist – tot spijt van Jan Jambon
Molenbeek geen huis-aan-huis-controles
Molenbeek geen huis-aan-huis-controles
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVrijdag zullen we vernemen wat het Kanaalplan van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) precies inhoudt, maar het heeft er alle schijn van dat hij bakzeil heeft moeten halen. De institutionele realiteit van het Brusselse status-quo is hem te machtig geweest. Hij zou Molenbeek ‘opkuisen’, hij zou de gemeente deur voor deur laten controleren. Precies dit zal niet gebeuren. Burgemeesteres Françoise Schepmans (MR) wil het niet, en dat heeft ze duidelijk aan de pers laten verstaan.
Toch bedoelde Jambon niks bijzonders. Hij wou toch ook maar gewoon weten wie daar nu eigenlijk woonde, in die internationaal beruchte ‘hell-hole’ van het jihadisme van waaruit de recente Parijse aanslagen beraamd en gefaciliteerd werden. Hij wilde dat ook in Molenbeek de registers van de burgerlijke stand zouden bijgehouden worden zoals overal elders in de staat België. En daartoe moet de wijkagent op bezoek komen.
Onderbroeken
Zijn voornemen werd uiteraard op algehele instemming onthaald. Krijgen reguliere burgers (alleszins in Vlaanderen) immers geen bezoek van de wijkagent als ze een nieuwe woonst betrekken? Siegfried Bracke kan ervan meespreken. Waarschijnlijk geloofde de Gentse politie niet helemaal dat hij ook echt zijn domicilie in Gent zou nemen, want de (‘getelefoneerde’) flik van dienst dreef de controle zo ver dat hij ook Brackes onderbroeken wou zien …
Niet zo echter voor de exceptionele burgers van Molenbeek. Daar gelden blijkbaar andere normen, de normen van les zones de non-droit, van de plekken waar de ordediensten zich niet meer wagen. No-goarea’s, een twaalftal in de Kanaalzone naar het schijnt. Waar de mannen van het gas en de elektriciteit de meterstanden niet meer durven op te nemen. Waar de controleurs van het openbaar vervoer het ziekenhuis worden ingeslagen (een vijftal, vorige maand nog). Waar een politiecommissariaat met molotovcocktails wordt bekogeld. En waar een onwaarschijnlijk groot aantal misdadigers en moordenaars onbekommerd in de illegaliteit kon (en kan) leven.
Niet mogen en niet willen
Niet zo’n gek idee dus, om zoals Keizer Augustus zo rond Kerstmis de stand van zaken eens ajour te willen bijwerken. Maar het gaat niet. Het mag niet. Als zo’n Brusselse gemeente dat niet wil, dan mag Binnenlandse Zaken dat niet in haar plaats doen. Tenminste, dat wordt beweerd en dat maak ik op uit de berichtgeving in de krant. Het merkwaardige is nu dat de gemeente Sint-Jans-Molenbeek het bijhouden der registers als haar gemeentelijke bevoegdheid claimt (Jambon mag het niet doen) maar bij monde van haar burgemeesteres er onmiddellijk aan toevoegt dat ze het zelf niet wil doen. Of, naar ik vermoed, niet durft te doen.
Het gaat niet, zeggen Schepmans en de korpschef van een van de zes politiezones, want Molenbeek telt 95 000 inwoners en dat is te veel om huis aan huis te bezoeken. Waarbij ik me afvraag hoe ze daar op het gemeentehuis eigenlijk weten dat het er 95 000 zijn. Zijn het er meer? Zijn het er minder? Wij weten het niet en zij kunnen het niet weten. De uitspraken van de korpschef van politiezone Brussel West (waartoe Molenbeek behoort) zijn daarin verhelderend. Elk jaar zijn er 8000 nieuwe inschrijvingen, zegt de man in De Standaard van 1 februari. Maar die nieuwelingen verhuizen vier tot vijf keer per jaar. En als dan de wijkagent toch komt, zijn ze een week na de registratie alweer weg. Ik maak daaruit op dat die mensen gewoon administratief ‘verdwijnen’, net zoals die aanslagpleger op de Thalys, die in Molenbeek bij zijn zus logeerde die zelf al vijf jaar met man en kind illegaal in de gemeente woonde. Vijf jaar.
Proximité
Van nu af aan, beweert Schepmans in de kranten en in Terzake, zullen onbewoonbaar verklaarde huizen ook gecontroleerd worden … op inwoners. Wat wil zeggen dat daar tot vandaag geen controle op was. Van de niet-geregistreerde appartementen in oude rijhuizen zegt de politiechef nu al dat er weinig aan te doen is. En ze gaan ook eens kijken naar de huisnummers. Van nu af aan krijgt elk appartement een huisnummer. Big deal.
Dit is niet alleen het failliet van de Burgerlijke Stand. Nog veel meer springt in het oog dat de officiële reden waarom het Brussels Gewest zes politiezones moet hebben geen steek houdt. Die reden is de police de proximité, de ‘wijkpolitie’ maar met in het Frans de nadruk op die notie van ‘nabijheid’ waarop de Brusselaars zo graag een beroep doen. Ook in Terzake heeft Schepmans het woord proximité in de mond durven nemen. Niet dat ze tegengesproken werd. Maar wie deze wantoestanden tolereert, weet van nabijheid niets af.
Stigmatiseren
Om maar geen huis-aan-huiscontroles te moeten verrichten zetten de verantwoordelijken de meest onwaarschijnlijke drogredenen in. De gemeente is te groot, zegt ook de schepen van Huisvesting Karim Majoros: 38 000 logements controleren heeft geen zin. En zijn overste voegt eraan toe dat ze wel ‘hulp’ (Vlaams geld, met name) wil aanvaarden mais pas comme ça. Want de porte à porte, c’est irréaliste. Waarom dat niet realistisch zou zijn vertelt ze er niet bij. Door Het Nieuwsblad om een telefonische reactie gevraagd gaf ze het ultieme argument dat alle andere in de schaduw stelt: systematische deur-aan-deurbezoeken zouden stigmatiserend werken voor de inwoners, die al zoveel te verduren hebben gekregen.
Nu, een van de twee moordenaars van de Afghaanse commandant Massoud kwam uit Molenbeek. Drie beramers van de aanslag in Madrid op 11 maart 2004 kwamen uit Molenbeek. De moordenaar in het Joods Museum in Brussel had Molenbeekse connecties. Twee leden van de jihadistencel van Verviers kwamen uit Molenbeek. Coulybaly (die in een Parijse winkel in januari 2015 Joden vermoordde) haalde zijn wapens uit Molenbeek. Bij de Parijse aanslagen van november 2015 werden drie Molenbekenaars bij hun moorddadige acties gedood. Nog een Molenbekenaar is spoorloos. Hoeveel erger gestigmatiseerd kan je worden? Gelukkig, zei Schepmans in Terzake, heeft ondertussen het dagelijkse leven weer zijn gewone gang hernomen. In het geval van Molenbeek allerminst een geruststellende uitspraak.
Niet durven en niet willen
Ik suggereerde supra dat Schepmans de huis-aan-huiscontrole niet aandurft. Met die vrees zou ze weleens gelijk kunnen hebben. Wat elders de normaalste zaak ter wereld is, zou in het Molenbeekse geval weleens tot geweld kunnen leiden, tot burgeroorlogachtige, etnisch gekleurde revoltes tegen het gezag. Ze zijn dat daar nu zo gewoon, zonder registratie. Neem hen dit voorrecht af en Molenbeek beantwoordt onmiddellijk aan de definitie van een Parijse banlieue: potentieel geweld ligt altijd op de loer. Dat weten politiemensen maar al te goed. Onlangs nog was het de befaamde Franse islamspecialist Gilles Kepel die Molenbeek met de banlieues vergeleek.
En omdat men de ordehandhaving niet meer aandurft is er ook een georganiseerde tendens ontstaan om bepaalde fenomenen niet meer te willen herkennen. Omdat men illegalen niet op het spoor wil komen, heeft men allerlei reglementen ingebouwd die verhinderen dat de handhavers kunnen ingrijpen. Geen gerichte controles dus. Maar ook geen toevallige constateringen bij niet-gerichte controles: niet via de scholen, niet via de ziekenhuizen, niet bij toevallige vaststellingen op trein of tram.
De Brusselse houdgreep
Kortom, in Molenbeek en de Kanaalzone bevinden we ons niet zomaar in de illegaliteit, maar veeleer in een extraterritorialiteit. De theorie van de superdiversiteit is het niet alleen volkomen eens met deze toestand, ze ondersteunt hem ook. In naam van de diversiteit tolereert en bevordert men monoculturele afbakeningen. Rechtsenclaves in de staat.
Een gemeente die haar essentiële bevoegdheden niet meer invult, mag zich achter deze bevoegdheden verschuilen om ze niet in te hoeven vullen. Dat kan alleen in de extraterritoriale zone van de onderbuik van de staatshervorming. In de gewestzone van de grenzeloosheid die Brussel geworden is. Natuurlijk dreigde ook Vlaanderen daarvan niet gespaard te blijven; maar sterke socialistische, liberale en flamingantische burgemeesters in Vilvoorde, Mechelen en Antwerpen hebben dit verhinderd. Het Hoofdstedelijk Gewest daarentegen heeft laten betijen. Precies daardoor gijzelt het de Belgische samenlevingen. Met de gekende rampzalige gevolgen heeft Brussel de zaken op hun beloop gelaten omdat het al die tijd voor zichzelf een exceptionaliteit heeft bedongen, waardoor het Vlaanderen en Wallonië in een houdgreep houdt.
Het wordt hoog tijd dat deze beide financiers waar voor hun geld eisen, want met deze spillover wensen wij niet meer te leven. Het wordt te gevaarlijk zowel voor de Vlaamse als de Waalse gemeenschap. Zoals het Brussels Gewest nu georganiseerd wordt zal het deze waar nooit kunnen leveren. Als afstoten niet kan, zullen we het Gewestje onder controle moeten brengen en het onder curatele moeten plaatsen. Het is tot op zekere hoogte juist wat Le Monde naar aanleiding van het Molenbeekse aandeel in de moorden heeft geschreven: état sans nation, nation sans état. De staatshervorming is niet af: we hebben Brussel onze levens laten bepalen. Dit moet gedaan zijn.
Le bazar
Huis-aan-huiscontroles komen er ondertussen niet. Jambon zal aan de Kanaalzone en dus aan Molenbeek meer geld moeten geven, nog meer geld. Om ook aan deze nieuwe extra-subsidie een extra-naam te geven schiet zelfs de Belgische woordenschat tekort. En na drie jaar zullen we controleren of de doelstellingen (welke?) gehaald zijn. Aan de Brusselse tunnels kunnen we merken hoe het daar staat met het realiseren van doelstellingen.
Vorige week (30 januari) was onze Brussels-vaderlandse Arno een van de gasten in het Franse televisieprogramma On n’est pas couché op France 2. Onze symboolfiguur voor het vivre ensemble. De Fransen bekeken hem alsof ze met een sprekende (en stoned) gorilla te doen hadden. Omdat hij zich in het Frans niet kan uitdrukken kwam er in elk van zijn onaffe zinnen het woord ‘bazar’ voor. Dus vroegen ze hem wat hij daar toch eigenlijk mee bedoelde. Welja, ‘bazar’ was alles. Zijn fluit, wat hij ermee uit- of aanricht, de voortbrengselen ervan, de straat, de maatschappij, la gauche: allemaal bazar. Een keertje is het woord ‘Molenbeek’ gevallen, maar hij ging er wijselijk niet op in.
Let maar eens op: ook na het Kanaalplan zal de bazar niet geregeld zijn.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.
Toen de Oekraïners hun stad Cherson van de Russen heroverden, verscheen op het Telegram-platform een merkwaardige tekst.
Vandaag 1632: Baruch Spinoza geboren, belangrijk filosoof, maar vooral verketterd door kerk en staat
Baruch Spinoza houdt vast aan zijn ideeën, ook al komt hem dat op verbanning uit de joodse gemeenschap, een plek op de Index en een Nederlands publicatieverbod te staan.